handelsverkeer
Dutch (Brabantic)
/ˈɦɑn.dəls.fərˌkeːr/
noun
Definitions
- trade, commerce, trading
Etymology
Compound from Dutch, Flemish handel (trade, business, commerce, enterprise) + Dutch, Flemish verkeer (traffic, exchange, intercourse).
Origin
Dutch (Brabantic)
verkeer
Gloss
traffic, exchange, intercourse
Concept
Semantic Field
Basic actions and technology
Ontological Category
Action/Process
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Verkehr German
- actiehandel Dutch, Flemish
- actiënhandel Dutch, Flemish
- autoverkeer Dutch, Flemish
- beurshandel Dutch, Flemish
- boekhandel Dutch, Flemish
- detailhandel Dutch, Flemish
- emissiehandel Dutch, Flemish
- geldhandel Dutch, Flemish
- geslachtsverkeer Dutch, Flemish
- groothandel Dutch, Flemish
- handel Dutch, Flemish
- handelsafgunst Dutch, Flemish
- handelsbetrekking Dutch, Flemish
- handelsembargo Dutch, Flemish
- handelsgenoot Dutch, Flemish
- handelsgewas Dutch, Flemish
- handelsmerk Dutch, Flemish
- handelsnatie Dutch, Flemish
- handelsnederzetting Dutch, Flemish
- handelsoorlog Dutch, Flemish
- handelspartner Dutch, Flemish
- handelspost Dutch, Flemish
- handelsschip Dutch, Flemish
- handelsstad Dutch, Flemish
- handelsvaart Dutch, Flemish
- handelsvloot Dutch, Flemish
- handelswaar Dutch, Flemish
- kinderhandel Dutch, Flemish
- kleinhandel Dutch, Flemish
- koehandel Dutch, Flemish
- koeienhandel Dutch, Flemish
- kunsthandel Dutch, Flemish
- luchtvaartverkeer Dutch, Flemish
- luchtverkeer Dutch, Flemish
- mensenhandel Dutch, Flemish
- morshandel Dutch, Flemish
- scheepvaartverkeer Dutch, Flemish
- slavenhandel Dutch, Flemish
- sluikhandel Dutch, Flemish
- sluipverkeer Dutch, Flemish
- snelverkeer Dutch, Flemish
- verkeer Dutch, Flemish
- verkeersader Dutch, Flemish
- verkeersafwikkeling Dutch, Flemish
- verkeersfuik Dutch, Flemish
- verkeersknoop Dutch, Flemish
- verkeersknooppunt Dutch, Flemish
- verkeerslicht Dutch, Flemish
- verkeersongeluk Dutch, Flemish
- verkeersongeval Dutch, Flemish
- verkeerspaal Dutch, Flemish
- verkeersplein Dutch, Flemish
- verkeersregel Dutch, Flemish
- verkeersvliegtuig Dutch, Flemish
- vliegverkeer Dutch, Flemish
- vreemdelingenverkeer Dutch, Flemish
- vrijhandel Dutch, Flemish
- vrouwenhandel Dutch, Flemish
- wapenhandel Dutch, Flemish
- wegverkeer Dutch, Flemish
- wereldhandel Dutch, Flemish
- windhandel Dutch, Flemish
- verkeer Afrikaans
- handel
- verkeer
- koehandel
- morshandel
- geldhandel
- boekhandel
- vrijhandel
- wegverkeer
- windhandel
- handelswaar
- handelsmerk
- groothandel
- handelspost
- wapenhandel
- actiehandel
- handelsstad
- kunsthandel
- beurshandel
- autoverkeer
- sluikhandel
- kleinhandel
- snelverkeer
- verkeersfuik
- verkeersader
- sluipverkeer
- handelsschip
- detailhandel
- handelsnatie
- luchtverkeer
- handelsgewas
- handelsvloot
- vliegverkeer
- verkeerspaal
- actiënhandel
- koeienhandel
- handelsvaart
- slavenhandel
- mensenhandel
- kinderhandel
- wereldhandel
- handelsgenoot
- vrouwenhandel
- verkeersknoop
- verkeersplein
- verkeerslicht
- emissiehandel
- verkeersregel
- handelsoorlog
- handelsembargo
- handelspartner
- handelsafgunst
- verkeersongeval
- verkeersongeluk
- geslachtsverkeer
- verkeersknooppunt
- handelsbetrekking
- luchtvaartverkeer
- verkeersvliegtuig
- scheepvaartverkeer
- verkeersafwikkeling
- handelsnederzetting
- vreemdelingenverkeer