kruisbeeld
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- crucifix
Etymology
Compound from Dutch, Flemish kruis (cross, cross') + Dutch, Flemish beeld (image, statue, picture, sign).
Origin
Dutch (Brabantic)
beeld
Gloss
image, statue, picture, sign
Concept
Semantic Field
Basic actions and technology
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
画
Emoji
🗽 🗿
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Vrijheidsbeeld Dutch, Flemish
- Zuiderkruis Dutch, Flemish
- aambeeld Dutch, Flemish
- afgodsbeeld Dutch, Flemish
- andreaskruis Dutch, Flemish
- beeld Dutch, Flemish
- beeldbuis Dutch, Flemish
- beeldelement Dutch, Flemish
- beelden Dutch, Flemish
- beeldenstorm Dutch, Flemish
- beeldhouwen Dutch, Flemish
- beeldig Dutch, Flemish
- beeldmontage Dutch, Flemish
- beeldpunt Dutch, Flemish
- beeldscherm Dutch, Flemish
- beeldscherpte Dutch, Flemish
- beeldschoon Dutch, Flemish
- beeldsnijwerk Dutch, Flemish
- beeldspraak Dutch, Flemish
- beeldvorming Dutch, Flemish
- beeltenis Dutch, Flemish
- bloedbeeld Dutch, Flemish
- boegbeeld Dutch, Flemish
- borstbeeld Dutch, Flemish
- breedbeeld Dutch, Flemish
- denkbeeld Dutch, Flemish
- godenbeeld Dutch, Flemish
- hakenkruis Dutch, Flemish
- heiligenbeeld Dutch, Flemish
- ideaalbeeld Dutch, Flemish
- inbeelden Dutch, Flemish
- inlegkruis Dutch, Flemish
- klankbeeld Dutch, Flemish
- kruis Dutch, Flemish
- kruisboog Dutch, Flemish
- kruisdood Dutch, Flemish
- kruiselings Dutch, Flemish
- kruisen Dutch, Flemish
- kruisgewelf Dutch, Flemish
- kruiskerk Dutch, Flemish
- kruislings Dutch, Flemish
- kruisribgewelf Dutch, Flemish
- kruisspin Dutch, Flemish
- kruistocht Dutch, Flemish
- kruisvaarder Dutch, Flemish
- kruisvaart Dutch, Flemish
- kruisverwijzing Dutch, Flemish
- kruisvormig Dutch, Flemish
- lichtbeeld Dutch, Flemish
- palmkruis Dutch, Flemish
- schrikbeeld Dutch, Flemish
- schuinkruis Dutch, Flemish
- spiegelbeeld Dutch, Flemish
- standbeeld Dutch, Flemish
- sterrenbeeld Dutch, Flemish
- toonbeeld Dutch, Flemish
- uitbeelden Dutch, Flemish
- voorbeeld Dutch, Flemish
- waanbeeld Dutch, Flemish
- wederbeeld Dutch, Flemish
- wereldbeeld Dutch, Flemish
- windkruis Dutch, Flemish
- zelfbeeld Dutch, Flemish
- ziektebeeld Dutch, Flemish
- zinnebeeld Dutch, Flemish
- kres Indonesian
- bēelde Middle Dutch
- cruce Middle Dutch
- *biliþī gmw-pro
- beeld Scots
- kruis
- beeld
- beelden
- beeldig
- kruisen
- aambeeld
- inbeelden
- beeldpunt
- voorbeeld
- kruiskerk
- beeltenis
- kruisspin
- waanbeeld
- kruisdood
- palmkruis
- toonbeeld
- kruisboog
- denkbeeld
- zelfbeeld
- beeldbuis
- boegbeeld
- windkruis
- standbeeld
- inlegkruis
- kruistocht
- bloedbeeld
- hakenkruis
- borstbeeld
- kruisvaart
- zinnebeeld
- lichtbeeld
- klankbeeld
- kruislings
- godenbeeld
- uitbeelden
- wederbeeld
- breedbeeld
- schuinkruis
- wereldbeeld
- beeldschoon
- beeldscherm
- kruisgewelf
- ideaalbeeld
- afgodsbeeld
- schrikbeeld
- kruisvormig
- beeldspraak
- kruiselings
- Zuiderkruis
- ziektebeeld
- beeldhouwen
- andreaskruis
- sterrenbeeld
- beeldmontage
- beeldenstorm
- beeldvorming
- beeldelement
- spiegelbeeld
- kruisvaarder
- beeldscherpte
- heiligenbeeld
- beeldsnijwerk
- kruisribgewelf
- Vrijheidsbeeld
- kruisverwijzing