natuurrecht
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- (philosophy) natural law
Etymology
Compound from Dutch, Flemish natuur (nature) + Dutch, Flemish recht (right, law, straight, justice, privilege, a right).
Origin
Dutch (Brabantic)
recht
Gloss
right, law, straight, justice, privilege, a right
Concept
Semantic Field
Spatial relations
Ontological Category
Property
Kanji
右
Emoji
👉️ 🤜
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- alleenrecht Dutch, Flemish
- auteursrecht Dutch, Flemish
- beklemkrecht Dutch, Flemish
- bovennatuur Dutch, Flemish
- burgerrecht Dutch, Flemish
- collatierecht Dutch, Flemish
- dijkrecht Dutch, Flemish
- eerstgeboorterecht Dutch, Flemish
- geboorterecht Dutch, Flemish
- gewoonterecht Dutch, Flemish
- grondrecht Dutch, Flemish
- gruitrecht Dutch, Flemish
- havenrecht Dutch, Flemish
- hoederecht Dutch, Flemish
- kaarsrecht Dutch, Flemish
- kiesrecht Dutch, Flemish
- leenrecht Dutch, Flemish
- lijnrecht Dutch, Flemish
- loodrecht Dutch, Flemish
- mensenrechten Dutch, Flemish
- natuur Dutch, Flemish
- natuurbrand Dutch, Flemish
- natuurgeweld Dutch, Flemish
- natuurgids Dutch, Flemish
- natuurijs Dutch, Flemish
- natuurkracht Dutch, Flemish
- natuurkunde Dutch, Flemish
- natuurlijk Dutch, Flemish
- natuurmagneet Dutch, Flemish
- natuurmens Dutch, Flemish
- natuurparel Dutch, Flemish
- natuurramp Dutch, Flemish
- natuurreservaat Dutch, Flemish
- natuurschoon Dutch, Flemish
- natuurtalent Dutch, Flemish
- natuurvorser Dutch, Flemish
- natuurvreemd Dutch, Flemish
- natuurwet Dutch, Flemish
- natuurwetenschap Dutch, Flemish
- ontslagrecht Dutch, Flemish
- publiekrecht Dutch, Flemish
- recht Dutch, Flemish
- rechtbank Dutch, Flemish
- rechthoek Dutch, Flemish
- rechthoekig Dutch, Flemish
- rechtlijnig Dutch, Flemish
- rechtmatig Dutch, Flemish
- rechtop Dutch, Flemish
- rechtsgebied Dutch, Flemish
- rechtsgeding Dutch, Flemish
- rechtsgeleerde Dutch, Flemish
- rechtsgeleerdheid Dutch, Flemish
- rechtsgeschiedkundige Dutch, Flemish
- rechtsmacht Dutch, Flemish
- rechtsorde Dutch, Flemish
- rechtspleging Dutch, Flemish
- rechtspraak Dutch, Flemish
- rechtsprocedure Dutch, Flemish
- rechtsstaat Dutch, Flemish
- rechtswetenschap Dutch, Flemish
- rechtszaak Dutch, Flemish
- rechtszaal Dutch, Flemish
- rechttrekken Dutch, Flemish
- rechtvaardig Dutch, Flemish
- rechtzaal Dutch, Flemish
- rechtzetten Dutch, Flemish
- regelrecht Dutch, Flemish
- stadsrecht Dutch, Flemish
- stemrecht Dutch, Flemish
- strafrecht Dutch, Flemish
- terecht Dutch, Flemish
- vetorecht Dutch, Flemish
- volkenrecht Dutch, Flemish
- voorrecht Dutch, Flemish
- wederrechtelijk Dutch, Flemish
- zelfbeschikkingsrecht Dutch, Flemish
- hukum perdata Indonesian
- nature Middle Dutch
- recht Middle Dutch
- natuur Afrikaans
- reg Afrikaans
- recht
- natuur
- terecht
- rechtop
- natuurijs
- rechthoek
- leenrecht
- lijnrecht
- voorrecht
- rechtzaal
- rechtbank
- loodrecht
- kiesrecht
- dijkrecht
- natuurwet
- vetorecht
- stemrecht
- natuurmens
- natuurgids
- rechtsorde
- regelrecht
- gruitrecht
- natuurlijk
- natuurramp
- rechtmatig
- rechtszaal
- rechtszaak
- hoederecht
- kaarsrecht
- havenrecht
- stadsrecht
- grondrecht
- strafrecht
- rechthoekig
- rechtsstaat
- rechtsmacht
- rechtspraak
- burgerrecht
- rechtzetten
- bovennatuur
- alleenrecht
- volkenrecht
- natuurbrand
- natuurkunde
- rechtlijnig
- natuurparel
- auteursrecht
- rechtvaardig
- natuurgeweld
- rechtsgeding
- natuurkracht
- rechttrekken
- natuurvreemd
- natuurtalent
- natuurvorser
- natuurschoon
- beklemkrecht
- rechtsgebied
- ontslagrecht
- publiekrecht
- natuurmagneet
- geboorterecht
- gewoonterecht
- mensenrechten
- collatierecht
- rechtspleging
- rechtsgeleerde
- wederrechtelijk
- rechtsprocedure
- natuurreservaat
- rechtswetenschap
- natuurwetenschap
- rechtsgeleerdheid
- eerstgeboorterecht
- rechtsgeschiedkundige
- zelfbeschikkingsrecht