dijkrecht
Dutch (Brabantic)
/ˈdɛi̯k.rɛxt/
noun
Definitions
- (chiefly) law pertaining to dikes and water management
- (historical) a local council responsible for water management in regions of the north-eastern Netherlands; a water board
Etymology
Inherited from Middle Dutch dijcrecht compound from Dutch, Flemish dijk (dike, id, dyke) + Dutch, Flemish recht (right, law, straight, justice, privilege, a right).
Origin
Dutch (Brabantic)
recht
Gloss
right, law, straight, justice, privilege, a right
Concept
Semantic Field
Spatial relations
Ontological Category
Property
Kanji
右
Emoji
👉️ 🤜
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Afsluitdijk Dutch, Flemish
- Koedijk Dutch, Flemish
- alleenrecht Dutch, Flemish
- auteursrecht Dutch, Flemish
- beklemkrecht Dutch, Flemish
- boezemdijk Dutch, Flemish
- burgerrecht Dutch, Flemish
- collatierecht Dutch, Flemish
- dijk Dutch, Flemish
- dijkage Dutch, Flemish
- dijkbewaking Dutch, Flemish
- dijkdoorbraak Dutch, Flemish
- dijker Dutch, Flemish
- dijkgraaf Dutch, Flemish
- dijkleger Dutch, Flemish
- dijkschouw Dutch, Flemish
- dijkwacht Dutch, Flemish
- dijkwezen Dutch, Flemish
- eerstgeboorterecht Dutch, Flemish
- geboorterecht Dutch, Flemish
- gewoonterecht Dutch, Flemish
- grondrecht Dutch, Flemish
- gruitrecht Dutch, Flemish
- havenrecht Dutch, Flemish
- hoederecht Dutch, Flemish
- kaarsrecht Dutch, Flemish
- kiesrecht Dutch, Flemish
- leenrecht Dutch, Flemish
- lijnrecht Dutch, Flemish
- loodrecht Dutch, Flemish
- mensenrechten Dutch, Flemish
- moerdijk Dutch, Flemish
- natuurrecht Dutch, Flemish
- omdijken Dutch, Flemish
- ontslagrecht Dutch, Flemish
- publiekrecht Dutch, Flemish
- recht Dutch, Flemish
- rechtbank Dutch, Flemish
- rechthoek Dutch, Flemish
- rechthoekig Dutch, Flemish
- rechtlijnig Dutch, Flemish
- rechtmatig Dutch, Flemish
- rechtop Dutch, Flemish
- rechtsgebied Dutch, Flemish
- rechtsgeding Dutch, Flemish
- rechtsgeleerde Dutch, Flemish
- rechtsgeleerdheid Dutch, Flemish
- rechtsgeschiedkundige Dutch, Flemish
- rechtsmacht Dutch, Flemish
- rechtsorde Dutch, Flemish
- rechtspleging Dutch, Flemish
- rechtspraak Dutch, Flemish
- rechtsprocedure Dutch, Flemish
- rechtsstaat Dutch, Flemish
- rechtswetenschap Dutch, Flemish
- rechtszaak Dutch, Flemish
- rechtszaal Dutch, Flemish
- rechttrekken Dutch, Flemish
- rechtvaardig Dutch, Flemish
- rechtzaal Dutch, Flemish
- rechtzetten Dutch, Flemish
- regelrecht Dutch, Flemish
- ringdijk Dutch, Flemish
- stadsrecht Dutch, Flemish
- stemrecht Dutch, Flemish
- strafrecht Dutch, Flemish
- stuifdijk Dutch, Flemish
- terecht Dutch, Flemish
- vetorecht Dutch, Flemish
- volkenrecht Dutch, Flemish
- voorrecht Dutch, Flemish
- wederrechtelijk Dutch, Flemish
- wierdijk Dutch, Flemish
- zeedijk Dutch, Flemish
- zelfbeschikkingsrecht Dutch, Flemish
- zomerdijk Dutch, Flemish
- dique Spanish, Castilian
- hukum perdata Indonesian
- dijc Middle Dutch
- dijcrecht Middle Dutch
- recht Middle Dutch
- reg Afrikaans
- dijk
- recht
- dijker
- terecht
- rechtop
- dijkage
- zeedijk
- Koedijk
- ringdijk
- omdijken
- moerdijk
- wierdijk
- loodrecht
- kiesrecht
- rechthoek
- dijkwacht
- dijkwezen
- leenrecht
- vetorecht
- lijnrecht
- dijkleger
- stemrecht
- dijkgraaf
- voorrecht
- stuifdijk
- rechtzaal
- rechtbank
- zomerdijk
- dijkschouw
- rechtmatig
- boezemdijk
- rechtszaal
- rechtsorde
- rechtszaak
- regelrecht
- gruitrecht
- hoederecht
- kaarsrecht
- havenrecht
- stadsrecht
- grondrecht
- strafrecht
- burgerrecht
- rechthoekig
- rechtsstaat
- rechtsmacht
- rechtzetten
- alleenrecht
- natuurrecht
- volkenrecht
- rechtlijnig
- Afsluitdijk
- rechtspraak
- dijkbewaking
- auteursrecht
- beklemkrecht
- rechtvaardig
- rechtsgebied
- ontslagrecht
- rechtsgeding
- rechttrekken
- publiekrecht
- mensenrechten
- collatierecht
- dijkdoorbraak
- rechtspleging
- geboorterecht
- gewoonterecht
- rechtsgeleerde
- wederrechtelijk
- rechtsprocedure
- rechtswetenschap
- rechtsgeleerdheid
- eerstgeboorterecht
- rechtsgeschiedkundige
- zelfbeschikkingsrecht