beeldvorming
Dutch (Brabantic)
/ˈbeːltˌfɔr.mɪŋ/
noun
Definitions
- framing, perception social interpretation of observations
- imaging, image formation creation of images of an interior by means of wave phenomena
Etymology
Affix from Dutch, Flemish beeld (image, statue, picture, sign) + Dutch, Flemish vormen (shape, form).
Origin
Dutch (Brabantic)
vormen
Gloss
shape, form
Concept
Semantic Field
Sense perception
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
体
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Vrijheidsbeeld Dutch, Flemish
- aambeeld Dutch, Flemish
- afgodsbeeld Dutch, Flemish
- beeld Dutch, Flemish
- beeldbuis Dutch, Flemish
- beeldelement Dutch, Flemish
- beelden Dutch, Flemish
- beeldenstorm Dutch, Flemish
- beeldhouwen Dutch, Flemish
- beeldig Dutch, Flemish
- beeldmontage Dutch, Flemish
- beeldpunt Dutch, Flemish
- beeldscherm Dutch, Flemish
- beeldscherpte Dutch, Flemish
- beeldschoon Dutch, Flemish
- beeldsnijwerk Dutch, Flemish
- beeldspraak Dutch, Flemish
- beeltenis Dutch, Flemish
- bloedbeeld Dutch, Flemish
- boegbeeld Dutch, Flemish
- borstbeeld Dutch, Flemish
- breedbeeld Dutch, Flemish
- denkbeeld Dutch, Flemish
- estervorming Dutch, Flemish
- godenbeeld Dutch, Flemish
- heiligenbeeld Dutch, Flemish
- hervormen Dutch, Flemish
- ideaalbeeld Dutch, Flemish
- inbeelden Dutch, Flemish
- klankbeeld Dutch, Flemish
- kruisbeeld Dutch, Flemish
- lichtbeeld Dutch, Flemish
- misvormen Dutch, Flemish
- omvormen Dutch, Flemish
- schrikbeeld Dutch, Flemish
- spiegelbeeld Dutch, Flemish
- standbeeld Dutch, Flemish
- sterrenbeeld Dutch, Flemish
- toonbeeld Dutch, Flemish
- uitbeelden Dutch, Flemish
- vervormen Dutch, Flemish
- voorbeeld Dutch, Flemish
- vorm Dutch, Flemish
- vormen Dutch, Flemish
- vorming Dutch, Flemish
- vormsel Dutch, Flemish
- waanbeeld Dutch, Flemish
- wederbeeld Dutch, Flemish
- wereldbeeld Dutch, Flemish
- woordvorming Dutch, Flemish
- zelfbeeld Dutch, Flemish
- ziektebeeld Dutch, Flemish
- zinnebeeld Dutch, Flemish
- bēelde Middle Dutch
- vormen Middle Dutch
- *biliþī gmw-pro
- beeld Scots
- vorm
- beeld
- vormen
- beelden
- vorming
- vormsel
- beeldig
- aambeeld
- omvormen
- inbeelden
- beeldpunt
- voorbeeld
- vervormen
- beeltenis
- waanbeeld
- toonbeeld
- denkbeeld
- hervormen
- misvormen
- zelfbeeld
- beeldbuis
- boegbeeld
- standbeeld
- kruisbeeld
- bloedbeeld
- borstbeeld
- lichtbeeld
- zinnebeeld
- klankbeeld
- godenbeeld
- uitbeelden
- wederbeeld
- breedbeeld
- wereldbeeld
- beeldschoon
- beeldscherm
- ideaalbeeld
- afgodsbeeld
- schrikbeeld
- beeldspraak
- ziektebeeld
- beeldhouwen
- woordvorming
- sterrenbeeld
- beeldmontage
- estervorming
- beeldenstorm
- beeldelement
- spiegelbeeld
- beeldscherpte
- heiligenbeeld
- beeldsnijwerk
- Vrijheidsbeeld