doodstraf
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- death sentence, capital punishment
Etymology
Compound from Dutch, Flemish dood (death, dead) + Dutch, Flemish straf (punishment, penalty, sanction).
Origin
Dutch (Brabantic)
straf
Gloss
punishment, penalty, sanction
Concept
Semantic Field
Law
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- celstraf Dutch, Flemish
- dode Dutch, Flemish
- dodelijk Dutch, Flemish
- dodenrijk Dutch, Flemish
- dood Dutch, Flemish
- doodbidder Dutch, Flemish
- doodbliksemen Dutch, Flemish
- doodbloeden Dutch, Flemish
- doodboek Dutch, Flemish
- doodbus Dutch, Flemish
- doodcedel Dutch, Flemish
- doodceel Dutch, Flemish
- dooddoener Dutch, Flemish
- doodeenvoudig Dutch, Flemish
- doodeng Dutch, Flemish
- doodgaan Dutch, Flemish
- doodgraver Dutch, Flemish
- doodklok Dutch, Flemish
- doodkoud Dutch, Flemish
- doodkrank Dutch, Flemish
- doodleuk Dutch, Flemish
- doodlopen Dutch, Flemish
- doodmoe Dutch, Flemish
- doodrijden Dutch, Flemish
- doodrijder Dutch, Flemish
- doods Dutch, Flemish
- doodsangst Dutch, Flemish
- doodsbang Dutch, Flemish
- doodsbed Dutch, Flemish
- doodsbedreiging Dutch, Flemish
- doodsbleek Dutch, Flemish
- doodsengel Dutch, Flemish
- doodseskader Dutch, Flemish
- doodsgevaar Dutch, Flemish
- doodshoofd Dutch, Flemish
- doodskamp Dutch, Flemish
- doodskist Dutch, Flemish
- doodsklok Dutch, Flemish
- doodskop Dutch, Flemish
- doodslag Dutch, Flemish
- doodsmaal Dutch, Flemish
- doodsmoe Dutch, Flemish
- doodsoorzaak Dutch, Flemish
- doodsstond Dutch, Flemish
- doodsstrijd Dutch, Flemish
- doodstil Dutch, Flemish
- doodstrijd Dutch, Flemish
- doodsverachting Dutch, Flemish
- doodswens Dutch, Flemish
- doodtij Dutch, Flemish
- doodvonnis Dutch, Flemish
- doodziek Dutch, Flemish
- doodzonde Dutch, Flemish
- geldstraf Dutch, Flemish
- gevangenisstraf Dutch, Flemish
- hersendood Dutch, Flemish
- hongerdood Dutch, Flemish
- kruisdood Dutch, Flemish
- monddood Dutch, Flemish
- straf Dutch, Flemish
- strafadvocaat Dutch, Flemish
- strafblad Dutch, Flemish
- strafcorner Dutch, Flemish
- strafexpeditie Dutch, Flemish
- straffeloos Dutch, Flemish
- strafkamp Dutch, Flemish
- strafkolonie Dutch, Flemish
- strafmaat Dutch, Flemish
- strafpleiter Dutch, Flemish
- strafpunt Dutch, Flemish
- strafrecht Dutch, Flemish
- strafschop Dutch, Flemish
- strafstudie Dutch, Flemish
- strafwerk Dutch, Flemish
- taakstraf Dutch, Flemish
- taaldood Dutch, Flemish
- verdrinkingsdood Dutch, Flemish
- vrijheidsstraf Dutch, Flemish
- vuurdood Dutch, Flemish
- werkstraf Dutch, Flemish
- setrap Indonesian
- dôot Middle Dutch
- dood Afrikaans
- strafu Sranan Tongo
- dode
- dood
- straf
- doods
- doodbus
- doodmoe
- doodeng
- doodtij
- celstraf
- dodelijk
- doodstil
- doodboek
- taaldood
- doodsbed
- doodziek
- doodgaan
- doodkoud
- doodceel
- doodklok
- doodskop
- vuurdood
- doodleuk
- doodslag
- doodsmoe
- monddood
- strafblad
- doodzonde
- doodskamp
- geldstraf
- strafkamp
- strafwerk
- strafmaat
- kruisdood
- doodkrank
- werkstraf
- dodenrijk
- strafpunt
- doodsmaal
- doodskist
- doodcedel
- doodsbang
- doodswens
- doodlopen
- doodsklok
- taakstraf
- doodrijden
- doodstrijd
- dooddoener
- doodbidder
- doodsstond
- hongerdood
- doodvonnis
- doodshoofd
- doodsbleek
- doodgraver
- doodsengel
- doodsangst
- hersendood
- strafschop
- doodrijder
- strafrecht
- doodsgevaar
- strafstudie
- strafcorner
- doodsstrijd
- straffeloos
- doodbloeden
- doodsoorzaak
- doodseskader
- strafkolonie
- strafpleiter
- doodbliksemen
- strafadvocaat
- doodeenvoudig
- strafexpeditie
- vrijheidsstraf
- doodsbedreiging
- doodsverachting
- gevangenisstraf
- verdrinkingsdood