krijgshamer
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- war hammer
Etymology
Compound from Dutch, Flemish krijg (war, battle) + Dutch, Flemish hamer (hammer).
Origin
Dutch (Brabantic)
hamer
Gloss
hammer
Concept
Semantic Field
Basic actions and technology
Ontological Category
Action/Process
Emoji
⚒️ 🛠️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- beukhamer Dutch, Flemish
- bilhamer Dutch, Flemish
- burgerkrijg Dutch, Flemish
- deurhamer Dutch, Flemish
- hamer Dutch, Flemish
- hameren Dutch, Flemish
- hamerhaai Dutch, Flemish
- hamerstuk Dutch, Flemish
- krijg Dutch, Flemish
- krijger Dutch, Flemish
- krijgsbuit Dutch, Flemish
- krijgsgerecht Dutch, Flemish
- krijgsgevangen Dutch, Flemish
- krijgsgevangene Dutch, Flemish
- krijgsgevangenschap Dutch, Flemish
- krijgsgod Dutch, Flemish
- krijgsgodin Dutch, Flemish
- krijgshaftig Dutch, Flemish
- krijgsheer Dutch, Flemish
- krijgsmacht Dutch, Flemish
- krijgsman Dutch, Flemish
- krijgsraad Dutch, Flemish
- krijgstocht Dutch, Flemish
- krijgsverrichting Dutch, Flemish
- sneedhamer Dutch, Flemish
- strijdhamer Dutch, Flemish
- vleeshamer Dutch, Flemish
- voorhamer Dutch, Flemish
- wereldkrijg Dutch, Flemish
- crijch Middle Dutch
- hāmer Middle Dutch
- hamer Afrikaans
- krijg
- hamer
- hameren
- krijger
- bilhamer
- deurhamer
- krijgsgod
- krijgsman
- voorhamer
- hamerstuk
- hamerhaai
- beukhamer
- vleeshamer
- krijgsheer
- krijgsraad
- krijgsbuit
- sneedhamer
- wereldkrijg
- burgerkrijg
- krijgsgodin
- krijgstocht
- krijgsmacht
- strijdhamer
- krijgshaftig
- krijgsgerecht
- krijgsgevangen
- krijgsgevangene
- krijgsverrichting
- krijgsgevangenschap