achterland
Dutch (Brabantic)
/ˈɑx.tərˌlɑnt/
noun
Definitions
- hinterland area around or serviced by a port
- hinterland rural region surrounding a city
- hinterland inland region next to a coast
Etymology
Compound from Dutch, Flemish achter (behind, back, rear-, after) + Dutch, Flemish land (land, country, soil, ground, parcel, state).
Origin
Dutch (Brabantic)
land
Gloss
land, country, soil, ground, parcel, state
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Action/Process
Kanji
陸
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Achterhoek Dutch, Flemish
- Avondland Dutch, Flemish
- Berkelland Dutch, Flemish
- Duitsland Dutch, Flemish
- Eierland Dutch, Flemish
- Griekenland Dutch, Flemish
- Groenland Dutch, Flemish
- Hageland Dutch, Flemish
- IJsland Dutch, Flemish
- Luilekkerland Dutch, Flemish
- Nederland Dutch, Flemish
- Soendaland Dutch, Flemish
- Thailand Dutch, Flemish
- Vlieland Dutch, Flemish
- Waterland Dutch, Flemish
- Westland Dutch, Flemish
- Zeeland Dutch, Flemish
- Zwitserland Dutch, Flemish
- achter Dutch, Flemish
- achteraf Dutch, Flemish
- achterbak Dutch, Flemish
- achterban Dutch, Flemish
- achterblijven Dutch, Flemish
- achterbout Dutch, Flemish
- achterbuurt Dutch, Flemish
- achterdeel Dutch, Flemish
- achterdek Dutch, Flemish
- achterdenken Dutch, Flemish
- achterdeur Dutch, Flemish
- achtereen Dutch, Flemish
- achtereenvolgend Dutch, Flemish
- achtereind Dutch, Flemish
- achtergevel Dutch, Flemish
- achtergrond Dutch, Flemish
- achterhoede Dutch, Flemish
- achterhoofd Dutch, Flemish
- achterhuis Dutch, Flemish
- achterin Dutch, Flemish
- achterjaar Dutch, Flemish
- achterkamer Dutch, Flemish
- achterkant Dutch, Flemish
- achterkasteel Dutch, Flemish
- achterklap Dutch, Flemish
- achterkleinkind Dutch, Flemish
- achterkousig Dutch, Flemish
- achterlaadgeweer Dutch, Flemish
- achterlader Dutch, Flemish
- achterlaten Dutch, Flemish
- achterleen Dutch, Flemish
- achterlijf Dutch, Flemish
- achterlijk Dutch, Flemish
- achtermiddag Dutch, Flemish
- achterna Dutch, Flemish
- achternaam Dutch, Flemish
- achterneef Dutch, Flemish
- achternicht Dutch, Flemish
- achternoen Dutch, Flemish
- achterom Dutch, Flemish
- achterop Dutch, Flemish
- achterover Dutch, Flemish
- achterplan Dutch, Flemish
- achterpoort Dutch, Flemish
- achterpoot Dutch, Flemish
- achterruit Dutch, Flemish
- achterruitenwisser Dutch, Flemish
- achterschip Dutch, Flemish
- achterstand Dutch, Flemish
- achterste Dutch, Flemish
- achtersteven Dutch, Flemish
- achtertocht Dutch, Flemish
- achtertuin Dutch, Flemish
- achteruit Dutch, Flemish
- achtervloed Dutch, Flemish
- achtervoegsel Dutch, Flemish
- achtervork Dutch, Flemish
- achterwaarts Dutch, Flemish
- achterwerk Dutch, Flemish
- achterzak Dutch, Flemish
- achterzeil Dutch, Flemish
- achterzetsel Dutch, Flemish
- akkerland Dutch, Flemish
- bijland Dutch, Flemish
- binnenland Dutch, Flemish
- binnenlands Dutch, Flemish
- boerenland Dutch, Flemish
- bouwland Dutch, Flemish
- braakland Dutch, Flemish
- buitenland Dutch, Flemish
- buurland Dutch, Flemish
- drasland Dutch, Flemish
- dromenland Dutch, Flemish
- dwingeland Dutch, Flemish
- gidsland Dutch, Flemish
- grasland Dutch, Flemish
- hoogland Dutch, Flemish
- hooiland Dutch, Flemish
- inlander Dutch, Flemish
- kikkerland Dutch, Flemish
- land Dutch, Flemish
- landaanwinning Dutch, Flemish
- landadel Dutch, Flemish
