natuurgeweld
Dutch (Brabantic)
/naːˈtyːr.ɣəˌʋɛlt/
noun
Definitions
- (countable) natural disaster; strong or violent force of nature
Etymology
Compound from Dutch, Flemish natuur (nature) + Dutch, Flemish geweld (violence).
Origin
Dutch (Brabantic)
geweld
Gloss
violence
Concept
Semantic Field
Emotions and values
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- bovennatuur Dutch, Flemish
- gendergeweld Dutch, Flemish
- geweld Dutch, Flemish
- gewelddadig Dutch, Flemish
- geweldig Dutch, Flemish
- geweldloos Dutch, Flemish
- geweldsmisdrijf Dutch, Flemish
- geweldspiraal Dutch, Flemish
- geweldspleging Dutch, Flemish
- geweldsspiraal Dutch, Flemish
- natuur Dutch, Flemish
- natuurbrand Dutch, Flemish
- natuurgids Dutch, Flemish
- natuurijs Dutch, Flemish
- natuurkracht Dutch, Flemish
- natuurkunde Dutch, Flemish
- natuurlijk Dutch, Flemish
- natuurmagneet Dutch, Flemish
- natuurmens Dutch, Flemish
- natuurparel Dutch, Flemish
- natuurramp Dutch, Flemish
- natuurrecht Dutch, Flemish
- natuurreservaat Dutch, Flemish
- natuurschoon Dutch, Flemish
- natuurtalent Dutch, Flemish
- natuurvorser Dutch, Flemish
- natuurvreemd Dutch, Flemish
- natuurwet Dutch, Flemish
- natuurwetenschap Dutch, Flemish
- oorlogsgeweld Dutch, Flemish
- politiegeweld Dutch, Flemish
- gewelt Middle Dutch
- nature Middle Dutch
- natuur Afrikaans
- geweld
- natuur
- geweldig
- natuurijs
- natuurwet
- natuurmens
- natuurlijk
- natuurramp
- natuurgids
- geweldloos
- natuurrecht
- natuurbrand
- natuurkunde
- bovennatuur
- gewelddadig
- natuurparel
- natuurtalent
- natuurvorser
- natuurschoon
- natuurkracht
- gendergeweld
- natuurvreemd
- geweldspiraal
- natuurmagneet
- politiegeweld
- oorlogsgeweld
- geweldsspiraal
- geweldspleging
- geweldsmisdrijf
- natuurreservaat
- natuurwetenschap