rijder
Dutch (Brabantic)
/ˈrɛi̯.dər/
noun
Definitions
- A rider, someone who rides.
Etymology
Inherited from Middle Dutch rider affix from Dutch, Flemish rijden (ride, drive).
Origin
Dutch (Brabantic)
rijden
Gloss
ride, drive
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Action/Process
Emoji
🐎 🐴
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- bedridden English
- blackrider English
- boardrider English
- bowrider English
- camel rider English
- dickrider English
- forerider English
- horserider English
- lowrider English
- nightrider English
- nonrider English
- nutrider English
- postrider English
- ride English
- rider English
- ridered English
- rideress English
- riderless English
- ridership English
- roughrider English
- stockrider English
- surfrider English
- aanrijden Dutch, Flemish
- berijden Dutch, Flemish
- dood Dutch, Flemish
- doodrijden Dutch, Flemish
- doodrijder Dutch, Flemish
- fabriek Dutch, Flemish
- fabrieksrijder Dutch, Flemish
- gansrijden Dutch, Flemish
- grijsrijden Dutch, Flemish
- inrijden Dutch, Flemish
- kist Dutch, Flemish
- kistrijder Dutch, Flemish
- motor Dutch, Flemish
- motorrijder Dutch, Flemish
- omrijden Dutch, Flemish
- overrijden Dutch, Flemish
- paard Dutch, Flemish
- paardrijder Dutch, Flemish
- rijbaan Dutch, Flemish
- rijbewijs Dutch, Flemish
- rijden Dutch, Flemish
- rijdier Dutch, Flemish
- rijgedrag Dutch, Flemish
- rijkunst Dutch, Flemish
- rijles Dutch, Flemish
- rijontzegging Dutch, Flemish
- rijpaard Dutch, Flemish
- rijschool Dutch, Flemish
- rijstrook Dutch, Flemish
- rijtuig Dutch, Flemish
- rijverbod Dutch, Flemish
- rijweg Dutch, Flemish
- rijwiel Dutch, Flemish
- rijzweep Dutch, Flemish
- roodrijder Dutch, Flemish
- schaatsenrijden Dutch, Flemish
- spook Dutch, Flemish
- spookrijder Dutch, Flemish
- zwartrijden Dutch, Flemish
- ライダー Japanese
- ryder Middle English
- riden Middle Dutch
- rider Middle Dutch
- rīter Middle High German
- Reider Luxembourgish, Letzeburgesch
- reiden Luxembourgish, Letzeburgesch
- rèi Sranan Tongo
- kist
- dood
- spook
- motor
- paard
- rijles
- rijden
- rijweg
- rijwiel
- rijbaan
- fabriek
- rijtuig
- rijdier
- rijkunst
- rijzweep
- rijpaard
- berijden
- omrijden
- inrijden
- rijbewijs
- rijschool
- aanrijden
- rijgedrag
- rijstrook
- rijverbod
- overrijden
- roodrijder
- kistrijder
- doodrijden
- gansrijden
- doodrijder
- motorrijder
- paardrijder
- grijsrijden
- spookrijder
- zwartrijden
- rijontzegging
- fabrieksrijder
- schaatsenrijden