doodgaan
Dutch (Brabantic)
/ˈdoːtxaːn/
verb
Definitions
- (intransitive) to die
Etymology
Compound from Dutch, Flemish dood (death, dead) + Dutch, Flemish gaan (go, walk).
Origin
Dutch (Brabantic)
gaan
Gloss
go, walk
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Action/Process
Kanji
歩
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aangaan Dutch, Flemish
- achteruitgaan Dutch, Flemish
- afgaan Dutch, Flemish
- begaan Dutch, Flemish
- binnengaan Dutch, Flemish
- dichtgaan Dutch, Flemish
- dode Dutch, Flemish
- dodelijk Dutch, Flemish
- dodenrijk Dutch, Flemish
- dood Dutch, Flemish
- doodbidder Dutch, Flemish
- doodbliksemen Dutch, Flemish
- doodbloeden Dutch, Flemish
- doodboek Dutch, Flemish
- doodbus Dutch, Flemish
- doodcedel Dutch, Flemish
- doodceel Dutch, Flemish
- dooddoener Dutch, Flemish
- doodeenvoudig Dutch, Flemish
- doodeng Dutch, Flemish
- doodgraver Dutch, Flemish
- doodklok Dutch, Flemish
- doodkoud Dutch, Flemish
- doodkrank Dutch, Flemish
- doodleuk Dutch, Flemish
- doodlopen Dutch, Flemish
- doodmoe Dutch, Flemish
- doodrijden Dutch, Flemish
- doodrijder Dutch, Flemish
- doods Dutch, Flemish
- doodsangst Dutch, Flemish
- doodsbang Dutch, Flemish
- doodsbed Dutch, Flemish
- doodsbedreiging Dutch, Flemish
- doodsbleek Dutch, Flemish
- doodsengel Dutch, Flemish
- doodseskader Dutch, Flemish
- doodsgevaar Dutch, Flemish
- doodshoofd Dutch, Flemish
- doodskamp Dutch, Flemish
- doodskist Dutch, Flemish
- doodsklok Dutch, Flemish
- doodskop Dutch, Flemish
- doodslag Dutch, Flemish
- doodsmaal Dutch, Flemish
- doodsmoe Dutch, Flemish
- doodsoorzaak Dutch, Flemish
- doodsstond Dutch, Flemish
- doodsstrijd Dutch, Flemish
- doodstil Dutch, Flemish
- doodstraf Dutch, Flemish
- doodstrijd Dutch, Flemish
- doodsverachting Dutch, Flemish
- doodswens Dutch, Flemish
- doodtij Dutch, Flemish
- doodvonnis Dutch, Flemish
- doodziek Dutch, Flemish
- doodzonde Dutch, Flemish
- doorgaan Dutch, Flemish
- gaan Dutch, Flemish
- gaander Dutch, Flemish
- gaans Dutch, Flemish
- heengaan Dutch, Flemish
- hersendood Dutch, Flemish
- hongerdood Dutch, Flemish
- ingaan Dutch, Flemish
- kapotgaan Dutch, Flemish
- kostganger Dutch, Flemish
- kruisdood Dutch, Flemish
- meegaan Dutch, Flemish
- misgaan Dutch, Flemish
- monddood Dutch, Flemish
- nagaan Dutch, Flemish
- omgaan Dutch, Flemish
- ondergaan Dutch, Flemish
- ontgaan Dutch, Flemish
- opengaan Dutch, Flemish
- opgaan Dutch, Flemish
- overgaan Dutch, Flemish
- schuilgaan Dutch, Flemish
- stukgaan Dutch, Flemish
- taaldood Dutch, Flemish
- tegengaan Dutch, Flemish
- teloorgaan Dutch, Flemish
- teruggaan Dutch, Flemish
- uitgaan Dutch, Flemish
- verdergaan Dutch, Flemish
- verdrinkingsdood Dutch, Flemish
- vergaan Dutch, Flemish
- voorafgaan Dutch, Flemish
- voorbijgaan Dutch, Flemish
- voorgaan Dutch, Flemish
- voortgaan Dutch, Flemish
- vooruitgaan Dutch, Flemish
- vreemdgaan Dutch, Flemish
- vuurdood Dutch, Flemish
- weggaan Dutch, Flemish
- dôot Middle Dutch
- gâen Middle Dutch
- dood Afrikaans
- doodgaan Afrikaans
- gaan Afrikaans
- dood
- gaan
- dode
- doods
- gaans
- ingaan
- opgaan
- nagaan
- afgaan
- omgaan
- begaan
- ontgaan
- aangaan
- doodbus
- uitgaan
- doodeng
- misgaan
- gaander
- vergaan
- meegaan
- weggaan
- doodmoe
- doodtij
- stukgaan
- heengaan
- doodkoud
- dodelijk
- doodceel
- doodstil
- doorgaan
- doodboek
- doodklok
- doodskop
- vuurdood
- opengaan
- taaldood
- doodleuk
- doodsbed
- doodslag
- overgaan
- doodsmoe
- doodziek
- monddood
- voorgaan
- doodzonde
- doodskamp
- dodenrijk
- doodsmaal
- doodstraf
- voortgaan
- kapotgaan
- doodskist
- doodcedel
- tegengaan
- kruisdood
- ondergaan
- teruggaan
- dichtgaan
- doodsbang
- doodkrank
- doodswens
- doodlopen
- doodsklok
- doodsengel
- doodrijden
- voorafgaan
- binnengaan
- doodstrijd
- dooddoener
- vreemdgaan
- hersendood
- doodsangst
- teloorgaan
- schuilgaan
- doodgraver
- doodbidder
- doodsstond
- hongerdood
- kostganger
- doodvonnis
- doodrijder
- verdergaan
- doodshoofd
- doodsbleek
- vooruitgaan
- doodbloeden
- doodsgevaar
- voorbijgaan
- doodsstrijd
- doodsoorzaak
- doodseskader
- doodbliksemen
- achteruitgaan
- doodeenvoudig
- doodsbedreiging
- doodsverachting
- verdrinkingsdood