ouwehoeren
Dutch (Brabantic)
/ˌɑu̯.ʋəˈɦuː.rə(n)/
verb
Definitions
- (Netherlands) to banter, to chitchat, to bullshit
Etymology
Compound from Dutch, Flemish ouwe + Dutch, Flemish hoer (whore, prostitute, hooker)+ Dutch, Flemish -en (old dative suffix, -en, denominative suffix).
Origin
Dutch (Brabantic)
-en
Gloss
old dative suffix, -en, denominative suffix
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- -en Dutch, Flemish
- aandachtshoer Dutch, Flemish
- aanranden Dutch, Flemish
- actiënhandel Dutch, Flemish
- blanken Dutch, Flemish
- boerenbedrieger Dutch, Flemish
- gouw Dutch, Flemish
- hartenpijn Dutch, Flemish
- herenboerderij Dutch, Flemish
- hoer Dutch, Flemish
- hoerendop Dutch, Flemish
- hoerenhengst Dutch, Flemish
- hoerenhuis Dutch, Flemish
- hoerenkind Dutch, Flemish
- hoerenloper Dutch, Flemish
- hoerenwaardin Dutch, Flemish
- hoerenzoon Dutch, Flemish
- hoererij Dutch, Flemish
- hoerhuis Dutch, Flemish
- inbeelden Dutch, Flemish
- inblikken Dutch, Flemish
- inbreiden Dutch, Flemish
- inlichten Dutch, Flemish
- inlijven Dutch, Flemish
- kankerhoer Dutch, Flemish
- klokkenstoel Dutch, Flemish
- leenwoordenschat Dutch, Flemish
- mierenhoop Dutch, Flemish
- moffenhoer Dutch, Flemish
- nasporen Dutch, Flemish
- nonnenklooster Dutch, Flemish
- opdoeken Dutch, Flemish
- opfrissen Dutch, Flemish
- ophelderen Dutch, Flemish
- ophogen Dutch, Flemish
- opkrikken Dutch, Flemish
- opschepen Dutch, Flemish
- opsouperen Dutch, Flemish
- ouwe Dutch, Flemish
- pekelhoer Dutch, Flemish
- poppenhuis Dutch, Flemish
- rechtvaardigen Dutch, Flemish
- saucijzenbroodje Dutch, Flemish
- slavenschip Dutch, Flemish
- spinnendoder Dutch, Flemish
- spreekwoordenboek Dutch, Flemish
- stoephoer Dutch, Flemish
- termietenheuvel Dutch, Flemish
- termietenhoop Dutch, Flemish
- tomatenplant Dutch, Flemish
- uitbeelden Dutch, Flemish
- uitbreiden Dutch, Flemish
- uitdossen Dutch, Flemish
- uitflappen Dutch, Flemish
- uithuwelijken Dutch, Flemish
- uitwaaieren Dutch, Flemish
- -en Middle Dutch
- hoere Middle Dutch
- -e Afrikaans
- huru Sranan Tongo
- -en
- gouw
- hoer
- ouwe
- blanken
- ophogen
- hoererij
- opdoeken
- hoerhuis
- nasporen
- inlijven
- pekelhoer
- inbeelden
- inlichten
- inbreiden
- opkrikken
- stoephoer
- inblikken
- opfrissen
- aanranden
- hoerendop
- opschepen
- uitdossen
- mierenhoop
- hoerenzoon
- hartenpijn
- opsouperen
- ophelderen
- uitbreiden
- poppenhuis
- moffenhoer
- uitflappen
- hoerenhuis
- hoerenkind
- uitbeelden
- kankerhoer
- slavenschip
- uitwaaieren
- hoerenloper
- actiënhandel
- spinnendoder
- klokkenstoel
- hoerenhengst
- tomatenplant
- aandachtshoer
- hoerenwaardin
- uithuwelijken
- termietenhoop
- rechtvaardigen
- nonnenklooster
- herenboerderij
- boerenbedrieger
- termietenheuvel
- saucijzenbroodje
- leenwoordenschat
- spreekwoordenboek