ruimtehaven
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- spaceport
Etymology
Compound from Dutch, Flemish ruimte (space, room) + Dutch, Flemish haven (port, harbour, harbor).
Origin
Dutch (Brabantic)
haven
Gloss
port, harbour, harbor
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
港, 津
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- haven Dutch, Flemish
- havendorp Dutch, Flemish
- havengebied Dutch, Flemish
- havenhoofd Dutch, Flemish
- havenmeester Dutch, Flemish
- havenplaats Dutch, Flemish
- havenrecht Dutch, Flemish
- havenstad Dutch, Flemish
- jachthaven Dutch, Flemish
- kunsthaven Dutch, Flemish
- luchthaven Dutch, Flemish
- rivierhaven Dutch, Flemish
- ruim Dutch, Flemish
- ruimte Dutch, Flemish
- ruimte-tijd Dutch, Flemish
- ruimtekromme Dutch, Flemish
- ruimtependel Dutch, Flemish
- ruimteschip Dutch, Flemish
- ruimtesonde Dutch, Flemish
- ruimtestation Dutch, Flemish
- ruimtetijd Dutch, Flemish
- ruimtetuig Dutch, Flemish
- ruimtevaarder Dutch, Flemish
- ruimtevaart Dutch, Flemish
- ruimtevaartuig Dutch, Flemish
- ruimtewandeling Dutch, Flemish
- ruimtewezen Dutch, Flemish
- ruimteziek Dutch, Flemish
- thuishaven Dutch, Flemish
- vlieghaven Dutch, Flemish
- vrijhaven Dutch, Flemish
- winterhaven Dutch, Flemish
- woonruimte Dutch, Flemish
- zeehaven Dutch, Flemish
- гавань Russian
- havene Middle Dutch
- rumede Middle Dutch
- hawe Afrikaans
- ruimtetuig Afrikaans
- haven Middle Low German
- rūmte Middle Low German
- haf Papiamentu
- ruim
- haven
- ruimte
- zeehaven
- havenstad
- havendorp
- vrijhaven
- thuishaven
- ruimtetuig
- vlieghaven
- ruimtetijd
- havenhoofd
- woonruimte
- jachthaven
- kunsthaven
- havenrecht
- luchthaven
- ruimteziek
- winterhaven
- ruimtesonde
- ruimtevaart
- ruimteschip
- ruimte-tijd
- havengebied
- ruimtewezen
- havenplaats
- rivierhaven
- ruimtependel
- ruimtekromme
- havenmeester
- ruimtevaarder
- ruimtestation
- ruimtevaartuig
- ruimtewandeling