achteruitkijkspiegel
Dutch (Brabantic)
/ɑx.təˈrœy̯t.kɛi̯kˌspi.ɣəl/
noun
Definitions
- rear-view mirror
Etymology
Compound from Dutch, Flemish achteruit (backwards) + Dutch, Flemish kijken (look, wach)+ Dutch, Flemish spiegel (mirror, level).
Origin
Dutch (Brabantic)
spiegel
Gloss
mirror, level
Concept
Semantic Field
Clothing and grooming
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
鏡
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aankijken Dutch, Flemish
- achter Dutch, Flemish
- achteromkijken Dutch, Flemish
- achteruit Dutch, Flemish
- achteruitgaan Dutch, Flemish
- achteruitvaart Dutch, Flemish
- afkijken Dutch, Flemish
- autospiegel Dutch, Flemish
- bekijken Dutch, Flemish
- biechtspiegel Dutch, Flemish
- brandspiegel Dutch, Flemish
- comakijken Dutch, Flemish
- doorkijkbloes Dutch, Flemish
- doorkijkblouse Dutch, Flemish
- doorkijkjurk Dutch, Flemish
- doorkijkkleding Dutch, Flemish
- doorkijkkleren Dutch, Flemish
- hormoonspiegel Dutch, Flemish
- kiekeboe Dutch, Flemish
- kijkdoos Dutch, Flemish
- kijken Dutch, Flemish
- kijker Dutch, Flemish
- kijkoperatie Dutch, Flemish
- kijkspel Dutch, Flemish
- klokkijken Dutch, Flemish
- lachspiegel Dutch, Flemish
- nakijken Dutch, Flemish
- neerkijken Dutch, Flemish
- omkijken Dutch, Flemish
- opkijken Dutch, Flemish
- overkijken Dutch, Flemish
- penantspiegel Dutch, Flemish
- reisspiegel Dutch, Flemish
- spiegel Dutch, Flemish
- spiegelbeeld Dutch, Flemish
- spiegelei Dutch, Flemish
- spiegelglad Dutch, Flemish
- spiegelreflexcamera Dutch, Flemish
- tekstspiegel Dutch, Flemish
- terugkijken Dutch, Flemish
- toekijken Dutch, Flemish
- uit Dutch, Flemish
- uitkijken Dutch, Flemish
- verkijken Dutch, Flemish
- vooruitkijken Dutch, Flemish
- wegkijken Dutch, Flemish
- zeespiegel Dutch, Flemish
- ateret Indonesian
- kiken Middle Dutch
- spiegel Middle Dutch
- kyk Afrikaans
- spieël Afrikaans
- uit
- kijken
- achter
- kijker
- spiegel
- omkijken
- kijkspel
- opkijken
- afkijken
- kiekeboe
- bekijken
- kijkdoos
- nakijken
- aankijken
- wegkijken
- verkijken
- toekijken
- achteruit
- uitkijken
- spiegelei
- zeespiegel
- neerkijken
- klokkijken
- comakijken
- overkijken
- spiegelglad
- autospiegel
- lachspiegel
- reisspiegel
- terugkijken
- brandspiegel
- kijkoperatie
- tekstspiegel
- doorkijkjurk
- spiegelbeeld
- doorkijkbloes
- achteruitgaan
- biechtspiegel
- penantspiegel
- vooruitkijken
- hormoonspiegel
- doorkijkblouse
- achteruitvaart
- doorkijkkleren
- achteromkijken
- doorkijkkleding
- spiegelreflexcamera