strafrecht
Dutch (Brabantic)
/ˈstrɑf.rɛxt/
noun
Definitions
- (legal) criminal law
Etymology
Compound from Dutch, Flemish straf (punishment, penalty, sanction) + Dutch, Flemish recht (right, law, straight, justice, privilege, a right).
Origin
Dutch (Brabantic)
recht
Gloss
right, law, straight, justice, privilege, a right
Concept
Semantic Field
Spatial relations
Ontological Category
Property
Kanji
右
Emoji
👉️ 🤜
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- advocaat Dutch, Flemish
- alleenrecht Dutch, Flemish
- auteursrecht Dutch, Flemish
- beklemkrecht Dutch, Flemish
- burgerrecht Dutch, Flemish
- celstraf Dutch, Flemish
- collatierecht Dutch, Flemish
- dijkrecht Dutch, Flemish
- doodstraf Dutch, Flemish
- eerstgeboorterecht Dutch, Flemish
- geboorterecht Dutch, Flemish
- geldstraf Dutch, Flemish
- gevangenisstraf Dutch, Flemish
- gewoonterecht Dutch, Flemish
- grondrecht Dutch, Flemish
- gruitrecht Dutch, Flemish
- havenrecht Dutch, Flemish
- hoederecht Dutch, Flemish
- kaarsrecht Dutch, Flemish
- kiesrecht Dutch, Flemish
- leenrecht Dutch, Flemish
- lijnrecht Dutch, Flemish
- loodrecht Dutch, Flemish
- mensenrechten Dutch, Flemish
- natuurrecht Dutch, Flemish
- ontslagrecht Dutch, Flemish
- publiekrecht Dutch, Flemish
- recht Dutch, Flemish
- rechtbank Dutch, Flemish
- rechthoek Dutch, Flemish
- rechthoekig Dutch, Flemish
- rechtlijnig Dutch, Flemish
- rechtmatig Dutch, Flemish
- rechtop Dutch, Flemish
- rechtsgebied Dutch, Flemish
- rechtsgeding Dutch, Flemish
- rechtsgeleerde Dutch, Flemish
- rechtsgeleerdheid Dutch, Flemish
- rechtsgeschiedkundige Dutch, Flemish
- rechtsmacht Dutch, Flemish
- rechtsorde Dutch, Flemish
- rechtspleging Dutch, Flemish
- rechtspraak Dutch, Flemish
- rechtsprocedure Dutch, Flemish
- rechtsstaat Dutch, Flemish
- rechtswetenschap Dutch, Flemish
- rechtszaak Dutch, Flemish
- rechtszaal Dutch, Flemish
- rechttrekken Dutch, Flemish
- rechtvaardig Dutch, Flemish
- rechtzaal Dutch, Flemish
- rechtzetten Dutch, Flemish
- regelrecht Dutch, Flemish
- stadsrecht Dutch, Flemish
- stemrecht Dutch, Flemish
- straf Dutch, Flemish
- strafadvocaat Dutch, Flemish
- strafblad Dutch, Flemish
- strafcorner Dutch, Flemish
- strafexpeditie Dutch, Flemish
- straffeloos Dutch, Flemish
- strafkamp Dutch, Flemish
- strafkolonie Dutch, Flemish
- strafmaat Dutch, Flemish
- strafpleiter Dutch, Flemish
- strafpunt Dutch, Flemish
- strafrechtadvocaat Dutch, Flemish
- strafschop Dutch, Flemish
- strafstudie Dutch, Flemish
- strafwerk Dutch, Flemish
- taakstraf Dutch, Flemish
- terecht Dutch, Flemish
- vetorecht Dutch, Flemish
- volkenrecht Dutch, Flemish
- voorrecht Dutch, Flemish
- vrijheidsstraf Dutch, Flemish
- wederrechtelijk Dutch, Flemish
- werkstraf Dutch, Flemish
- zelfbeschikkingsrecht Dutch, Flemish
- hukum perdata Indonesian
- setrap Indonesian
- recht Middle Dutch
- reg Afrikaans
- strafu Sranan Tongo
- recht
- straf
- terecht
- rechtop
- celstraf
- advocaat
- strafblad
- loodrecht
- kiesrecht
- rechthoek
- dijkrecht
- strafpunt
- doodstraf
- geldstraf
- strafkamp
- strafwerk
- strafmaat
- leenrecht
- vetorecht
- lijnrecht
- stemrecht
- voorrecht
- rechtzaal
- rechtbank
- taakstraf
- werkstraf
- rechtmatig
- rechtszaal
- rechtsorde
- rechtszaak
- regelrecht
- gruitrecht
- strafschop
- hoederecht
- kaarsrecht
- havenrecht
- stadsrecht
- grondrecht
- burgerrecht
- rechthoekig
- rechtsstaat
- rechtsmacht
- rechtzetten
- alleenrecht
- straffeloos
- strafstudie
- natuurrecht
- volkenrecht
- strafcorner
- rechtlijnig
- rechtspraak
- strafkolonie
- auteursrecht
- strafpleiter
- beklemkrecht
- rechtvaardig
- rechtsgebied
- ontslagrecht
- rechtsgeding
- rechttrekken
- publiekrecht
- mensenrechten
- collatierecht
- rechtspleging
- strafadvocaat
- geboorterecht
- gewoonterecht
- rechtsgeleerde
- vrijheidsstraf
- strafexpeditie
- wederrechtelijk
- rechtsprocedure
- gevangenisstraf
- rechtswetenschap
- rechtsgeleerdheid
- eerstgeboorterecht
- strafrechtadvocaat
- rechtsgeschiedkundige
- zelfbeschikkingsrecht