gemeenteraad
Dutch (Brabantic)
/ɣəˈmeːn.təˌraːt/
noun
Definitions
- city council, municipal council
Etymology
Compound from Dutch, Flemish gemeente (municipality, town) + Dutch, Flemish raad (council, advice, essential supply, necessity).
Origin
Dutch (Brabantic)
raad
Gloss
council, advice, essential supply, necessity
Concept
Semantic Field
Cognition
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- deelgemeente Dutch, Flemish
- fusiegemeente Dutch, Flemish
- gemeen Dutch, Flemish
- gemeente Dutch, Flemish
- gemeenteambtenaar Dutch, Flemish
- gemeentebestuur Dutch, Flemish
- gemeentegrens Dutch, Flemish
- gemeentehuis Dutch, Flemish
- gemeentelijk Dutch, Flemish
- gemeenteraadslid Dutch, Flemish
- gemeentewerken Dutch, Flemish
- heemraad Dutch, Flemish
- huisraad Dutch, Flemish
- kabinetsraad Dutch, Flemish
- krijgsraad Dutch, Flemish
- lid Dutch, Flemish
- medezeggenschapsraad Dutch, Flemish
- onraad Dutch, Flemish
- partijraad Dutch, Flemish
- raad Dutch, Flemish
- raadgever Dutch, Flemish
- raadhuis Dutch, Flemish
- raadpensionaris Dutch, Flemish
- raadplegen Dutch, Flemish
- raadsheer Dutch, Flemish
- raadslid Dutch, Flemish
- raadsman Dutch, Flemish
- raadspensionaris Dutch, Flemish
- raadsvergadering Dutch, Flemish
- radeloos Dutch, Flemish
- radenrepubliek Dutch, Flemish
- volksraad Dutch, Flemish
- voorraad Dutch, Flemish
- geminte Indonesian
- haminte Indonesian
- gemeende Middle Dutch
- râet Middle Dutch
- gemeente Afrikaans
- gemeente Western Frisian
- lid
- raad
- gemeen
- onraad
- voorraad
- radeloos
- raadsman
- heemraad
- huisraad
- gemeente
- raadhuis
- raadslid
- volksraad
- raadgever
- raadsheer
- partijraad
- raadplegen
- krijgsraad
- gemeentelijk
- deelgemeente
- kabinetsraad
- gemeentehuis
- fusiegemeente
- gemeentegrens
- radenrepubliek
- gemeentewerken
- raadpensionaris
- gemeentebestuur
- raadspensionaris
- gemeenteraadslid
- raadsvergadering
- gemeenteambtenaar
- medezeggenschapsraad