machtsfactor
Dutch (Brabantic)
/ˈmɑxtsˌfɑk.tɔr/
noun
Definitions
- A power factor actor with considerable power.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish macht (power, might, force, potence) + Dutch, Flemish factor (factor).
Origin
Dutch (Brabantic)
factor
Gloss
factor
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aaibaarheidsfactor Dutch, Flemish
- almacht Dutch, Flemish
- factor Dutch, Flemish
- grootmacht Dutch, Flemish
- hoofdmacht Dutch, Flemish
- interventiemacht Dutch, Flemish
- invasiemacht Dutch, Flemish
- kernmacht Dutch, Flemish
- krijgsmacht Dutch, Flemish
- luchtmacht Dutch, Flemish
- macht Dutch, Flemish
- machteloos Dutch, Flemish
- machtig Dutch, Flemish
- machtsbelust Dutch, Flemish
- machtsmisbruik Dutch, Flemish
- machtsovernemer Dutch, Flemish
- machtspartij Dutch, Flemish
- machtssfeer Dutch, Flemish
- machtsstrijd Dutch, Flemish
- machtsvacuüm Dutch, Flemish
- machtsverheffen Dutch, Flemish
- machtsverheffing Dutch, Flemish
- machtsvertoon Dutch, Flemish
- machtswellust Dutch, Flemish
- onmacht Dutch, Flemish
- overmacht Dutch, Flemish
- productiefactor Dutch, Flemish
- rechtsmacht Dutch, Flemish
- resusfactor Dutch, Flemish
- supermacht Dutch, Flemish
- troepenmacht Dutch, Flemish
- umlautsfactor Dutch, Flemish
- verdedigingsmacht Dutch, Flemish
- volmacht Dutch, Flemish
- vredesmacht Dutch, Flemish
- weermacht Dutch, Flemish
- wereldmacht Dutch, Flemish
- zeemacht Dutch, Flemish
- factoor Middle Dutch
- macht Middle Dutch
- macht
- factor
- almacht
- onmacht
- machtig
- zeemacht
- volmacht
- weermacht
- kernmacht
- overmacht
- grootmacht
- supermacht
- hoofdmacht
- machteloos
- luchtmacht
- wereldmacht
- machtssfeer
- rechtsmacht
- resusfactor
- krijgsmacht
- vredesmacht
- troepenmacht
- machtsbelust
- machtspartij
- machtsstrijd
- machtsvacuüm
- invasiemacht
- machtsvertoon
- machtswellust
- umlautsfactor
- machtsmisbruik
- machtsverheffen
- machtsovernemer
- productiefactor
- interventiemacht
- machtsverheffing
- verdedigingsmacht
- aaibaarheidsfactor