schoolziek
Dutch (Brabantic)
/ˈsxoːlzik/
adj
Definitions
- (colloquial) feigning illness (in order to avoid having to go to school)
Etymology
Compound from Dutch, Flemish school (school, shoal of fishes, educational institution) + Dutch, Flemish ziek (sick, ill).
Origin
Dutch (Brabantic)
ziek
Gloss
sick, ill
Concept
Semantic Field
The body
Ontological Category
Other
Kanji
患
Emoji
🌡️ 💉 💊 😷 🤒 🤮
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- avondschool Dutch, Flemish
- basisschool Dutch, Flemish
- bedilziek Dutch, Flemish
- behaagziek Dutch, Flemish
- belgziek Dutch, Flemish
- dansziek Dutch, Flemish
- dobbelziek Dutch, Flemish
- doodziek Dutch, Flemish
- dorpsschool Dutch, Flemish
- dovenschool Dutch, Flemish
- duikschool Dutch, Flemish
- dweepziek Dutch, Flemish
- geestesziek Dutch, Flemish
- jongensschool Dutch, Flemish
- kathedraalschool Dutch, Flemish
- kibbelziek Dutch, Flemish
- kleuterschool Dutch, Flemish
- kloosterschool Dutch, Flemish
- kostschool Dutch, Flemish
- kweekschool Dutch, Flemish
- luchtziek Dutch, Flemish
- maanziek Dutch, Flemish
- manziek Dutch, Flemish
- meisjesschool Dutch, Flemish
- minziek Dutch, Flemish
- praalziek Dutch, Flemish
- praatziek Dutch, Flemish
- pronkziek Dutch, Flemish
- rijschool Dutch, Flemish
- ruimteziek Dutch, Flemish
- scheldziek Dutch, Flemish
- schendziek Dutch, Flemish
- schenziek Dutch, Flemish
- scholier Dutch, Flemish
- school Dutch, Flemish
- schoolbestuur Dutch, Flemish
- schoolbibliotheek Dutch, Flemish
- schoolbord Dutch, Flemish
- schoolbus Dutch, Flemish
- schoolganger Dutch, Flemish
- schoolgenoot Dutch, Flemish
- schoolgenote Dutch, Flemish
- schoolhoofd Dutch, Flemish
- schooljongen Dutch, Flemish
- schooljuf Dutch, Flemish
- schoolkind Dutch, Flemish
- schoolmeester Dutch, Flemish
- schoolplein Dutch, Flemish
- schoolradio Dutch, Flemish
- schoolreis Dutch, Flemish
- schoolslag Dutch, Flemish
- schoolvos Dutch, Flemish
- schoolziekte Dutch, Flemish
- spilziek Dutch, Flemish
- sportschool Dutch, Flemish
- strontziek Dutch, Flemish
- suikerziek Dutch, Flemish
- toneelschool Dutch, Flemish
- tuchtschool Dutch, Flemish
- twistziek Dutch, Flemish
- vervolgziek Dutch, Flemish
- wagenziek Dutch, Flemish
- zeeziek Dutch, Flemish
- ziek Dutch, Flemish
- ziekbed Dutch, Flemish
- ziekelijk Dutch, Flemish
- ziekte Dutch, Flemish
- sekolah menengah umum Indonesian
- schôle Middle Dutch
- siec Middle Dutch
- siek Middle Dutch
- siek Afrikaans
- skool Afrikaans
- skol Papiamentu
- skoro Sranan Tongo
- ziek
- school
- ziekte
- manziek
- minziek
- ziekbed
- zeeziek
- spilziek
- scholier
- maanziek
- belgziek
- dansziek
- doodziek
- rijschool
- schoolvos
- ziekelijk
- schooljuf
- dweepziek
- praatziek
- wagenziek
- schoolbus
- schenziek
- bedilziek
- pronkziek
- twistziek
- praalziek
- luchtziek
- kibbelziek
- dobbelziek
- schoolreis
- schendziek
- duikschool
- behaagziek
- suikerziek
- schoolslag
- ruimteziek
- kostschool
- scheldziek
- schoolbord
- schoolkind
- strontziek
- sportschool
- vervolgziek
- schoolplein
- dorpsschool
- kweekschool
- dovenschool
- schoolradio
- tuchtschool
- avondschool
- schoolhoofd
- geestesziek
- basisschool
- schoolgenoot
- schoolganger
- schooljongen
- schoolziekte
- schoolgenote
- toneelschool
- meisjesschool
- schoolmeester
- schoolbestuur
- kleuterschool
- jongensschool
- kloosterschool
- kathedraalschool
- schoolbibliotheek