tweeloops
Dutch (Brabantic)
adj
Definitions
- double-barreled
Etymology
Compound from Dutch, Flemish twee (two, bi-) + Dutch, Flemish loop (run, course, barrel).
Origin
Dutch (Brabantic)
loop
Gloss
run, course, barrel
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Action/Process
Kanji
走
Emoji
🎽 🏃 🏃♀️ 🏃♂️ 💨
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- afloop Dutch, Flemish
- bloedloop Dutch, Flemish
- braakloop Dutch, Flemish
- buikloop Dutch, Flemish
- hordeloop Dutch, Flemish
- kanonsloop Dutch, Flemish
- kringloop Dutch, Flemish
- levensloop Dutch, Flemish
- loop Dutch, Flemish
- loopbaan Dutch, Flemish
- loopplank Dutch, Flemish
- omloop Dutch, Flemish
- spreidloopgeweer Dutch, Flemish
- stormloop Dutch, Flemish
- terloops Dutch, Flemish
- twee Dutch, Flemish
- tweebaans Dutch, Flemish
- tweebak Dutch, Flemish
- tweebenig Dutch, Flemish
- tweedekker Dutch, Flemish
- tweedeling Dutch, Flemish
- tweedonker Dutch, Flemish
- tweefrontenoorlog Dutch, Flemish
- tweehonderd Dutch, Flemish
- tweejaarlijks Dutch, Flemish
- tweekleur Dutch, Flemish
- tweekleurig Dutch, Flemish
- tweelicht Dutch, Flemish
- tweeling Dutch, Flemish
- tweeluik Dutch, Flemish
- tweemaal Dutch, Flemish
- tweemotorig Dutch, Flemish
- tweepersoonsbed Dutch, Flemish
- tweepoot Dutch, Flemish
- tweepotig Dutch, Flemish
- tweespan Dutch, Flemish
- tweestatenoplossing Dutch, Flemish
- tweestrijd Dutch, Flemish
- tweetal Dutch, Flemish
- tweetalig Dutch, Flemish
- tweeverdiener Dutch, Flemish
- tweevoet Dutch, Flemish
- tweevoeter Dutch, Flemish
- tweevoetig Dutch, Flemish
- tweevoets Dutch, Flemish
- tweevoud Dutch, Flemish
- tweevoudig Dutch, Flemish
- tweewieler Dutch, Flemish
- tweewijverij Dutch, Flemish
- tweezaadlobbig Dutch, Flemish
- verloop Dutch, Flemish
- wedloop Dutch, Flemish
- lôop Middle Dutch
- twee Middle Dutch
- twêe Middle Dutch
- twee Afrikaans
- loop
- twee
- omloop
- afloop
- tweebak
- tweetal
- verloop
- wedloop
- tweemaal
- buikloop
- tweepoot
- tweevoet
- loopbaan
- tweeling
- tweevoud
- terloops
- tweeluik
- tweespan
- tweebenig
- tweekleur
- hordeloop
- braakloop
- tweetalig
- tweepotig
- tweebaans
- stormloop
- tweevoets
- kringloop
- tweelicht
- bloedloop
- loopplank
- tweedeling
- tweewieler
- kanonsloop
- tweedekker
- tweevoeter
- tweestrijd
- tweedonker
- tweevoetig
- tweevoudig
- levensloop
- tweehonderd
- tweekleurig
- tweemotorig
- tweewijverij
- tweejaarlijks
- tweeverdiener
- tweezaadlobbig
- tweepersoonsbed
- spreidloopgeweer
- tweefrontenoorlog
- tweestatenoplossing