voetspoor
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- trail of footprints, footsteps
Etymology
Compound from Dutch, Flemish voet (foot, on foot, footed) + Dutch, Flemish spoor (track, railway, trace, trail, spore, spur, train, railway track).
Origin
Dutch (Brabantic)
spoor
Gloss
track, railway, trace, trail, spore, spur, train, railway track
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
🚂 🚂 🚃 🚄 🚅 🚉 🚝 🛤️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aarsvoet Dutch, Flemish
- barrevoets Dutch, Flemish
- barvoets Dutch, Flemish
- bloedspoor Dutch, Flemish
- blootsvoets Dutch, Flemish
- blootvoets Dutch, Flemish
- buitensporig Dutch, Flemish
- drievoet Dutch, Flemish
- dubbelspoor Dutch, Flemish
- dwaalspoor Dutch, Flemish
- enkelspoor Dutch, Flemish
- karrenspoor Dutch, Flemish
- karrespoor Dutch, Flemish
- klimvoet Dutch, Flemish
- klompvoet Dutch, Flemish
- koevoet Dutch, Flemish
- lichtvoetig Dutch, Flemish
- lotusvoet Dutch, Flemish
- nasporen Dutch, Flemish
- smalspoor Dutch, Flemish
- spoor Dutch, Flemish
- spoorbrug Dutch, Flemish
- spoorfiets Dutch, Flemish
- spoorlijn Dutch, Flemish
- spoorloos Dutch, Flemish
- spoorrail Dutch, Flemish
- spoortunnel Dutch, Flemish
- spoorweg Dutch, Flemish
- sporen Dutch, Flemish
- sporendoos Dutch, Flemish
- stampvoeten Dutch, Flemish
- tegenvoeter Dutch, Flemish
- tweevoet Dutch, Flemish
- tweevoeter Dutch, Flemish
- tweevoetig Dutch, Flemish
- tweevoets Dutch, Flemish
- vastvoetig Dutch, Flemish
- viervoeter Dutch, Flemish
- voet Dutch, Flemish
- voetafdruk Dutch, Flemish
- voetangel Dutch, Flemish
- voetbal Dutch, Flemish
- voetboog Dutch, Flemish
- voeteren Dutch, Flemish
- voetganger Dutch, Flemish
- voetknecht Dutch, Flemish
- voetkus Dutch, Flemish
- voetman Dutch, Flemish
- voetnoot Dutch, Flemish
- voetpad Dutch, Flemish
- voetslet Dutch, Flemish
- voetsoldaat Dutch, Flemish
- voetstap Dutch, Flemish
- voetstuk Dutch, Flemish
- voetveeg Dutch, Flemish
- voetveer Dutch, Flemish
- voetzool Dutch, Flemish
- zwartvoetpinguïn Dutch, Flemish
- *spurą Proto-Germanic
- fótspor Old Norse
- fod Danish
- fodspor Danish
- spor Danish
- sepur Indonesian
- spor Middle Dutch
- voet Middle Dutch
- spoor Afrikaans
- voet Afrikaans
- sepur Javanese
- voet
- spoor
- sporen
- voetkus
- voetman
- voetbal
- voetpad
- koevoet
- voetveeg
- tweevoet
- klimvoet
- voeteren
- voetveer
- nasporen
- voetzool
- aarsvoet
- barvoets
- drievoet
- voetboog
- voetstuk
- voetstap
- voetslet
- spoorweg
- voetnoot
- smalspoor
- voetangel
- spoorbrug
- spoorlijn
- spoorrail
- spoorloos
- tweevoets
- klompvoet
- lotusvoet
- spoorfiets
- vastvoetig
- sporendoos
- barrevoets
- tweevoeter
- karrespoor
- viervoeter
- voetafdruk
- blootvoets
- voetknecht
- bloedspoor
- tweevoetig
- dwaalspoor
- voetganger
- enkelspoor
- dubbelspoor
- karrenspoor
- stampvoeten
- tegenvoeter
- spoortunnel
- voetsoldaat
- lichtvoetig
- blootsvoets
- buitensporig
- zwartvoetpinguïn