te
Dutch (Brabantic)
/tə/
adv
Definitions
- too indicating excess
Etymology
Inherited from Old Dutch te inherited from Proto-Germanic *ta (totowards, to).
Origin
Proto-Germanic
*ta
Gloss
totowards, to
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Mund-zu-Mund-Beatmung German
- jetzt German
- nahezu German
- rückzu German
- zu German
- zuallerallererst German
- zuallererst German
- zudem German
- zugrunde German
- zugute German
- zukommen German
- zulangen German
- zulegen German
- zuleide German
- zuletzt German
- zuliefern German
- zumindest German
- zuteilen German
- zutun German
- zuziehen German
- althans Dutch, Flemish
- begrotingstekort Dutch, Flemish
- bejaardentehuis Dutch, Flemish
- desalniettemin Dutch, Flemish
- hand Dutch, Flemish
- huis Dutch, Flemish
- kindertehuis Dutch, Flemish
- kort Dutch, Flemish
- laat Dutch, Flemish
- min Dutch, Flemish
- naar Dutch, Flemish
- niet Dutch, Flemish
- niettemin Dutch, Flemish
- onterecht Dutch, Flemish
- recht Dutch, Flemish
- rug Dutch, Flemish
- schijn Dutch, Flemish
- tehuis Dutch, Flemish
- tekort Dutch, Flemish
- terecht Dutch, Flemish
- terechthelpen Dutch, Flemish
- terechtkomen Dutch, Flemish
- terechtstellen Dutch, Flemish
- terechtwijzen Dutch, Flemish
- terug Dutch, Flemish
- terugbellen Dutch, Flemish
- terugblik Dutch, Flemish
- terugbrengen Dutch, Flemish
- terugdringen Dutch, Flemish
- terugfluiten Dutch, Flemish
- teruggaan Dutch, Flemish
- teruggave Dutch, Flemish
- teruggeven Dutch, Flemish
- teruggrijpen Dutch, Flemish
- terughalen Dutch, Flemish
- terugkaatsen Dutch, Flemish
- terugkeren Dutch, Flemish
- terugkijken Dutch, Flemish
- terugkomen Dutch, Flemish
- teruglopen Dutch, Flemish
- terugnemen Dutch, Flemish
- terugplooien Dutch, Flemish
- terugreis Dutch, Flemish
- terugschrikken Dutch, Flemish
- terugspoelen Dutch, Flemish
- terugstellen Dutch, Flemish
- terugsturen Dutch, Flemish
- terugtocht Dutch, Flemish
- terugtreden Dutch, Flemish
- terugtrekken Dutch, Flemish
- teruguit Dutch, Flemish
- terugval Dutch, Flemish
- terugvallen Dutch, Flemish
- terugvinden Dutch, Flemish
- terugwaarts Dutch, Flemish
- terugzetten Dutch, Flemish
- terugzien Dutch, Flemish
- teveel Dutch, Flemish
- tevergeefs Dutch, Flemish
- tevoorschijn Dutch, Flemish
- thans Dutch, Flemish
- thuis Dutch, Flemish
- thuisbezorgen Dutch, Flemish
- thuisblijver Dutch, Flemish
- thuisfront Dutch, Flemish
- thuisgevoel Dutch, Flemish
- thuishaven Dutch, Flemish
- thuishoren Dutch, Flemish
- thuiskomen Dutch, Flemish
- thuiskomst Dutch, Flemish
- thuisland Dutch, Flemish
- thuisonderwijs Dutch, Flemish
- thuisstudie Dutch, Flemish
- thuisvaarder Dutch, Flemish
- thuiswaarts Dutch, Flemish
- thuiswerk Dutch, Flemish
- veel Dutch, Flemish
- vergeefs Dutch, Flemish
- voor Dutch, Flemish
- vraagtekort Dutch, Flemish
- *do Proto-Indo-European
- *h₂yew- Proto-Indo-European
- *ta Proto-Germanic
- te Old English
- tekor Indonesian
- telat Indonesian
- tenar Indonesian
- te Middle Dutch
- te huus Middle Dutch
- tehande, t(e)hande Middle Dutch
- tevergeves Middle Dutch
- thuus Middle Dutch
- za Old High German
- zi Old High German
- tans Afrikaans
- te Afrikaans
- tuis Afrikaans
- ze Middle High German
- zuo Middle High German
- te Old Dutch
- zo Cimbrian
- min
- rug
- niet
- naar
- veel
- hand
- voor
- laat
- huis
- kort
- thuis
- recht
- thans
- terug
- schijn
- tekort
- teveel
- tehuis
- terecht
- althans
- terugval
- teruguit
- vergeefs
- thuisland
- terugreis
- terugblik
- thuiswerk
- onterecht
- terugzien
- niettemin
- teruggaan
- teruggave
- terughalen
- thuishaven
- teruggeven
- thuiskomst
- terugkeren
- terugnemen
- teruglopen
- thuiskomen
- thuisfront
- tevergeefs
- thuishoren
- terugtocht
- terugkomen
- terugsturen
- thuisgevoel
- terugwaarts
- terugbellen
- terugzetten
- vraagtekort
- thuisstudie
- terugvinden
- terugkijken
- thuiswaarts
- terugvallen
- terugtreden
- terugtrekken
- terugdringen
- terechtkomen
- tevoorschijn
- thuisblijver
- kindertehuis
- terugfluiten
- teruggrijpen
- terugbrengen
- terugspoelen
- thuisvaarder
- terugstellen
- terugplooien
- terugkaatsen
- thuisbezorgen
- terechtwijzen
- terechthelpen
- terugschrikken
- terechtstellen
- thuisonderwijs
- desalniettemin
- bejaardentehuis
- begrotingstekort