aandachtsstreep
Dutch (Brabantic)
/ˈaːn.dɑxtˌstreːp/
noun
Definitions
- em dash of en dash, used to denote a break in a sentence or to set off parenthetical statements
Etymology
Affix from Dutch, Flemish aandacht (attention, care) + Dutch, Flemish streep (line, stripe).
Origin
Dutch (Brabantic)
streep
Gloss
line, stripe
Concept
Semantic Field
Spatial relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
線
Emoji
🎣 📏 📐
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aalstreep Dutch, Flemish
- aan Dutch, Flemish
- aandacht Dutch, Flemish
- aandachtig Dutch, Flemish
- aandachtsaspect Dutch, Flemish
- aandachtsgebied Dutch, Flemish
- aandachtsgroep Dutch, Flemish
- aandachtshoer Dutch, Flemish
- aandachtspunt Dutch, Flemish
- aandachtsstoornis Dutch, Flemish
- aandachtsteken Dutch, Flemish
- aandachtsterrein Dutch, Flemish
- aandachtstreep Dutch, Flemish
- aandachtstrekker Dutch, Flemish
- aandachtsveld Dutch, Flemish
- aandachtsverlies Dutch, Flemish
- aandachttrekker Dutch, Flemish
- aandachttrekkerij Dutch, Flemish
- aanstrepen Dutch, Flemish
- breukstreep Dutch, Flemish
- dacht Dutch, Flemish
- gedachtestreep Dutch, Flemish
- maatstreep Dutch, Flemish
- streep Dutch, Flemish
- streepkleur Dutch, Flemish
- strepen Dutch, Flemish
- setrip Indonesian
- aendachte Middle Dutch
- strepe Middle Dutch
- aan
- dacht
- streep
- strepen
- aandacht
- aalstreep
- aandachtig
- maatstreep
- aanstrepen
- breukstreep
- streepkleur
- aandachtshoer
- aandachtspunt
- aandachtsveld
- aandachtsgroep
- gedachtestreep
- aandachtsteken
- aandachtstreep
- aandachtsgebied
- aandachttrekker
- aandachtsaspect
- aandachtstrekker
- aandachtsterrein
- aandachtsverlies
- aandachtsstoornis
- aandachttrekkerij