straatweg
Dutch (Brabantic)
/ˈstraːt.ʋɛx/
noun
Definitions
- (dated) a paved road (usually found in certain street names or landmarks)
Etymology
Compound from Dutch, Flemish straat (street) + Dutch, Flemish weg (road, way, away, path).
Origin
Dutch (Brabantic)
weg
Gloss
road, way, away, path
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
道, 路
Emoji
🛣️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- strāta Latin
- E-weg Dutch, Flemish
- Melkweg Dutch, Flemish
- achterafstraat Dutch, Flemish
- asfaltweg Dutch, Flemish
- autowasstraat Dutch, Flemish
- autoweg Dutch, Flemish
- binnenweg Dutch, Flemish
- botweg Dutch, Flemish
- diedenweg Dutch, Flemish
- domweg Dutch, Flemish
- doolweg Dutch, Flemish
- doorweg Dutch, Flemish
- dorpsstraat Dutch, Flemish
- fietsstraat Dutch, Flemish
- hoofdstraat Dutch, Flemish
- hoofdweg Dutch, Flemish
- lijdensweg Dutch, Flemish
- luchtweg Dutch, Flemish
- middenweg Dutch, Flemish
- milieustraat Dutch, Flemish
- omweg Dutch, Flemish
- overweg Dutch, Flemish
- parallelweg Dutch, Flemish
- pitstraat Dutch, Flemish
- remweg Dutch, Flemish
- rijk Dutch, Flemish
- rijksstraatweg Dutch, Flemish
- rijksweg Dutch, Flemish
- rijweg Dutch, Flemish
- ringweg Dutch, Flemish
- rondweg Dutch, Flemish
- sluipweg Dutch, Flemish
- snelweg Dutch, Flemish
- spoorweg Dutch, Flemish
- straat Dutch, Flemish
- straatarm Dutch, Flemish
- straathoek Dutch, Flemish
- straathond Dutch, Flemish
- straatintimidatie Dutch, Flemish
- straatjongen Dutch, Flemish
- straatkind Dutch, Flemish
- straatkunstenaar Dutch, Flemish
- straatlicht Dutch, Flemish
- straatmeisje Dutch, Flemish
- straatmuzikant Dutch, Flemish
- straatnaam Dutch, Flemish
- straatorgel Dutch, Flemish
- straatrace Dutch, Flemish
- straatracer Dutch, Flemish
- straatroof Dutch, Flemish
- straatrover Dutch, Flemish
- straatsteen Dutch, Flemish
- straatvechter Dutch, Flemish
- straatveger Dutch, Flemish
- straatverkoper Dutch, Flemish
- straatwaarde Dutch, Flemish
- teweegbrengen Dutch, Flemish
- tolweg Dutch, Flemish
- tramweg Dutch, Flemish
- uitweg Dutch, Flemish
- vaarweg Dutch, Flemish
- ventweg Dutch, Flemish
- vluchtweg Dutch, Flemish
- wasstraat Dutch, Flemish
- waterweg Dutch, Flemish
- weegbree Dutch, Flemish
- weg Dutch, Flemish
- wegaanduiding Dutch, Flemish
- wegconcurreren Dutch, Flemish
- wegdek Dutch, Flemish
- wegdoen Dutch, Flemish
- wegebben Dutch, Flemish
- wegenaanleg Dutch, Flemish
- wegenbelasting Dutch, Flemish
- wegenbouw Dutch, Flemish
- wegennet Dutch, Flemish
- wegens Dutch, Flemish
- weggaan Dutch, Flemish
- weggebruiker Dutch, Flemish
- weggeven Dutch, Flemish
- weggooien Dutch, Flemish
- weghelpen Dutch, Flemish
- wegkijken Dutch, Flemish
- wegkwijnen Dutch, Flemish
- weglaten Dutch, Flemish
- wegleggen Dutch, Flemish
- weglopen Dutch, Flemish
- wegmisbruiker Dutch, Flemish
- wegnemen Dutch, Flemish
- wegpiraat Dutch, Flemish
- wegpunt Dutch, Flemish
- wegrestaurant Dutch, Flemish
- wegrit Dutch, Flemish
- wegslepen Dutch, Flemish
- wegsluipen Dutch, Flemish
- wegstemmen Dutch, Flemish
- wegsterven Dutch, Flemish
- wegsturen Dutch, Flemish
- wegvagen Dutch, Flemish
- wegvallen Dutch, Flemish
- wegverkeer Dutch, Flemish
- wegversperring Dutch, Flemish
- wegvervoer Dutch, Flemish
- wegvliegen Dutch, Flemish
- wegvoeren Dutch, Flemish
- wegwaaien Dutch, Flemish
- wegwaarts Dutch, Flemish
- wegwerken Dutch, Flemish
- wegwerkzaamheid Dutch, Flemish
- wegwerpen Dutch, Flemish
- wegwezen Dutch, Flemish
- wegzetten Dutch, Flemish
- zandweg Dutch, Flemish
- setrat Indonesian
- strate Middle Dutch
- wech Middle Dutch
- straat Afrikaans
- weg Afrikaans
- strati Sranan Tongo
- weg
- rijk
- E-weg
- omweg
- wegens
- uitweg
- straat
- wegrit
- botweg
- wegdek
- rijweg
- domweg
- remweg
- tolweg
- vaarweg
- doorweg
- wegpunt
- ventweg
- snelweg
- zandweg
- autoweg
- weggaan
- tramweg
- doolweg
- ringweg
- Melkweg
- wegdoen
- rondweg
- overweg
- weggeven
- weegbree
- hoofdweg
- wegwezen
- wegebben
- weglaten
- spoorweg
- wegennet
- waterweg
- weglopen
- wegvagen
- rijksweg
- sluipweg
- wegnemen
- luchtweg
- wegslepen
- wegkijken
- middenweg
- straatarm
- wegsturen
- wegwaarts
- wegleggen
- diedenweg
- wegenbouw
- wegpiraat
- pitstraat
- wegvoeren
- weggooien
- weghelpen
- wegvallen
- binnenweg
- wegwerpen
- vluchtweg
- wasstraat
- wegzetten
- wegwerken
- asfaltweg
- wegwaaien
- straatroof
- wegsterven
- straathoek
- wegkwijnen
- straatnaam
- wegvervoer
- wegstemmen
- wegverkeer
- lijdensweg
- straathond
- straatkind
- straatrace
- wegvliegen
- wegsluipen
- wegenaanleg
- straatrover
- straatsteen
- parallelweg
- straatracer
- fietsstraat
- straatorgel
- hoofdstraat
- dorpsstraat
- straatlicht
- straatveger
- straatmeisje
- straatjongen
- milieustraat
- weggebruiker
- straatwaarde
- wegmisbruiker
- teweegbrengen
- straatvechter
- wegrestaurant
- wegaanduiding
- autowasstraat
- straatverkoper
- wegenbelasting
- achterafstraat
- rijksstraatweg
- straatmuzikant
- wegversperring
- wegconcurreren
- wegwerkzaamheid
- straatkunstenaar
- straatintimidatie