achterkamer
Dutch (Brabantic)
/ˈɑx.tərˌkaː.mər/
noun
Definitions
- backroom with similar connotations of secrecy, especially in the diminutive
Etymology
Compound from Dutch, Flemish achter (behind, back, rear-, after) + Dutch, Flemish kamer (room, chamber).
Origin
Dutch (Brabantic)
kamer
Gloss
room, chamber
Concept
Semantic Field
The house
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
室, 房
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- camera Latin
- Achterhoek Dutch, Flemish
- aalmoezenierskamer Dutch, Flemish
- achter Dutch, Flemish
- achteraf Dutch, Flemish
- achterbak Dutch, Flemish
- achterban Dutch, Flemish
- achterblijven Dutch, Flemish
- achterbout Dutch, Flemish
- achterbuurt Dutch, Flemish
- achterdeel Dutch, Flemish
- achterdek Dutch, Flemish
- achterdenken Dutch, Flemish
- achterdeur Dutch, Flemish
- achtereen Dutch, Flemish
- achtereenvolgend Dutch, Flemish
- achtereind Dutch, Flemish
- achtergevel Dutch, Flemish
- achtergrond Dutch, Flemish
- achterhoede Dutch, Flemish
- achterhoofd Dutch, Flemish
- achterhuis Dutch, Flemish
- achterin Dutch, Flemish
- achterjaar Dutch, Flemish
- achterkamertje Dutch, Flemish
- achterkamertjespolitiek Dutch, Flemish
- achterkant Dutch, Flemish
- achterkasteel Dutch, Flemish
- achterklap Dutch, Flemish
- achterkleinkind Dutch, Flemish
- achterkousig Dutch, Flemish
- achterlaadgeweer Dutch, Flemish
- achterlader Dutch, Flemish
- achterland Dutch, Flemish
- achterlaten Dutch, Flemish
- achterleen Dutch, Flemish
- achterlijf Dutch, Flemish
- achterlijk Dutch, Flemish
- achtermiddag Dutch, Flemish
- achterna Dutch, Flemish
- achternaam Dutch, Flemish
- achterneef Dutch, Flemish
- achternicht Dutch, Flemish
- achternoen Dutch, Flemish
- achterom Dutch, Flemish
- achterop Dutch, Flemish
- achterover Dutch, Flemish
- achterplan Dutch, Flemish
- achterpoort Dutch, Flemish
- achterpoot Dutch, Flemish
- achterruit Dutch, Flemish
- achterruitenwisser Dutch, Flemish
- achterschip Dutch, Flemish
- achterstand Dutch, Flemish
- achterste Dutch, Flemish
- achtersteven Dutch, Flemish
- achtertocht Dutch, Flemish
- achtertuin Dutch, Flemish
- achteruit Dutch, Flemish
- achtervloed Dutch, Flemish
- achtervoegsel Dutch, Flemish
- achtervork Dutch, Flemish
- achterwaarts Dutch, Flemish
- achterwerk Dutch, Flemish
- achterzak Dutch, Flemish
- achterzeil Dutch, Flemish
- achterzetsel Dutch, Flemish
- badkamer Dutch, Flemish
- bedkamer Dutch, Flemish
- bestekamer Dutch, Flemish
- boegbuiskamer Dutch, Flemish
- eenkamerig Dutch, Flemish
- folterkamer Dutch, Flemish
- gildekamer Dutch, Flemish
- grafkamer Dutch, Flemish
- huiskamer Dutch, Flemish
- kamer Dutch, Flemish
- kamerarrest Dutch, Flemish
- kamerjas Dutch, Flemish
- kamerlid Dutch, Flemish
- kamermeisje Dutch, Flemish
- kamermuziek Dutch, Flemish
- kamerolifant Dutch, Flemish
- kamerplant Dutch, Flemish
- kamerstuk Dutch, Flemish
- kamertemperatuur Dutch, Flemish
- kleedkamer Dutch, Flemish
- kraamkamer Dutch, Flemish
- leraarskamer Dutch, Flemish
- lerarenkamer Dutch, Flemish
- luchtkamer Dutch, Flemish
- martelkamer Dutch, Flemish
- nl Dutch, Flemish
- operatiekamer Dutch, Flemish
- paskamer Dutch, Flemish
- politiek Dutch, Flemish
- rederijkerskamer Dutch, Flemish
- rommelkamer Dutch, Flemish
- schatkamer Dutch, Flemish
- slaapkamer Dutch, Flemish
- spreekkamer Dutch, Flemish
- studeerkamer Dutch, Flemish
- tuinkamer Dutch, Flemish
- verbrandingskamer Dutch, Flemish
- wachtkamer Dutch, Flemish
- woonkamer Dutch, Flemish
- zitkamer Dutch, Flemish
- zolderkamer Dutch, Flemish
- zondagskamer Dutch, Flemish
- OK Indonesian
- kamar Indonesian
- achter Middle Dutch
- cāmere Middle Dutch
- agter Afrikaans
- kamer Afrikaans
- kamber Papiamentu
- nl
- kamer
- achter
- kamerlid
- politiek
- bedkamer
- kamerjas
- achterom
- paskamer
- badkamer
- achterop
- achterna
- achteraf
- zitkamer
- achterin
- achterzak
- woonkamer
- achteruit
- achterbak
- huiskamer
- grafkamer
- tuinkamer
- achterban
- kamerstuk
- achtereen
- achterste
- achterdek
- achterneef
- gildekamer
- achterlijk
- achterdeel
- achterhuis
- slaapkamer
- achterlijf
- achterdeur
- kleedkamer
- Achterhoek
- achtereind
- achternoen
- achterplan
- kraamkamer
- bestekamer
- achterwerk
- luchtkamer
- achterzeil
- eenkamerig
- achtervork
- achterjaar
- wachtkamer
- achterleen
- schatkamer
- achterbout
- achterland
- achtertuin
- achterruit
- achterover
- achterpoot
- kamerplant
- achterkant
- achternaam
- achterklap
- achterlaten
- spreekkamer
- kamermeisje
- achtervloed
- achtertocht
- zolderkamer
- rommelkamer
- achternicht
- achterbuurt
- kamerarrest
- kamermuziek
- achterschip
- achterhoede
- achterhoofd
- martelkamer
- achterstand
- achterpoort
- achtergrond
- folterkamer
- achterlader
- achtergevel
- achtersteven
- achterkousig
- studeerkamer
- zondagskamer
- achterzetsel
- achtermiddag
- kamerolifant
- achterdenken
- leraarskamer
- achterwaarts
- lerarenkamer
- boegbuiskamer
- achterkasteel
- operatiekamer
- achtervoegsel
- achterblijven
- achterkamertje
- achterkleinkind
- rederijkerskamer
- achterlaadgeweer
- kamertemperatuur
- achtereenvolgend
- verbrandingskamer
- aalmoezenierskamer
- achterruitenwisser
- achterkamertjespolitiek