tegenvoeter
Dutch (Brabantic)
/ˈteː.ɣə(n)ˌvu.tər/
noun
Definitions
- A counterpart or an opposite of someone.
- (archaic) An antipodean.
Etymology
Affix from Dutch, Flemish tegen (against, counter-, counter, opposite, contra-, anti) + Dutch, Flemish voet (foot, on foot, footed).
Origin
Dutch (Brabantic)
voet
Gloss
foot, on foot, footed
Concept
Semantic Field
The body
Ontological Category
Other
Emoji
🐾
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aarsvoet Dutch, Flemish
- barrevoets Dutch, Flemish
- barvoets Dutch, Flemish
- blootsvoets Dutch, Flemish
- blootvoets Dutch, Flemish
- drievoet Dutch, Flemish
- klimvoet Dutch, Flemish
- klompvoet Dutch, Flemish
- koevoet Dutch, Flemish
- lichtvoetig Dutch, Flemish
- lotusvoet Dutch, Flemish
- stampvoeten Dutch, Flemish
- tegen Dutch, Flemish
- tegenaanval Dutch, Flemish
- tegenbegroting Dutch, Flemish
- tegenbericht Dutch, Flemish
- tegencoup Dutch, Flemish
- tegencultuur Dutch, Flemish
- tegendeel Dutch, Flemish
- tegendemonstrant Dutch, Flemish
- tegengaan Dutch, Flemish
- tegengif Dutch, Flemish
- tegengift Dutch, Flemish
- tegenhanger Dutch, Flemish
- tegenhouden Dutch, Flemish
- tegenkomen Dutch, Flemish
- tegenligger Dutch, Flemish
- tegenmijn Dutch, Flemish
- tegenmijnen Dutch, Flemish
- tegenoffensief Dutch, Flemish
- tegenpartij Dutch, Flemish
- tegenpaus Dutch, Flemish
- tegenploeg Dutch, Flemish
- tegenslag Dutch, Flemish
- tegenspartelen Dutch, Flemish
- tegenspeler Dutch, Flemish
- tegenspoed Dutch, Flemish
- tegenspraak Dutch, Flemish
- tegenspreken Dutch, Flemish
- tegenstaan Dutch, Flemish
- tegenstaatsgreep Dutch, Flemish
- tegenstelling Dutch, Flemish
- tegenstreven Dutch, Flemish
- tegenvallen Dutch, Flemish
- tegenvuur Dutch, Flemish
- tegenwerken Dutch, Flemish
- tegenwerpen Dutch, Flemish
- tegenwicht Dutch, Flemish
- tegenwind Dutch, Flemish
- tegenwoordig Dutch, Flemish
- tegenzin Dutch, Flemish
- tegenzitten Dutch, Flemish
- tweevoet Dutch, Flemish
- tweevoeter Dutch, Flemish
- tweevoetig Dutch, Flemish
- tweevoets Dutch, Flemish
- vastvoetig Dutch, Flemish
- viervoeter Dutch, Flemish
- voet Dutch, Flemish
- voetafdruk Dutch, Flemish
- voetangel Dutch, Flemish
- voetbal Dutch, Flemish
- voetboog Dutch, Flemish
- voeteren Dutch, Flemish
- voetganger Dutch, Flemish
- voetknecht Dutch, Flemish
- voetkus Dutch, Flemish
- voetman Dutch, Flemish
- voetnoot Dutch, Flemish
- voetpad Dutch, Flemish
- voetslet Dutch, Flemish
- voetsoldaat Dutch, Flemish
- voetspoor Dutch, Flemish
- voetstap Dutch, Flemish
- voetstuk Dutch, Flemish
- voetveeg Dutch, Flemish
- voetveer Dutch, Flemish
- voetzool Dutch, Flemish
- zwartvoetpinguïn Dutch, Flemish
- tegen Middle Dutch
- voet Middle Dutch
- teen Afrikaans
- voet Afrikaans
- voet
- tegen
- voetpad
- voetbal
- koevoet
- voetkus
- voetman
- voetveeg
- tweevoet
- voeteren
- voetnoot
- tegenzin
- voetzool
- aarsvoet
- barvoets
- voetslet
- voetboog
- drievoet
- voetstuk
- klimvoet
- voetveer
- voetstap
- tegengif
- tegencoup
- tegenpaus
- tegenslag
- tegenmijn
- tegengaan
- tegenwind
- voetangel
- tegenvuur
- tegengift
- klompvoet
- tegendeel
- lotusvoet
- voetspoor
- tweevoets
- barrevoets
- voetafdruk
- blootvoets
- tegenstaan
- tegenwicht
- tegenploeg
- vastvoetig
- viervoeter
- tweevoetig
- tweevoeter
- voetganger
- tegenspoed
- voetknecht
- tegenkomen
- tegenzitten
- tegenhouden
- tegenwerpen
- tegenligger
- tegenaanval
- blootsvoets
- tegenvallen
- tegenmijnen
- tegenpartij
- stampvoeten
- tegenwerken
- tegenspeler
- lichtvoetig
- tegenhanger
- voetsoldaat
- tegenspraak
- tegenspreken
- tegenstreven
- tegencultuur
- tegenbericht
- tegenwoordig
- tegenstelling
- tegenbegroting
- tegenoffensief
- tegenspartelen
- tegendemonstrant
- zwartvoetpinguïn
- tegenstaatsgreep