weerkaart
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- (meteorology) weather map, weather chart
Etymology
Affix from Dutch, Flemish weer (weather, again, back, defence, man, were, counter, unweather, resistance, defense, against) + Dutch, Flemish kaart (card, map, document).
Origin
Dutch (Brabantic)
kaart
Gloss
card, map, document
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
♠️ ♣️ ♥️ ♦️ 🃏 🎴 💳️ 📇 🗂️ 🗃️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- alweer Dutch, Flemish
- borstweer Dutch, Flemish
- brandweer Dutch, Flemish
- briefkaart Dutch, Flemish
- cadeaukaart Dutch, Flemish
- fietskaart Dutch, Flemish
- geluidskaart Dutch, Flemish
- grensweer Dutch, Flemish
- hemelkaart Dutch, Flemish
- hondenweer Dutch, Flemish
- identiteitskaart Dutch, Flemish
- kaart Dutch, Flemish
- kaarten Dutch, Flemish
- kaartenbak Dutch, Flemish
- kaartenboek Dutch, Flemish
- kaartenhuis Dutch, Flemish
- kaartspel Dutch, Flemish
- kerstkaart Dutch, Flemish
- klantenkaart Dutch, Flemish
- kredietkaart Dutch, Flemish
- kwakkelweer Dutch, Flemish
- landkaart Dutch, Flemish
- landweer Dutch, Flemish
- noodweer Dutch, Flemish
- onweer Dutch, Flemish
- pokkenweer Dutch, Flemish
- postkaart Dutch, Flemish
- rouwkaart Dutch, Flemish
- ruilkaart Dutch, Flemish
- spijskaart Dutch, Flemish
- staalkaart Dutch, Flemish
- steekkaart Dutch, Flemish
- strandweer Dutch, Flemish
- strippenkaart Dutch, Flemish
- toegangskaart Dutch, Flemish
- troefkaart Dutch, Flemish
- vriesweer Dutch, Flemish
- wandkaart Dutch, Flemish
- weer Dutch, Flemish
- weeral Dutch, Flemish
- weerbeer Dutch, Flemish
- weerbericht Dutch, Flemish
- weerbestendig Dutch, Flemish
- weerbom Dutch, Flemish
- weergeld Dutch, Flemish
- weergeven Dutch, Flemish
- weerglans Dutch, Flemish
- weerhaak Dutch, Flemish
- weerhaan Dutch, Flemish
- weerjaguar Dutch, Flemish
- weerklank Dutch, Flemish
- weerkunde Dutch, Flemish
- weerloos Dutch, Flemish
- weerman Dutch, Flemish
- weerpluim Dutch, Flemish
- weersomstandigheid Dutch, Flemish
- weerssituatie Dutch, Flemish
- weerstation Dutch, Flemish
- weersverwachting Dutch, Flemish
- weersvoorspelling Dutch, Flemish
- weervast Dutch, Flemish
- weervrouw Dutch, Flemish
- weerwolf Dutch, Flemish
- wegenkaart Dutch, Flemish
- wereldkaart Dutch, Flemish
- carta Portuguese
- *wiþra Proto-Germanic
- cāerte Middle Dutch
- brandweer Afrikaans
- kaart Afrikaans
- weer
- kaart
- weeral
- alweer
- onweer
- weerman
- kaarten
- weerbom
- weerwolf
- landweer
- weerloos
- noodweer
- weervast
- weerbeer
- weergeld
- weerhaan
- weerhaak
- rouwkaart
- weerpluim
- weervrouw
- postkaart
- weergeven
- weerkunde
- brandweer
- landkaart
- borstweer
- weerklank
- grensweer
- wandkaart
- vriesweer
- weerglans
- kaartspel
- ruilkaart
- hondenweer
- fietskaart
- pokkenweer
- steekkaart
- strandweer
- weerjaguar
- briefkaart
- hemelkaart
- staalkaart
- spijskaart
- kaartenbak
- kerstkaart
- wegenkaart
- troefkaart
- cadeaukaart
- weerstation
- weerbericht
- wereldkaart
- kaartenboek
- kaartenhuis
- kwakkelweer
- geluidskaart
- klantenkaart
- kredietkaart
- strippenkaart
- weerbestendig
- toegangskaart
- weerssituatie
- identiteitskaart
- weersverwachting
- weersvoorspelling
- weersomstandigheid