kettingregel
Dutch (Brabantic)
/ˈkɛ.tɪŋˌreː.ɣəl/
noun
Definitions
- (mathematics) chain rule formula to calculate the derivative of a composite function
Etymology
Compound from Dutch, Flemish ketting (chain) + Dutch, Flemish regel (rule, line).
Origin
Dutch (Brabantic)
regel
Gloss
rule, line
Concept
Semantic Field
Social and political relations
Ontological Category
Action/Process
Kanji
線
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanbestedingsregel Dutch, Flemish
- aandrijfketting Dutch, Flemish
- halsketting Dutch, Flemish
- ketting Dutch, Flemish
- kettingbrief Dutch, Flemish
- kettingganger Dutch, Flemish
- kettinghond Dutch, Flemish
- kettingkast Dutch, Flemish
- kettingkogel Dutch, Flemish
- kettinglijn Dutch, Flemish
- kettingreactie Dutch, Flemish
- kettingroker Dutch, Flemish
- kettingzaag Dutch, Flemish
- maatregel Dutch, Flemish
- opdrachtregel Dutch, Flemish
- regel Dutch, Flemish
- regelgeving Dutch, Flemish
- regelmaat Dutch, Flemish
- regelmatig Dutch, Flemish
- regelneuker Dutch, Flemish
- regelrecht Dutch, Flemish
- sneeuwketting Dutch, Flemish
- stelregel Dutch, Flemish
- verkeersregel Dutch, Flemish
- vuistregel Dutch, Flemish
- kjetting Norwegian Bokmål
- kjetting Norwegian Nynorsk
- kettinc Middle Dutch
- regel Middle Dutch
- ketting Afrikaans
- reël Afrikaans
- keti Sranan Tongo
- regel
- ketting
- regelmaat
- stelregel
- maatregel
- vuistregel
- regelmatig
- regelrecht
- regelgeving
- kettinghond
- halsketting
- kettinglijn
- regelneuker
- kettingzaag
- kettingkast
- kettingroker
- kettingkogel
- kettingbrief
- sneeuwketting
- verkeersregel
- opdrachtregel
- kettingganger
- kettingreactie
- aandrijfketting
- aanbestedingsregel