halfbloed
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- a half-blooded person, someone with mixed parentage
Etymology
Compound from Dutch, Flemish half (half, semi-, half-) + Dutch, Flemish bloed (blood).
Origin
Dutch (Brabantic)
bloed
Gloss
blood
Concept
Semantic Field
The body
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
血
Emoji
🫀
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- achthalf Dutch, Flemish
- anderhalf Dutch, Flemish
- bloed Dutch, Flemish
- bloedarmoede Dutch, Flemish
- bloedbaan Dutch, Flemish
- bloedbad Dutch, Flemish
- bloedbank Dutch, Flemish
- bloedbeeld Dutch, Flemish
- bloedblaar Dutch, Flemish
- bloedbroeder Dutch, Flemish
- bloedcel Dutch, Flemish
- bloeddiamant Dutch, Flemish
- bloeddonor Dutch, Flemish
- bloeddorst Dutch, Flemish
- bloeddorstig Dutch, Flemish
- bloeddruk Dutch, Flemish
- bloedeloos Dutch, Flemish
- bloederig Dutch, Flemish
- bloedgang Dutch, Flemish
- bloedgeld Dutch, Flemish
- bloedgericht Dutch, Flemish
- bloedheet Dutch, Flemish
- bloedhond Dutch, Flemish
- bloedig Dutch, Flemish
- bloedkanker Dutch, Flemish
- bloedkaros Dutch, Flemish
- bloedloop Dutch, Flemish
- bloedlul Dutch, Flemish
- bloedmaan Dutch, Flemish
- bloedneus Dutch, Flemish
- bloedplaatje Dutch, Flemish
- bloedplasma Dutch, Flemish
- bloedrood Dutch, Flemish
- bloedschande Dutch, Flemish
- bloedschender Dutch, Flemish
- bloedschending Dutch, Flemish
- bloedschenner Dutch, Flemish
- bloedschennis Dutch, Flemish
- bloedsneeuw Dutch, Flemish
- bloedsomloop Dutch, Flemish
- bloedspat Dutch, Flemish
- bloedspoor Dutch, Flemish
- bloedsprookje Dutch, Flemish
- bloedstolling Dutch, Flemish
- bloedstroom Dutch, Flemish
- bloedsuiker Dutch, Flemish
- bloedtransfusie Dutch, Flemish
- bloeduitstorting Dutch, Flemish
- bloedvat Dutch, Flemish
- bloedvergieten Dutch, Flemish
- bloedvergieting Dutch, Flemish
- bloedvergiftiging Dutch, Flemish
- bloedverwant Dutch, Flemish
- bloedvete Dutch, Flemish
- bloedvink Dutch, Flemish
- bloedvlag Dutch, Flemish
- bloedwei Dutch, Flemish
- bloedzuiger Dutch, Flemish
- bloedzuster Dutch, Flemish
- bloedzweer Dutch, Flemish
- dubbelbloed Dutch, Flemish
- half Dutch, Flemish
- halfbakken Dutch, Flemish
- halfdek Dutch, Flemish
- halfedelsteen Dutch, Flemish
- halfgaar Dutch, Flemish
- halfhartig Dutch, Flemish
- halfkoets Dutch, Flemish
- halfpijp Dutch, Flemish
- halfrond Dutch, Flemish
- halfschaduw Dutch, Flemish
- halfslachtig Dutch, Flemish
- halfuur Dutch, Flemish
- halfvlak Dutch, Flemish
- halveren Dutch, Flemish
- koudbloedig Dutch, Flemish
- volbloed Dutch, Flemish
- bloet Middle Dutch
- half Middle Dutch
- bloed Afrikaans
- bloedbaan Afrikaans
- blutu Berbice Creole Dutch
- half
- bloed
- halfdek
- halfuur
- bloedig
- halfvlak
- bloedbad
- bloedvat
- bloedlul
- achthalf
- bloedcel
- volbloed
- halfpijp
- halfgaar
- halveren
- halfrond
- bloedwei
- bloedhond
- bloedneus
- bloedbank
- bloedgeld
- halfkoets
- bloedmaan
- bloedbaan
- bloedvlag
- bloedloop
- bloedheet
- bloederig
- bloedvink
- bloedvete
- bloeddruk
- bloedrood
- anderhalf
- bloedspat
- bloedgang
- bloeddorst
- halfhartig
- halfbakken
- bloedkaros
- bloedbeeld
- bloedblaar
- bloedzweer
- bloeddonor
- bloedeloos
- bloedspoor
- koudbloedig
- bloedkanker
- bloedstroom
- bloedsuiker
- bloedzuster
- dubbelbloed
- bloedplasma
- halfschaduw
- bloedsneeuw
- bloedzuiger
- bloeddorstig
- halfslachtig
- bloedgericht
- bloedarmoede
- bloeddiamant
- bloedplaatje
- bloedsomloop
- bloedverwant
- bloedschande
- bloedbroeder
- bloedsprookje
- bloedschennis
- bloedschenner
- bloedstolling
- bloedschender
- halfedelsteen
- bloedvergieten
- bloedschending
- bloedvergieting
- bloedtransfusie
- bloeduitstorting
- bloedvergiftiging