dorpsstraat
Dutch (Brabantic)
/ˈdɔrp.straːt/
noun
Definitions
- A village street, especially the (former) main street or only street of a village.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish dorp (village) + Dutch, Flemish straat (street).
Origin
Dutch (Brabantic)
straat
Gloss
street
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- dorp English
- strāta Latin
- De Cocksdorp Dutch, Flemish
- Julianadorp Dutch, Flemish
- achterafstraat Dutch, Flemish
- autowasstraat Dutch, Flemish
- bergdorp Dutch, Flemish
- brinkdorp Dutch, Flemish
- dorp Dutch, Flemish
- dorpeling Dutch, Flemish
- dorper Dutch, Flemish
- dorps Dutch, Flemish
- dorpsbank Dutch, Flemish
- dorpsbewoner Dutch, Flemish
- dorpsgeestelijke Dutch, Flemish
- dorpsgek Dutch, Flemish
- dorpsgemeenschap Dutch, Flemish
- dorpsgenoot Dutch, Flemish
- dorpsgezicht Dutch, Flemish
- dorpshoofd Dutch, Flemish
- dorpshuis Dutch, Flemish
- dorpskerk Dutch, Flemish
- dorpsplein Dutch, Flemish
- dorpspriester Dutch, Flemish
- dorpsschool Dutch, Flemish
- esdorp Dutch, Flemish
- fietsstraat Dutch, Flemish
- geboortedorp Dutch, Flemish
- havendorp Dutch, Flemish
- hoofddorp Dutch, Flemish
- hoofdstraat Dutch, Flemish
- kerkdorp Dutch, Flemish
- lintdorp Dutch, Flemish
- milieustraat Dutch, Flemish
- ooievaarsdorp Dutch, Flemish
- pitstraat Dutch, Flemish
- spookdorp Dutch, Flemish
- straat Dutch, Flemish
- straatarm Dutch, Flemish
- straathoek Dutch, Flemish
- straathond Dutch, Flemish
- straatintimidatie Dutch, Flemish
- straatjongen Dutch, Flemish
- straatkind Dutch, Flemish
- straatkunstenaar Dutch, Flemish
- straatlicht Dutch, Flemish
- straatmeisje Dutch, Flemish
- straatmuzikant Dutch, Flemish
- straatnaam Dutch, Flemish
- straatorgel Dutch, Flemish
- straatrace Dutch, Flemish
- straatracer Dutch, Flemish
- straatroof Dutch, Flemish
- straatrover Dutch, Flemish
- straatsteen Dutch, Flemish
- straatvechter Dutch, Flemish
- straatveger Dutch, Flemish
- straatverkoper Dutch, Flemish
- straatwaarde Dutch, Flemish
- straatweg Dutch, Flemish
- terpdorp Dutch, Flemish
- tuindorp Dutch, Flemish
- vissersdorp Dutch, Flemish
- wasstraat Dutch, Flemish
- setrat Indonesian
- dorp Middle Dutch
- strate Middle Dutch
- dorp Afrikaans
- straat Afrikaans
- dorpu Sranan Tongo
- strati Sranan Tongo
- dorp
- dorps
- esdorp
- straat
- dorper
- dorpsgek
- lintdorp
- kerkdorp
- bergdorp
- terpdorp
- tuindorp
- havendorp
- dorpsbank
- hoofddorp
- straatarm
- dorpshuis
- brinkdorp
- dorpeling
- wasstraat
- dorpskerk
- spookdorp
- straatweg
- pitstraat
- dorpsplein
- straatroof
- dorpshoofd
- straathoek
- straatnaam
- straathond
- straatkind
- straatrace
- dorpsschool
- straatorgel
- dorpsgenoot
- hoofdstraat
- straatrover
- straatsteen
- Julianadorp
- straatracer
- fietsstraat
- vissersdorp
- straatlicht
- straatveger
- dorpsbewoner
- De Cocksdorp
- straatmeisje
- straatjongen
- milieustraat
- dorpsgezicht
- geboortedorp
- straatwaarde
- dorpspriester
- straatvechter
- autowasstraat
- ooievaarsdorp
- straatmuzikant
- straatverkoper
- achterafstraat
- dorpsgeestelijke
- dorpsgemeenschap
- straatkunstenaar
- straatintimidatie