waarom
Dutch (Brabantic)
/ʋaːˈrɔm/
adv
Definitions
- why, because of what
Etymology
Inherited from Middle Dutch waeromme affix from Dutch, Flemish waar (true, ware, attention, where, care, product, goods offered for sale use, wares) + Dutch, Flemish om (around)root from Proto-Indo-European *kʷ-.
Origin
Proto-Indo-European
*kʷ-
Gloss
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- whose English
- um German
- warum German
- wo German
- achterom Dutch, Flemish
- deegwaar Dutch, Flemish
- eetwaar Dutch, Flemish
- etenswaar Dutch, Flemish
- handelswaar Dutch, Flemish
- ijzerwarenwinkel Dutch, Flemish
- koopwaar Dutch, Flemish
- meewarig Dutch, Flemish
- om Dutch, Flemish
- ombouw Dutch, Flemish
- ombrengen Dutch, Flemish
- omdopen Dutch, Flemish
- omdraaien Dutch, Flemish
- omdrinken Dutch, Flemish
- omgaan Dutch, Flemish
- omgang Dutch, Flemish
- omhakken Dutch, Flemish
- omhoog Dutch, Flemish
- omkeer Dutch, Flemish
- omkeren Dutch, Flemish
- omkijken Dutch, Flemish
- omkleden Dutch, Flemish
- omkomen Dutch, Flemish
- omkopen Dutch, Flemish
- omlaag Dutch, Flemish
- omleggen Dutch, Flemish
- omleiden Dutch, Flemish
- omloop Dutch, Flemish
- omlopen Dutch, Flemish
- ommekeer Dutch, Flemish
- ommetje Dutch, Flemish
- omrekenen Dutch, Flemish
- omrijden Dutch, Flemish
- omroep Dutch, Flemish
- omroepen Dutch, Flemish
- omslaan Dutch, Flemish
- omslag Dutch, Flemish
- omspringen Dutch, Flemish
- omstaan Dutch, Flemish
- omstander Dutch, Flemish
- omstandig Dutch, Flemish
- omstandigheid Dutch, Flemish
- omstreek Dutch, Flemish
- omtoveren Dutch, Flemish
- omtrek Dutch, Flemish
- omtrekken Dutch, Flemish
- omvallen Dutch, Flemish
- omver Dutch, Flemish
- omvliegen Dutch, Flemish
- omvoegsel Dutch, Flemish
- omvolking Dutch, Flemish
- omvormen Dutch, Flemish
- omwaaien Dutch, Flemish
- omweg Dutch, Flemish
- omwentelen Dutch, Flemish
- omwoelen Dutch, Flemish
- omzet Dutch, Flemish
- omzichtig Dutch, Flemish
- omzien Dutch, Flemish
- omzomen Dutch, Flemish
- omzwermen Dutch, Flemish
- omzwerven Dutch, Flemish
- omzweven Dutch, Flemish
- rondom Dutch, Flemish
- rookwaar Dutch, Flemish
- vanwaar Dutch, Flemish
- vleeswaar Dutch, Flemish
- voorwaar Dutch, Flemish
- waar Dutch, Flemish
- waarachtig Dutch, Flemish
- waarborgen Dutch, Flemish
- waarheen Dutch, Flemish
- waarheid Dutch, Flemish
- waarlijk Dutch, Flemish
- waarnemen Dutch, Flemish
- waarschijnlijk Dutch, Flemish
- waarsman Dutch, Flemish
- waarvoor Dutch, Flemish
- weliswaar Dutch, Flemish
- welks Dutch, Flemish
- wiens Dutch, Flemish
- ποσός Ancient Greek
- ποτέ Ancient Greek
- που Ancient Greek
- πως Ancient Greek
- ἕκαστος Ancient Greek
- ὁπότε Ancient Greek
- ὅπως Ancient Greek
- *kʷ- Proto-Indo-European
- *kʷey Proto-Indo-European
- *kʷis Proto-Indo-European
- *kʷis, *kʷos Proto-Indo-European
- *kʷis, *kʷosyo Proto-Indo-European
- *kʷis, kʷos Proto-Indo-European
- *kʷo- Proto-Indo-European
- *kʷokʷe Proto-Indo-European
- *kʷos Proto-Indo-European
- *kʷoti Proto-Indo-European
- *kʷód Proto-Indo-European
- *kʷóteros Proto-Indo-European
- *hwammai Proto-Germanic
- *hwar Proto-Germanic
- *hwaþeraz Proto-Germanic
- *hwi-, *hwaz Proto-Germanic
- *hwilīkaz Proto-Germanic
- *hwō Proto-Germanic
- hwanone Old English
- ombe Middle Dutch
- waer Middle Dutch
- waeromme Middle Dutch
- wāer Middle Dutch
- waar Afrikaans
- wārumbe, wārumme Middle High German
- *wan ēr Old Dutch
- om Western Frisian
- wêr Western Frisian
- wêrom Western Frisian
- *tan Proto-Albanian
- om
- waar
- omweg
- omver
- wiens
- welks
- omzet
- omloop
- omlaag
- omgang
- omroep
- omgaan
- omslag
- omtrek
- rondom
- ombouw
- omzien
- omkeer
- omhoog
- omkomen
- vanwaar
- omdopen
- omkeren
- omstaan
- omzomen
- omlopen
- eetwaar
- omslaan
- ommetje
- omkopen
- omroepen
- deegwaar
- waarsman
- omwaaien
- omrijden
- ommekeer
- koopwaar
- omwoelen
- omleggen
- voorwaar
- omstreek
- waarheen
- omkijken
- achterom
- omzweven
- waarheid
- omvallen
- omkleden
- rookwaar
- omhakken
- waarvoor
- meewarig
- waarlijk
- omleiden
- omvormen
- waarnemen
- vleeswaar
- omvolking
- weliswaar
- omdraaien
- omtoveren
- omtrekken
- omstandig
- omdrinken
- ombrengen
- omvliegen
- omzwermen
- omstander
- omvoegsel
- omrekenen
- etenswaar
- omzichtig
- omzwerven
- waarborgen
- waarachtig
- omwentelen
- omspringen
- handelswaar
- omstandigheid
- waarschijnlijk
- ijzerwarenwinkel