aandachttrekkerij
Dutch (Brabantic)
/ˈaːn.dɑx.trɛ.kəˌrɛi̯/
noun
Definitions
- the drawing of attention (in an irritating manner)
Etymology
Affix from Dutch, Flemish aandacht (attention, care) + Dutch, Flemish trekken (pull, draw, migrate, drag, tear, be windy, trek, air, pluck).
Origin
Dutch (Brabantic)
trekken
Gloss
pull, draw, migrate, drag, tear, be windy, trek, air, pluck
Concept
Semantic Field
Basic actions and technology
Ontological Category
Action/Process
Kanji
泪, 涙
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aan Dutch, Flemish
- aandacht Dutch, Flemish
- aandachtig Dutch, Flemish
- aandachtsaspect Dutch, Flemish
- aandachtsgebied Dutch, Flemish
- aandachtsgroep Dutch, Flemish
- aandachtshoer Dutch, Flemish
- aandachtspunt Dutch, Flemish
- aandachtsstoornis Dutch, Flemish
- aandachtsstreep Dutch, Flemish
- aandachtsteken Dutch, Flemish
- aandachtsterrein Dutch, Flemish
- aandachtstreep Dutch, Flemish
- aandachtstrekker Dutch, Flemish
- aandachtsveld Dutch, Flemish
- aandachtsverlies Dutch, Flemish
- aandachttrekker Dutch, Flemish
- aantrekken Dutch, Flemish
- aftrekken Dutch, Flemish
- betrekken Dutch, Flemish
- binnentrekken Dutch, Flemish
- dacht Dutch, Flemish
- doortrekken Dutch, Flemish
- intrekken Dutch, Flemish
- lijsttrekker Dutch, Flemish
- lostrekken Dutch, Flemish
- omtrekken Dutch, Flemish
- onttrekken Dutch, Flemish
- optrekken Dutch, Flemish
- overtrekken Dutch, Flemish
- rechttrekken Dutch, Flemish
- rondtrekken Dutch, Flemish
- samentrekken Dutch, Flemish
- steuntrekker Dutch, Flemish
- terugtrekken Dutch, Flemish
- treintrekker Dutch, Flemish
- trekbiljart Dutch, Flemish
- trekdier Dutch, Flemish
- trekkast Dutch, Flemish
- trekken Dutch, Flemish
- trekker Dutch, Flemish
- trekpaard Dutch, Flemish
- trekpop Dutch, Flemish
- trekschuit Dutch, Flemish
- treksprinkhaan Dutch, Flemish
- trekvaart Dutch, Flemish
- trekvis Dutch, Flemish
- trekvogel Dutch, Flemish
- trekwild Dutch, Flemish
- trekzak Dutch, Flemish
- uittrekken Dutch, Flemish
- vertrekken Dutch, Flemish
- voltrekken Dutch, Flemish
- voortrekken Dutch, Flemish
- voorttrekken Dutch, Flemish
- worteltrekken Dutch, Flemish
- aendachte Middle Dutch
- trecken Middle Dutch
- trekken Middle Dutch
- trek Afrikaans
- trèk Papiamentu
- aan
- dacht
- trekker
- trekzak
- trekken
- trekpop
- trekvis
- trekkast
- trekwild
- aandacht
- trekdier
- trekvaart
- trekpaard
- betrekken
- intrekken
- aftrekken
- trekvogel
- optrekken
- omtrekken
- trekschuit
- aantrekken
- uittrekken
- voltrekken
- aandachtig
- lostrekken
- onttrekken
- vertrekken
- rondtrekken
- trekbiljart
- doortrekken
- voortrekken
- overtrekken
- terugtrekken
- steuntrekker
- voorttrekken
- treintrekker
- lijsttrekker
- rechttrekken
- samentrekken
- aandachtshoer
- aandachtspunt
- aandachtsveld
- binnentrekken
- worteltrekken
- aandachtsgroep
- aandachtsteken
- treksprinkhaan
- aandachtstreep
- aandachtsgebied
- aandachtsaspect
- aandachttrekker
- aandachtsstreep
- aandachtstrekker
- aandachtsterrein
- aandachtsverlies
- aandachtsstoornis