- landarbeider Dutch, Flemish
- landbouw Dutch, Flemish
- landdier Dutch, Flemish
- landdrost Dutch, Flemish
- landeigenaar Dutch, Flemish
- landelijk Dutch, Flemish
- landen Dutch, Flemish
- landengte Dutch, Flemish
- landgenoot Dutch, Flemish
- landgoed Dutch, Flemish
- landgrens Dutch, Flemish
- landhuis Dutch, Flemish
- landinwaarts Dutch, Flemish
- landjuweel Dutch, Flemish
- landkaart Dutch, Flemish
- landleeuw Dutch, Flemish
- landleger Dutch, Flemish
- landman Dutch, Flemish
- landmassa Dutch, Flemish
- landmeter Dutch, Flemish
- landmijn Dutch, Flemish
- landnaam Dutch, Flemish
- landname Dutch, Flemish
- landnummer Dutch, Flemish
- landras Dutch, Flemish
- landrot Dutch, Flemish
- landschap Dutch, Flemish
- landsdeel Dutch, Flemish
- landsgrens Dutch, Flemish
- landskind Dutch, Flemish
- landsknecht Dutch, Flemish
- landsnaam Dutch, Flemish
- landstorm Dutch, Flemish
- landsverdediging Dutch, Flemish
- landtong Dutch, Flemish
- landverraad Dutch, Flemish
- landverrader Dutch, Flemish
- landvoogd Dutch, Flemish
- landwaarts Dutch, Flemish
- landweer Dutch, Flemish
- lanterfant Dutch, Flemish
- moederland Dutch, Flemish
- niemandsland Dutch, Flemish
- ontwikkelingsland Dutch, Flemish
- stamland Dutch, Flemish
- thuisland Dutch, Flemish
- vaderland Dutch, Flemish
- zaailand Dutch, Flemish
- zeeland Dutch, Flemish
- achter Middle Dutch
- lant Middle Dutch
- agter Afrikaans
- land Afrikaans
- lant Old Dutch
- land
- landen
- achter
- IJsland
- landrot
- landras
- bijland
- zeeland
- Zeeland
- landman
- Eierland
- landnaam
- landname
- landadel
- hooiland
- bouwland
- grasland
- gidsland
- landgoed
- achterom
- Thailand
- hoogland
- landtong
- achterop
- landdier
- achterna
- landbouw
- landhuis
- achteraf
- inlander
- achterin
- buurland
- landweer
- zaailand
- drasland
- Vlieland
- Hageland
- landmijn
- Westland
- stamland
- achterzak
- landvoogd
- landengte
- landleeuw
- Avondland
- akkerland
- Waterland
- landkaart
- achteruit
- achterbak
- thuisland
- landsnaam
- landstorm
- landschap
- landskind
- landgrens
- landmassa
- landleger
- Groenland
- braakland
- landdrost
- Duitsland
- Nederland
- landsdeel
- achterban
- landelijk
- achtereen
- achterste
- landmeter
- achterdek
- vaderland
- achterlijk
- Soendaland
- achterhuis
- achterlijf
- Achterhoek
- dromenland
- achtereind
- achternoen
- landnummer
- boerenland
- achterzeil
- achterjaar
- achterleen
- landgenoot
- buitenland
- landwaarts
- landjuweel
- achterpoot
- achterneef
- achterdeel
- landsgrens
- achterdeur
- achterplan
- lanterfant
- achterwerk
- kikkerland
- moederland
- achtervork
- achterbout
- achtertuin
- dwingeland
- achterruit
- achterover
- Berkelland
- achterkant
- binnenland
- achternaam
- achterklap
- achterlaten
- achterbuurt
- landverraad
- achterschip
- achterhoede
- achterstand
- achtergevel
- Zwitserland
- achtervloed
- achtertocht
- binnenlands
- achterkamer
- achternicht
- achterhoofd
- Griekenland
- achterpoort
- landsknecht
- achtergrond
- achterlader
- achtersteven
- landinwaarts
- achterzetsel
- achtermiddag
- niemandsland
- landarbeider
- achterkousig
- achterdenken
- landeigenaar
- landverrader
- achterwaarts
- Luilekkerland
- achterblijven
- achterkasteel
- achtervoegsel
- landaanwinning
- achterkleinkind
- achterlaadgeweer
- achtereenvolgend
- landsverdediging
- ontwikkelingsland
- achterruitenwisser