tegenvuur
Dutch (Brabantic)
/ˈteː.ɣə(n)ˌvyːr/
noun
Definitions
- (military) return fire, counterfire
- (forestry) A fire started to limit the damage or extent of an ongoing fire, especially in order to combat wildfires.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish tegen (against, counter-, counter, opposite, contra-, anti) + Dutch, Flemish vuur (fire, inflammation, infection).
Origin
Dutch (Brabantic)
vuur
Gloss
fire, inflammation, infection
Concept
Semantic Field
The physical world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
火
Emoji
☀️ 🌋 🌞 🐉 🐲 🔥 🕯️ 🚒 🧯
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- artillerievuur Dutch, Flemish
- bacterievuur Dutch, Flemish
- geweervuur Dutch, Flemish
- granaatvuur Dutch, Flemish
- grauwvuur Dutch, Flemish
- hemelvuur Dutch, Flemish
- houtskoolvuur Dutch, Flemish
- kampvuur Dutch, Flemish
- miltvuur Dutch, Flemish
- paasvuur Dutch, Flemish
- perenvuur Dutch, Flemish
- roffelvuur Dutch, Flemish
- spervuur Dutch, Flemish
- tegen Dutch, Flemish
- tegenaanval Dutch, Flemish
- tegenbegroting Dutch, Flemish
- tegenbericht Dutch, Flemish
- tegencoup Dutch, Flemish
- tegencultuur Dutch, Flemish
- tegendeel Dutch, Flemish
- tegendemonstrant Dutch, Flemish
- tegengaan Dutch, Flemish
- tegengif Dutch, Flemish
- tegengift Dutch, Flemish
- tegenhanger Dutch, Flemish
- tegenhouden Dutch, Flemish
- tegenkomen Dutch, Flemish
- tegenligger Dutch, Flemish
- tegenmijn Dutch, Flemish
- tegenmijnen Dutch, Flemish
- tegenoffensief Dutch, Flemish
- tegenpartij Dutch, Flemish
- tegenpaus Dutch, Flemish
- tegenploeg Dutch, Flemish
- tegenslag Dutch, Flemish
- tegenspartelen Dutch, Flemish
- tegenspeler Dutch, Flemish
- tegenspoed Dutch, Flemish
- tegenspraak Dutch, Flemish
- tegenspreken Dutch, Flemish
- tegenstaan Dutch, Flemish
- tegenstaatsgreep Dutch, Flemish
- tegenstelling Dutch, Flemish
- tegenstreven Dutch, Flemish
- tegenvallen Dutch, Flemish
- tegenvoeter Dutch, Flemish
- tegenwerken Dutch, Flemish
- tegenwerpen Dutch, Flemish
- tegenwicht Dutch, Flemish
- tegenwind Dutch, Flemish
- tegenwoordig Dutch, Flemish
- tegenzin Dutch, Flemish
- tegenzitten Dutch, Flemish
- trommelvuur Dutch, Flemish
- vagevuur Dutch, Flemish
- vuren Dutch, Flemish
- vurig Dutch, Flemish
- vuur Dutch, Flemish
- vuurbaak Dutch, Flemish
- vuurbaken Dutch, Flemish
- vuurblusser Dutch, Flemish
- vuurbol Dutch, Flemish
- vuurdood Dutch, Flemish
- vuurdoop Dutch, Flemish
- vuurduivel Dutch, Flemish
- vuurgevecht Dutch, Flemish
- vuurkorf Dutch, Flemish
- vuurkracht Dutch, Flemish
- vuurmond Dutch, Flemish
- vuurmuur Dutch, Flemish
- vuurpijl Dutch, Flemish
- vuurroer Dutch, Flemish
- vuurrood Dutch, Flemish
- vuursein Dutch, Flemish
- vuursignaal Dutch, Flemish
- vuurspuwer Dutch, Flemish
- vuursteen Dutch, Flemish
- vuurtoren Dutch, Flemish
- vuurvlieg Dutch, Flemish
- vuurvlinder Dutch, Flemish
- vuurvogel Dutch, Flemish
- vuurwapen Dutch, Flemish
- vuurwater Dutch, Flemish
- vuurwerk Dutch, Flemish
- vuurzee Dutch, Flemish
- tegen Middle Dutch
- vuur Middle Dutch
- teen Afrikaans
- vuur Afrikaans
- fuïr, fuir Old Dutch
- vuur
- vuren
- vurig
- tegen
- vuurzee
- vuurbol
- vuurpijl
- vuurrood
- vuurmuur
- paasvuur
- vuurmond
- vuurkorf
- vuurwerk
- vagevuur
- vuurdood
- vuurbaak
- tegenzin
- kampvuur
- miltvuur
- spervuur
- vuurdoop
- tegengif
- vuurroer
- vuursein
- tegencoup
- vuurvlieg
- vuurvogel
- vuurwapen
- tegengift
- tegendeel
- tegenpaus
- tegenslag
- vuurtoren
- vuurwater
- vuurbaken
- tegenmijn
- vuursteen
- tegengaan
- hemelvuur
- grauwvuur
- tegenwind
- perenvuur
- vuurkracht
- roffelvuur
- tegenstaan
- tegenspoed
- tegenwicht
- tegenploeg
- geweervuur
- tegenkomen
- vuurduivel
- vuurspuwer
- tegenpartij
- granaatvuur
- vuursignaal
- tegenzitten
- vuurblusser
- trommelvuur
- tegenwerken
- tegenhouden
- tegenspeler
- tegenwerpen
- tegenligger
- tegenaanval
- tegenvoeter
- tegenhanger
- vuurvlinder
- vuurgevecht
- tegenvallen
- tegenmijnen
- tegenspraak
- tegenspreken
- tegenwoordig
- bacterievuur
- tegenstreven
- tegencultuur
- tegenbericht
- houtskoolvuur
- tegenstelling
- tegenbegroting
- tegenoffensief
- artillerievuur
- tegenspartelen
- tegendemonstrant
- tegenstaatsgreep