blanken
Dutch (Brabantic)
/ˈblɑŋ.kə(n)/, /ˈblɛŋ.kə(n)/
verb
Definitions
- (intransitive) to glow in a white or pallid colour
Etymology
Compound from Dutch, Flemish blank (white, shining) + Dutch, Flemish -en (old dative suffix, -en, denominative suffix).
Origin
Dutch (Brabantic)
-en
Gloss
old dative suffix, -en, denominative suffix
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- -en Dutch, Flemish
- aanranden Dutch, Flemish
- actiënhandel Dutch, Flemish
- blank Dutch, Flemish
- blankvoorn Dutch, Flemish
- boerenbedrieger Dutch, Flemish
- hartenpijn Dutch, Flemish
- herenboerderij Dutch, Flemish
- inbeelden Dutch, Flemish
- inblikken Dutch, Flemish
- inbreiden Dutch, Flemish
- inlichten Dutch, Flemish
- inlijven Dutch, Flemish
- klokkenstoel Dutch, Flemish
- leenwoordenschat Dutch, Flemish
- lelieblank Dutch, Flemish
- mierenhoop Dutch, Flemish
- nasporen Dutch, Flemish
- nonnenklooster Dutch, Flemish
- opdoeken Dutch, Flemish
- opfrissen Dutch, Flemish
- ophelderen Dutch, Flemish
- ophogen Dutch, Flemish
- opkrikken Dutch, Flemish
- opschepen Dutch, Flemish
- opsouperen Dutch, Flemish
- ouwehoeren Dutch, Flemish
- poppenhuis Dutch, Flemish
- rechtvaardigen Dutch, Flemish
- saucijzenbroodje Dutch, Flemish
- slavenschip Dutch, Flemish
- spinnendoder Dutch, Flemish
- spreekwoordenboek Dutch, Flemish
- termietenheuvel Dutch, Flemish
- termietenhoop Dutch, Flemish
- tomatenplant Dutch, Flemish
- uitbeelden Dutch, Flemish
- uitbreiden Dutch, Flemish
- uitdossen Dutch, Flemish
- uitflappen Dutch, Flemish
- uithuwelijken Dutch, Flemish
- uitwaaieren Dutch, Flemish
- *bʰleyǵ- Proto-Indo-European
- -en Middle Dutch
- blanc Middle Dutch
- -e Afrikaans
- blank Afrikaans
- -en
- blank
- ophogen
- opdoeken
- nasporen
- inlijven
- inbeelden
- inlichten
- inbreiden
- opkrikken
- inblikken
- opfrissen
- aanranden
- opschepen
- uitdossen
- mierenhoop
- hartenpijn
- opsouperen
- ophelderen
- uitbreiden
- ouwehoeren
- poppenhuis
- uitflappen
- blankvoorn
- lelieblank
- uitbeelden
- slavenschip
- uitwaaieren
- actiënhandel
- spinnendoder
- klokkenstoel
- tomatenplant
- uithuwelijken
- termietenhoop
- rechtvaardigen
- nonnenklooster
- herenboerderij
- boerenbedrieger
- termietenheuvel
- saucijzenbroodje
- leenwoordenschat
- spreekwoordenboek