raadsvergadering
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- a meeting of a council
Etymology
Affix from Dutch, Flemish raad (council, advice, essential supply, necessity) + Dutch, Flemish vergadering (meeting, assembly, gathering).
Origin
Dutch (Brabantic)
vergadering
Gloss
meeting, assembly, gathering
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandeelhoudersvergadering Dutch, Flemish
- bestuursvergadering Dutch, Flemish
- gemeenteraad Dutch, Flemish
- heemraad Dutch, Flemish
- huisraad Dutch, Flemish
- kabinetsraad Dutch, Flemish
- kerkvergadering Dutch, Flemish
- krijgsraad Dutch, Flemish
- medezeggenschapsraad Dutch, Flemish
- onraad Dutch, Flemish
- partijraad Dutch, Flemish
- raad Dutch, Flemish
- raadgever Dutch, Flemish
- raadhuis Dutch, Flemish
- raadpensionaris Dutch, Flemish
- raadplegen Dutch, Flemish
- raadsheer Dutch, Flemish
- raadslid Dutch, Flemish
- raadsman Dutch, Flemish
- raadspensionaris Dutch, Flemish
- radeloos Dutch, Flemish
- radenrepubliek Dutch, Flemish
- standenvergadering Dutch, Flemish
- vergaderen Dutch, Flemish
- vergadering Dutch, Flemish
- volksraad Dutch, Flemish
- voorraad Dutch, Flemish
- begandering Indonesian
- râet Middle Dutch
- raad
- onraad
- voorraad
- raadhuis
- radeloos
- raadsman
- heemraad
- raadslid
- huisraad
- volksraad
- raadgever
- raadsheer
- krijgsraad
- partijraad
- vergaderen
- raadplegen
- vergadering
- kabinetsraad
- gemeenteraad
- radenrepubliek
- kerkvergadering
- raadpensionaris
- raadspensionaris
- standenvergadering
- bestuursvergadering
- medezeggenschapsraad
- aandeelhoudersvergadering