stellen
Dutch (Brabantic)
/ˈstɛlə(n)/
verb
Definitions
- (transitive) to position; place
- (transitive) to state, to put forward (a question or problem)
- (reflexive) to take one's stand
- (transitive) to standardize a solution by titration
Etymology
Inherited from Middle Dutch stellen inherited from Old Dutch *stellen inherited from *stalljan (position, put).
Origin
*stalljan
Gloss
position, put
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Action/Process
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- stell English
- stelling English
- aan Dutch, Flemish
- aanstellen Dutch, Flemish
- aanstelling Dutch, Flemish
- af Dutch, Flemish
- afstellen Dutch, Flemish
- belang Dutch, Flemish
- belangstellen Dutch, Flemish
- belangstelling Dutch, Flemish
- bestelbus Dutch, Flemish
- bestelformulier Dutch, Flemish
- bestellen Dutch, Flemish
- besteller Dutch, Flemish
- bestelling Dutch, Flemish
- bestelwagen Dutch, Flemish
- bij Dutch, Flemish
- bijstellen Dutch, Flemish
- bijstelling Dutch, Flemish
- bloedvatenstelsel Dutch, Flemish
- bloot Dutch, Flemish
- blootstellen Dutch, Flemish
- blootstelling Dutch, Flemish
- coördinatenstelsel Dutch, Flemish
- cultuurstelsel Dutch, Flemish
- daar Dutch, Flemish
- daarstellen Dutch, Flemish
- drieslagstelsel Dutch, Flemish
- gelijk Dutch, Flemish
- gelijkstelling Dutch, Flemish
- gerust Dutch, Flemish
- geruststellen Dutch, Flemish
- geruststelling Dutch, Flemish
- herstelbetaling Dutch, Flemish
- herstellen Dutch, Flemish
- herstelling Dutch, Flemish
- in Dutch, Flemish
- instellen Dutch, Flemish
- instelling Dutch, Flemish
- kiesstelsel Dutch, Flemish
- leenstelsel Dutch, Flemish
- leer Dutch, Flemish
- leerstellig Dutch, Flemish
- leerstelling Dutch, Flemish
- leerstelsel Dutch, Flemish
- luchtwegstelsel Dutch, Flemish
- maag-darmstelsel Dutch, Flemish
- melkwegstelsel Dutch, Flemish
- neven Dutch, Flemish
- nevenstelling Dutch, Flemish
- onderstellen Dutch, Flemish
- ontstellen Dutch, Flemish
- op Dutch, Flemish
- opstellen Dutch, Flemish
- patstelling Dutch, Flemish
- pensioenstelsel Dutch, Flemish
- piramidestelsel Dutch, Flemish
- planetenstelsel Dutch, Flemish
- regel Dutch, Flemish
- samen Dutch, Flemish
- samenstellen Dutch, Flemish
- samenstelling Dutch, Flemish
- scherp Dutch, Flemish
- scherpstellen Dutch, Flemish
- spiraalstelsel Dutch, Flemish
- stel Dutch, Flemish
- stelkunde Dutch, Flemish
- stellig Dutch, Flemish
- stelling Dutch, Flemish
- stellingenoorlog Dutch, Flemish
- stellingmolen Dutch, Flemish
- stellingname Dutch, Flemish
- stelregel Dutch, Flemish
- stelsel Dutch, Flemish
- stelselmatig Dutch, Flemish
- sterrenstelsel Dutch, Flemish
- tegenstelling Dutch, Flemish
- teleur Dutch, Flemish
- teleurstellen Dutch, Flemish
- teleurstelling Dutch, Flemish
- terecht Dutch, Flemish
- terechtstellen Dutch, Flemish
- terechtstelling Dutch, Flemish
- terug Dutch, Flemish
- terugstellen Dutch, Flemish
- uit Dutch, Flemish
- uitstellen Dutch, Flemish
- vast Dutch, Flemish
- vaststellen Dutch, Flemish
- vaststelling Dutch, Flemish
- veronderstellen Dutch, Flemish
- veronderstelling Dutch, Flemish
- verstellen Dutch, Flemish
- voor Dutch, Flemish
- vooronderstellen Dutch, Flemish
- vooronderstelling Dutch, Flemish
- voorstellen Dutch, Flemish
- voorstelling Dutch, Flemish
- werkstellig Dutch, Flemish
- zeker Dutch, Flemish
- zekerstellen Dutch, Flemish
- zenuwstelsel Dutch, Flemish
- zonnestelsel Dutch, Flemish
- *stel- Proto-Indo-European
- stellan Old English
- stellen Middle English
- aenstellen Middle Dutch
- afstellen Middle Dutch
- bestellen Middle Dutch
- stellen Middle Dutch
- stellinge Middle Dutch
- ter luere stellen Middle Dutch
- vorestellen Middle Dutch
- ûtestellen Middle Dutch
- stellen Old High German
- uitstel Afrikaans
- *stalljan gmw-pro
- *stellen Old Dutch
- stellian Old Saxon
- stèlle Limburgan, Limburger, Limburgish
- op
- af
- in
- aan
- bij
- uit
- stel
- vast
- leer
- voor
- daar
- neven
- bloot
- terug
- samen
- regel
- zeker
- teleur
- belang
- scherp
- gerust
- gelijk
- stellig
- terecht
- stelsel
- stelling
- besteller
- stelkunde
- stelregel
- instellen
- opstellen
- bestelbus
- bestellen
- afstellen
- uitstellen
- verstellen
- herstellen
- bijstellen
- aanstellen
- instelling
- bestelling
- ontstellen
- vaststellen
- werkstellig
- daarstellen
- kiesstelsel
- patstelling
- voorstellen
- aanstelling
- leerstellig
- bijstelling
- leenstelsel
- leerstelsel
- bestelwagen
- herstelling
- zenuwstelsel
- stellingname
- blootstellen
- vaststelling
- zonnestelsel
- voorstelling
- stelselmatig
- samenstellen
- leerstelling
- zekerstellen
- onderstellen
- terugstellen
- belangstellen
- scherpstellen
- blootstelling
- samenstelling
- teleurstellen
- tegenstelling
- geruststellen
- stellingmolen
- nevenstelling
- melkwegstelsel
- cultuurstelsel
- gelijkstelling
- terechtstellen
- sterrenstelsel
- geruststelling
- teleurstelling
- belangstelling
- spiraalstelsel
- herstelbetaling
- bestelformulier
- drieslagstelsel
- piramidestelsel
- terechtstelling
- luchtwegstelsel
- planetenstelsel
- pensioenstelsel
- veronderstellen
- vooronderstellen
- maag-darmstelsel
- veronderstelling
- stellingenoorlog
- bloedvatenstelsel
- vooronderstelling
- coördinatenstelsel