wapenhandel
Dutch (Brabantic)
/ˈʋaː.pə(n)ˌɦɑn.dəl/
noun
Definitions
- arms trade
Etymology
Compound from Dutch, Flemish wapen (weapon, arm, coat of arms, armour) + Dutch, Flemish handel (trade, business, commerce, enterprise).
Origin
Dutch (Brabantic)
handel
Gloss
trade, business, commerce, enterprise
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Action/Process
Kanji
商, 貿
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Wapenveld Dutch, Flemish
- actiehandel Dutch, Flemish
- actiënhandel Dutch, Flemish
- atoomwapen Dutch, Flemish
- beurshandel Dutch, Flemish
- biowapen Dutch, Flemish
- boekhandel Dutch, Flemish
- borstwapen Dutch, Flemish
- detailhandel Dutch, Flemish
- dienstwapen Dutch, Flemish
- emissiehandel Dutch, Flemish
- geldhandel Dutch, Flemish
- geslachtswapen Dutch, Flemish
- groothandel Dutch, Flemish
- handel Dutch, Flemish
- handelsafgunst Dutch, Flemish
- handelsbetrekking Dutch, Flemish
- handelsembargo Dutch, Flemish
- handelsgenoot Dutch, Flemish
- handelsgewas Dutch, Flemish
- handelsmerk Dutch, Flemish
- handelsnatie Dutch, Flemish
- handelsnederzetting Dutch, Flemish
- handelsoorlog Dutch, Flemish
- handelspartner Dutch, Flemish
- handelspost Dutch, Flemish
- handelsschip Dutch, Flemish
- handelsstad Dutch, Flemish
- handelsvaart Dutch, Flemish
- handelsverkeer Dutch, Flemish
- handelsvloot Dutch, Flemish
- handelswaar Dutch, Flemish
- kernwapen Dutch, Flemish
- kinderhandel Dutch, Flemish
- kleinhandel Dutch, Flemish
- koehandel Dutch, Flemish
- koeienhandel Dutch, Flemish
- kunsthandel Dutch, Flemish
- massavernietigingswapen Dutch, Flemish
- mensenhandel Dutch, Flemish
- morshandel Dutch, Flemish
- slagwapen Dutch, Flemish
- slavenhandel Dutch, Flemish
- sluikhandel Dutch, Flemish
- stootwapen Dutch, Flemish
- stroomstootwapen Dutch, Flemish
- vrijhandel Dutch, Flemish
- vrouwenhandel Dutch, Flemish
- vuurwapen Dutch, Flemish
- wapen Dutch, Flemish
- wapenen Dutch, Flemish
- wapenfeit Dutch, Flemish
- wapenkreet Dutch, Flemish
- wapenkunde Dutch, Flemish
- wapenschild Dutch, Flemish
- wapensmid Dutch, Flemish
- wapenstand Dutch, Flemish
- wapenstilstand Dutch, Flemish
- wapenstok Dutch, Flemish
- wapensysteem Dutch, Flemish
- wapenteken Dutch, Flemish
- wapentuig Dutch, Flemish
- wapenwedloop Dutch, Flemish
- wereldhandel Dutch, Flemish
- windhandel Dutch, Flemish
- wâpen Middle Dutch
- wapen
- handel
- wapenen
- biowapen
- wapenfeit
- wapenstok
- wapentuig
- slagwapen
- vuurwapen
- Wapenveld
- wapensmid
- kernwapen
- koehandel
- morshandel
- borstwapen
- wapenstand
- wapenteken
- geldhandel
- wapenkreet
- stootwapen
- boekhandel
- vrijhandel
- windhandel
- atoomwapen
- wapenkunde
- handelswaar
- handelsmerk
- groothandel
- dienstwapen
- handelspost
- wapenschild
- actiehandel
- handelsstad
- kunsthandel
- beurshandel
- sluikhandel
- kleinhandel
- handelsschip
- detailhandel
- handelsnatie
- handelsgewas
- handelsvloot
- actiënhandel
- koeienhandel
- wapenwedloop
- handelsvaart
- slavenhandel
- mensenhandel
- kinderhandel
- wapensysteem
- wereldhandel
- handelsgenoot
- vrouwenhandel
- emissiehandel
- handelsoorlog
- handelsembargo
- handelspartner
- wapenstilstand
- handelsafgunst
- geslachtswapen
- handelsverkeer
- stroomstootwapen
- handelsbetrekking
- handelsnederzetting
- massavernietigingswapen