rechtvaardig
Dutch (Brabantic)
/ˌrɛxtˈfaːr.dəx/
adj
Definitions
- fair, just
Etymology
Inherited from Middle Dutch rechtverdich affix from Dutch, Flemish recht (right, law, straight, justice, privilege, a right) + Dutch, Flemish vaart (navigation, sailing, journey, canal, way, trip, shipping, waterway, travel, going, a canal, a trip by boat)+ Dutch, Flemish ig (-y, -ish, y, -ed, -ful, -ive, -ous).
Origin
Dutch (Brabantic)
ig
Gloss
-y, -ish, y, -ed, -ful, -ive, -ous
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- -en Dutch, Flemish
- -ing Dutch, Flemish
- Hemelvaartsdag Dutch, Flemish
- achteruitvaart Dutch, Flemish
- afvaart Dutch, Flemish
- alleenrecht Dutch, Flemish
- auteursrecht Dutch, Flemish
- bedevaart Dutch, Flemish
- beklemkrecht Dutch, Flemish
- binnenvaart Dutch, Flemish
- burgerrecht Dutch, Flemish
- collatierecht Dutch, Flemish
- dagvaart Dutch, Flemish
- dijkrecht Dutch, Flemish
- eerstgeboorterecht Dutch, Flemish
- geboorterecht Dutch, Flemish
- gewoonterecht Dutch, Flemish
- grondrecht Dutch, Flemish
- gruitrecht Dutch, Flemish
- handelsvaart Dutch, Flemish
- havenrecht Dutch, Flemish
- hemelvaart Dutch, Flemish
- hoederecht Dutch, Flemish
- ig Dutch, Flemish
- kaapvaart Dutch, Flemish
- kaarsrecht Dutch, Flemish
- kiesrecht Dutch, Flemish
- kruisvaart Dutch, Flemish
- leenrecht Dutch, Flemish
- lijnrecht Dutch, Flemish
- loodrecht Dutch, Flemish
- luchtvaart Dutch, Flemish
- mensenrechten Dutch, Flemish
- natuurrecht Dutch, Flemish
- ontslagrecht Dutch, Flemish
- pleziervaart Dutch, Flemish
- publiekrecht Dutch, Flemish
- recht Dutch, Flemish
- rechtbank Dutch, Flemish
- rechthoek Dutch, Flemish
- rechthoekig Dutch, Flemish
- rechtlijnig Dutch, Flemish
- rechtmatig Dutch, Flemish
- rechtop Dutch, Flemish
- rechtsgebied Dutch, Flemish
- rechtsgeding Dutch, Flemish
- rechtsgeleerde Dutch, Flemish
- rechtsgeleerdheid Dutch, Flemish
- rechtsgeschiedkundige Dutch, Flemish
- rechtsmacht Dutch, Flemish
- rechtsorde Dutch, Flemish
- rechtspleging Dutch, Flemish
- rechtspraak Dutch, Flemish
- rechtsprocedure Dutch, Flemish
- rechtsstaat Dutch, Flemish
- rechtswetenschap Dutch, Flemish
- rechtszaak Dutch, Flemish
- rechtszaal Dutch, Flemish
- rechttrekken Dutch, Flemish
- rechtvaardigen Dutch, Flemish
- rechtvaardigheid Dutch, Flemish
- rechtvaardigheidsgevoel Dutch, Flemish
- rechtvaardiging Dutch, Flemish
- rechtzaal Dutch, Flemish
- rechtzetten Dutch, Flemish
- regelrecht Dutch, Flemish
- rondvaart Dutch, Flemish
- rotvaart Dutch, Flemish
- ruimtevaart Dutch, Flemish
- scheepvaart Dutch, Flemish
- snuivervaart Dutch, Flemish
- stadsrecht Dutch, Flemish
- standvastig Dutch, Flemish
- stemrecht Dutch, Flemish
- strafrecht Dutch, Flemish
- strijdvaardig Dutch, Flemish
- terecht Dutch, Flemish
- trekvaart Dutch, Flemish
- vaardig Dutch, Flemish
- vaart Dutch, Flemish
- vetorecht Dutch, Flemish
- volkenrecht Dutch, Flemish
- voorrecht Dutch, Flemish
- walvisvaart Dutch, Flemish
- wederrechtelijk Dutch, Flemish
- welvaart Dutch, Flemish
- wisselvallig Dutch, Flemish
- zeevaart Dutch, Flemish
- zelfbeschikkingsrecht Dutch, Flemish
- couler French
- hukum perdata Indonesian
- recht Middle Dutch
- rechtverdich Middle Dutch
- vāert Middle Dutch
- reg Afrikaans
- ig
- -en
- -ing
- recht
- vaart
- terecht
- vaardig
- rechtop
- afvaart
- rotvaart
- welvaart
- zeevaart
- dagvaart
- trekvaart
- rechthoek
- kaapvaart
- leenrecht
- lijnrecht
- voorrecht
- rechtzaal
- rechtbank
- bedevaart
- loodrecht
- kiesrecht
- dijkrecht
- rondvaart
- vetorecht
- stemrecht
- rechtsorde
- hemelvaart
- regelrecht
- gruitrecht
- kruisvaart
- rechtmatig
- rechtszaal
- rechtszaak
- luchtvaart
- hoederecht
- kaarsrecht
- havenrecht
- stadsrecht
- grondrecht
- strafrecht
- rechthoekig
- rechtsstaat
- rechtsmacht
- binnenvaart
- rechtspraak
- burgerrecht
- rechtzetten
- scheepvaart
- alleenrecht
- ruimtevaart
- walvisvaart
- natuurrecht
- volkenrecht
- rechtlijnig
- standvastig
- auteursrecht
- pleziervaart
- wisselvallig
- rechtsgeding
- rechttrekken
- beklemkrecht
- rechtsgebied
- ontslagrecht
- snuivervaart
- handelsvaart
- publiekrecht
- geboorterecht
- gewoonterecht
- mensenrechten
- collatierecht
- rechtspleging
- strijdvaardig
- Hemelvaartsdag
- rechtsgeleerde
- rechtvaardigen
- achteruitvaart
- wederrechtelijk
- rechtsprocedure
- rechtvaardiging
- rechtswetenschap
- rechtvaardigheid
- rechtsgeleerdheid
- eerstgeboorterecht
- rechtsgeschiedkundige
- zelfbeschikkingsrecht
- rechtvaardigheidsgevoel