kruisgewelf
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- (architecture) a cross vault
Etymology
Compound from Dutch, Flemish kruis (cross, cross') + Dutch, Flemish gewelf (vault).
Origin
Dutch (Brabantic)
gewelf
Gloss
vault
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Zuiderkruis Dutch, Flemish
- andreaskruis Dutch, Flemish
- gewelf Dutch, Flemish
- hakenkruis Dutch, Flemish
- hemelgewelf Dutch, Flemish
- inlegkruis Dutch, Flemish
- kloostergewelf Dutch, Flemish
- kruis Dutch, Flemish
- kruisbeeld Dutch, Flemish
- kruisboog Dutch, Flemish
- kruisdood Dutch, Flemish
- kruiselings Dutch, Flemish
- kruisen Dutch, Flemish
- kruiskerk Dutch, Flemish
- kruislings Dutch, Flemish
- kruisribgewelf Dutch, Flemish
- kruisspin Dutch, Flemish
- kruistocht Dutch, Flemish
- kruisvaarder Dutch, Flemish
- kruisvaart Dutch, Flemish
- kruisverwijzing Dutch, Flemish
- kruisvormig Dutch, Flemish
- palmkruis Dutch, Flemish
- schuinkruis Dutch, Flemish
- tongewelf Dutch, Flemish
- walgewelf Dutch, Flemish
- welven Dutch, Flemish
- windkruis Dutch, Flemish
- kres Indonesian
- cruce Middle Dutch
- kruis
- gewelf
- welven
- kruisen
- kruiskerk
- kruisdood
- palmkruis
- walgewelf
- kruisboog
- tongewelf
- windkruis
- kruisspin
- kruisbeeld
- inlegkruis
- kruisvaart
- kruistocht
- kruislings
- hakenkruis
- hemelgewelf
- schuinkruis
- Zuiderkruis
- kruisvormig
- kruiselings
- andreaskruis
- kruisvaarder
- kruisribgewelf
- kloostergewelf
- kruisverwijzing