kijkdoos
Dutch (Brabantic)
/ˈkɛi̯k.doːs/
noun
Definitions
- A box containing a peepshow, such as a diorama.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish kijken (look, wach) + Dutch, Flemish doos (box, vagina, stupid).
Origin
Dutch (Brabantic)
doos
Gloss
box, vagina, stupid
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Action/Process
Kanji
膣
Emoji
🥊 🍱 🎁 📁 📂 📤️ 📥️ 📦️ 🗃️ 🗄️ 🗳️ 🧃
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aankijken Dutch, Flemish
- achteromkijken Dutch, Flemish
- achteruitkijkspiegel Dutch, Flemish
- afkijken Dutch, Flemish
- bekijken Dutch, Flemish
- bouwdoos Dutch, Flemish
- brilledoos Dutch, Flemish
- brillendoos Dutch, Flemish
- comakijken Dutch, Flemish
- contactdoos Dutch, Flemish
- doorkijkbloes Dutch, Flemish
- doorkijkblouse Dutch, Flemish
- doorkijkjurk Dutch, Flemish
- doorkijkkleding Dutch, Flemish
- doorkijkkleren Dutch, Flemish
- doos Dutch, Flemish
- doosvrucht Dutch, Flemish
- kiekeboe Dutch, Flemish
- kijken Dutch, Flemish
- kijker Dutch, Flemish
- kijkoperatie Dutch, Flemish
- kijkspel Dutch, Flemish
- klokkijken Dutch, Flemish
- koekendoos Dutch, Flemish
- muziekdoos Dutch, Flemish
- nakijken Dutch, Flemish
- neerkijken Dutch, Flemish
- omkijken Dutch, Flemish
- opkijken Dutch, Flemish
- overkijken Dutch, Flemish
- pillendoos Dutch, Flemish
- poepdoos Dutch, Flemish
- schminkdoos Dutch, Flemish
- schoenendoos Dutch, Flemish
- sigarendoos Dutch, Flemish
- snuifdoos Dutch, Flemish
- speeldoos Dutch, Flemish
- sporendoos Dutch, Flemish
- stekkerdoos Dutch, Flemish
- taartdoos Dutch, Flemish
- terugkijken Dutch, Flemish
- toekijken Dutch, Flemish
- tondeldoos Dutch, Flemish
- uitkijken Dutch, Flemish
- verbanddoos Dutch, Flemish
- verhuisdoos Dutch, Flemish
- verkijken Dutch, Flemish
- vooruitkijken Dutch, Flemish
- wandcontactdoos Dutch, Flemish
- wegkijken Dutch, Flemish
- dus Indonesian
- dose Middle Dutch
- kiken Middle Dutch
- doos Afrikaans
- kyk Afrikaans
- dosu Sranan Tongo
- doos
- kijken
- kijker
- omkijken
- kiekeboe
- poepdoos
- kijkspel
- opkijken
- bekijken
- bouwdoos
- afkijken
- nakijken
- aankijken
- verkijken
- wegkijken
- snuifdoos
- toekijken
- speeldoos
- taartdoos
- uitkijken
- neerkijken
- sporendoos
- klokkijken
- muziekdoos
- pillendoos
- brilledoos
- koekendoos
- doosvrucht
- comakijken
- tondeldoos
- overkijken
- sigarendoos
- verbanddoos
- brillendoos
- terugkijken
- schminkdoos
- verhuisdoos
- contactdoos
- stekkerdoos
- kijkoperatie
- schoenendoos
- doorkijkjurk
- doorkijkbloes
- vooruitkijken
- achteromkijken
- doorkijkblouse
- doorkijkkleren
- doorkijkkleding
- wandcontactdoos
- achteruitkijkspiegel