etenswaar
Dutch (Brabantic)
/ˈeː.tə(n)sˌʋaːr/
noun
Definitions
- food, foodstuff
Etymology
Compound from Dutch, Flemish eten (eat, food, meal) + Dutch, Flemish waar (true, ware, attention, where, care, product, goods offered for sale use, wares).
Origin
Dutch (Brabantic)
waar
Gloss
true, ware, attention, where, care, product, goods offered for sale use, wares
Concept
Semantic Field
Emotions and values
Ontological Category
Property
Kanji
産
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aaseter Dutch, Flemish
- avondeten Dutch, Flemish
- deegwaar Dutch, Flemish
- eetappel Dutch, Flemish
- eetbui Dutch, Flemish
- eetgewoonte Dutch, Flemish
- eethuis Dutch, Flemish
- eetlust Dutch, Flemish
- eetpiraat Dutch, Flemish
- eetrijp Dutch, Flemish
- eetstokje Dutch, Flemish
- eetstoornis Dutch, Flemish
- eetwaar Dutch, Flemish
- eten Dutch, Flemish
- etensbak Dutch, Flemish
- etenstijd Dutch, Flemish
- eterij Dutch, Flemish
- handelswaar Dutch, Flemish
- ijzerwarenwinkel Dutch, Flemish
- koopwaar Dutch, Flemish
- mee-eten Dutch, Flemish
- mee-eter Dutch, Flemish
- meewarig Dutch, Flemish
- middageten Dutch, Flemish
- opeten Dutch, Flemish
- overeten Dutch, Flemish
- rookwaar Dutch, Flemish
- vanwaar Dutch, Flemish
- vleeswaar Dutch, Flemish
- voorwaar Dutch, Flemish
- vreten Dutch, Flemish
- waar Dutch, Flemish
- waarachtig Dutch, Flemish
- waarborgen Dutch, Flemish
- waarheen Dutch, Flemish
- waarheid Dutch, Flemish
- waarlijk Dutch, Flemish
- waarnemen Dutch, Flemish
- waarom Dutch, Flemish
- waarschijnlijk Dutch, Flemish
- waarsman Dutch, Flemish
- weliswaar Dutch, Flemish
- waer Middle Dutch
- wāer Middle Dutch
- ēten Middle Dutch
- eet Afrikaans
- waar Afrikaans
- eten
- waar
- vreten
- waarom
- opeten
- eterij
- eetbui
- eetlust
- eethuis
- eetrijp
- eetwaar
- vanwaar
- aaseter
- mee-eten
- deegwaar
- waarsman
- waarheid
- mee-eter
- rookwaar
- overeten
- koopwaar
- etensbak
- eetappel
- meewarig
- waarlijk
- voorwaar
- waarheen
- etenstijd
- waarnemen
- vleeswaar
- eetstokje
- avondeten
- weliswaar
- eetpiraat
- middageten
- waarborgen
- waarachtig
- handelswaar
- eetstoornis
- eetgewoonte
- waarschijnlijk
- ijzerwarenwinkel