Wapenveld
Dutch (Brabantic)
/ˈʋaː.pə(n)ˌvɛlt/
proper noun
Definitions
- (village in Gelderland).
Etymology
Compound from Dutch, Flemish wapen (weapon, arm, coat of arms, armour) + Dutch, Flemish veld (field).
Origin
Dutch (Brabantic)
veld
Gloss
field
Concept
Semantic Field
Agriculture and vegetation
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
野, 畑, 原
Emoji
🏑 🚜
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Rietveld Dutch, Flemish
- Zonneveld Dutch, Flemish
- aandachtsveld Dutch, Flemish
- aardappelveld Dutch, Flemish
- atoomwapen Dutch, Flemish
- biowapen Dutch, Flemish
- bleekveld Dutch, Flemish
- bloembollenveld Dutch, Flemish
- bollenveld Dutch, Flemish
- borstwapen Dutch, Flemish
- dienstwapen Dutch, Flemish
- gasveld Dutch, Flemish
- geslachtswapen Dutch, Flemish
- gezichtsveld Dutch, Flemish
- grasveld Dutch, Flemish
- gravitatieveld Dutch, Flemish
- honkbalveld Dutch, Flemish
- ijsveld Dutch, Flemish
- kernwapen Dutch, Flemish
- kolenveld Dutch, Flemish
- krachtveld Dutch, Flemish
- lijkenveld Dutch, Flemish
- maaiveld Dutch, Flemish
- magneetveld Dutch, Flemish
- massavernietigingswapen Dutch, Flemish
- middenveld Dutch, Flemish
- mijnenveld Dutch, Flemish
- olieveld Dutch, Flemish
- rijstveld Dutch, Flemish
- rozenveld Dutch, Flemish
- slagveld Dutch, Flemish
- slagwapen Dutch, Flemish
- steenkolenveld Dutch, Flemish
- stootwapen Dutch, Flemish
- stralingsveld Dutch, Flemish
- stroomstootwapen Dutch, Flemish
- urnenveld Dutch, Flemish
- vectorveld Dutch, Flemish
- veld Dutch, Flemish
- veldbed Dutch, Flemish
- veldbrand Dutch, Flemish
- veldgrijs Dutch, Flemish
- veldgroen Dutch, Flemish
- veldheer Dutch, Flemish
- veldhospitaal Dutch, Flemish
- veldkeuken Dutch, Flemish
- veldkijker Dutch, Flemish
- veldleeuwerik Dutch, Flemish
- veldmaarschalk Dutch, Flemish
- veldofficier Dutch, Flemish
- veldprediker Dutch, Flemish
- veldslag Dutch, Flemish
- veldspaat Dutch, Flemish
- veldteken Dutch, Flemish
- veldtocht Dutch, Flemish
- velduil Dutch, Flemish
- veldwachter Dutch, Flemish
- veldwerk Dutch, Flemish
- vuurwapen Dutch, Flemish
- wapen Dutch, Flemish
- wapenen Dutch, Flemish
- wapenfeit Dutch, Flemish
- wapenhandel Dutch, Flemish
- wapenkreet Dutch, Flemish
- wapenkunde Dutch, Flemish
- wapenschild Dutch, Flemish
- wapensmid Dutch, Flemish
- wapenstand Dutch, Flemish
- wapenstilstand Dutch, Flemish
- wapenstok Dutch, Flemish
- wapensysteem Dutch, Flemish
- wapenteken Dutch, Flemish
- wapentuig Dutch, Flemish
- wapenwedloop Dutch, Flemish
- zwaartekrachtsveld Dutch, Flemish
- *fulþuz Proto-Germanic
- pelpolisi Indonesian
- velt Middle Dutch
- wâpen Middle Dutch
- veld Afrikaans
- vliegveld Afrikaans
- veld
- wapen
- veldbed
- velduil
- gasveld
- wapenen
- ijsveld
- veldwerk
- maaiveld
- veldslag
- grasveld
- biowapen
- slagveld
- Rietveld
- olieveld
- veldheer
- veldbrand
- wapenfeit
- veldteken
- veldgrijs
- wapentuig
- vuurwapen
- rijstveld
- veldtocht
- Zonneveld
- veldspaat
- urnenveld
- kolenveld
- wapenstok
- rozenveld
- slagwapen
- veldgroen
- bleekveld
- wapensmid
- kernwapen
- veldkijker
- borstwapen
- wapenstand
- mijnenveld
- bollenveld
- wapenteken
- wapenkreet
- stootwapen
- middenveld
- lijkenveld
- veldkeuken
- krachtveld
- vectorveld
- atoomwapen
- wapenkunde
- dienstwapen
- veldwachter
- honkbalveld
- wapenschild
- magneetveld
- wapenhandel
- veldofficier
- gezichtsveld
- veldprediker
- wapenwedloop
- wapensysteem
- stralingsveld
- aandachtsveld
- aardappelveld
- veldleeuwerik
- veldhospitaal
- wapenstilstand
- gravitatieveld
- veldmaarschalk
- steenkolenveld
- geslachtswapen
- bloembollenveld
- stroomstootwapen
- zwaartekrachtsveld
- massavernietigingswapen