havenplaats
Dutch (Brabantic)
/ˈɦaː.və(n)ˌplaːts/
noun
Definitions
- port any settlement with a harbour
Etymology
Compound from Dutch, Flemish haven (port, harbour, harbor) + Dutch, Flemish plaats (place, square, site, farm).
Origin
Dutch (Brabantic)
plaats
Gloss
place, square, site, farm
Concept
Semantic Field
Spatial relations
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanbiedplaats Dutch, Flemish
- ankerplaats Dutch, Flemish
- badplaats Dutch, Flemish
- begraafplaats Dutch, Flemish
- bergplaats Dutch, Flemish
- binnenplaats Dutch, Flemish
- boerenplaats Dutch, Flemish
- bouwplaats Dutch, Flemish
- broedplaats Dutch, Flemish
- cultusplaats Dutch, Flemish
- geboorteplaats Dutch, Flemish
- gemeenplaats Dutch, Flemish
- haven Dutch, Flemish
- havendorp Dutch, Flemish
- havengebied Dutch, Flemish
- havenhoofd Dutch, Flemish
- havenmeester Dutch, Flemish
- havenrecht Dutch, Flemish
- havenstad Dutch, Flemish
- herdenkingsplaats Dutch, Flemish
- herinneringsplaats Dutch, Flemish
- hoofdplaats Dutch, Flemish
- jachthaven Dutch, Flemish
- kunsthaven Dutch, Flemish
- kustplaats Dutch, Flemish
- luchthaven Dutch, Flemish
- marktplaats Dutch, Flemish
- parkeerplaats Dutch, Flemish
- plaats Dutch, Flemish
- plaatsbekleder Dutch, Flemish
- plaatsbepaling Dutch, Flemish
- plaatselijk Dutch, Flemish
- plaatsen Dutch, Flemish
- plaatsgenoot Dutch, Flemish
- plaatsnaam Dutch, Flemish
- plaatsvervanger Dutch, Flemish
- plaatsvinden Dutch, Flemish
- pleisterplaats Dutch, Flemish
- rivierhaven Dutch, Flemish
- roestplaats Dutch, Flemish
- ruimtehaven Dutch, Flemish
- schuilplaats Dutch, Flemish
- standplaats Dutch, Flemish
- thuishaven Dutch, Flemish
- toeristenplaats Dutch, Flemish
- verblijfplaats Dutch, Flemish
- verzorgingsplaats Dutch, Flemish
- vlieghaven Dutch, Flemish
- vrijhaven Dutch, Flemish
- vrijplaats Dutch, Flemish
- waterplaats Dutch, Flemish
- werkplaats Dutch, Flemish
- winterhaven Dutch, Flemish
- woonplaats Dutch, Flemish
- zeehaven Dutch, Flemish
- гавань Russian
- havene Middle Dutch
- plāetse Middle Dutch
- hawe Afrikaans
- plaas Afrikaans
- haven Middle Low German
- haf Papiamentu
- haven
- plaats
- zeehaven
- plaatsen
- badplaats
- havenstad
- havendorp
- vrijhaven
- woonplaats
- thuishaven
- bergplaats
- vlieghaven
- werkplaats
- havenhoofd
- jachthaven
- plaatsnaam
- kustplaats
- bouwplaats
- kunsthaven
- havenrecht
- vrijplaats
- luchthaven
- ankerplaats
- winterhaven
- plaatselijk
- roestplaats
- waterplaats
- hoofdplaats
- ruimtehaven
- standplaats
- havengebied
- rivierhaven
- marktplaats
- broedplaats
- binnenplaats
- boerenplaats
- schuilplaats
- cultusplaats
- havenmeester
- plaatsvinden
- plaatsgenoot
- gemeenplaats
- parkeerplaats
- aanbiedplaats
- begraafplaats
- verblijfplaats
- plaatsbepaling
- geboorteplaats
- pleisterplaats
- plaatsbekleder
- toeristenplaats
- plaatsvervanger
- verzorgingsplaats
- herdenkingsplaats
- herinneringsplaats