eenheidsstaat
Dutch (Brabantic)
/ˈeːn.ɦɛi̯tˌstaːt/
noun
Definitions
- unitary state
Etymology
Compound from Dutch, Flemish eenheid (unity, unit, oneness, uniformity, a unit) + Dutch, Flemish staat (state).
Origin
Dutch (Brabantic)
staat
Gloss
state
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Staatsbewind Dutch, Flemish
- besturingseenheid Dutch, Flemish
- bondsstaat Dutch, Flemish
- bondstaat Dutch, Flemish
- deelstaat Dutch, Flemish
- dwergstaat Dutch, Flemish
- een Dutch, Flemish
- eenheid Dutch, Flemish
- eenheidsmatrix Dutch, Flemish
- eenheidstaal Dutch, Flemish
- eenheidsuitgang Dutch, Flemish
- eenheidsvector Dutch, Flemish
- eenheidsworst Dutch, Flemish
- eenstaatoplossing Dutch, Flemish
- eilandstaat Dutch, Flemish
- gelijkstaat Dutch, Flemish
- gevechtseenheid Dutch, Flemish
- heilstaat Dutch, Flemish
- kwartierstaat Dutch, Flemish
- legereenheid Dutch, Flemish
- lidstaat Dutch, Flemish
- munteenheid Dutch, Flemish
- nachtwakersstaat Dutch, Flemish
- narcostaat Dutch, Flemish
- natiestaat Dutch, Flemish
- oliestaat Dutch, Flemish
- politiestaat Dutch, Flemish
- rechtsstaat Dutch, Flemish
- satellietstaat Dutch, Flemish
- schurkenstaat Dutch, Flemish
- staat Dutch, Flemish
- staathuishoudkunde Dutch, Flemish
- staatkunde Dutch, Flemish
- staatsbegrafenis Dutch, Flemish
- staatsbestel Dutch, Flemish
- staatsbezoek Dutch, Flemish
- staatsburger Dutch, Flemish
- staatsgeheim Dutch, Flemish
- staatsgreep Dutch, Flemish
- staatsgrijper Dutch, Flemish
- staatshoofd Dutch, Flemish
- staatsingrijpen Dutch, Flemish
- staatskerk Dutch, Flemish
- staatsmijn Dutch, Flemish
- staatsschuld Dutch, Flemish
- staatssecretaris Dutch, Flemish
- staatsterreur Dutch, Flemish
- staatsvijand Dutch, Flemish
- staatszender Dutch, Flemish
- staatzucht Dutch, Flemish
- stadstaat Dutch, Flemish
- statenbond Dutch, Flemish
- statig Dutch, Flemish
- vazalstaat Dutch, Flemish
- vertrekstaat Dutch, Flemish
- verzorgingsstaat Dutch, Flemish
- vrijstaat Dutch, Flemish
- waterstaat Dutch, Flemish
- welvaartsstaat Dutch, Flemish
- zeestaat Dutch, Flemish
- *steh₂- Proto-Indo-European
- negara bagian Indonesian
- setat Indonesian
- eenheit Middle Dutch
- staet Middle Dutch
- eenheid Afrikaans
- staat Afrikaans
- marionettenstaat Chinese
- een
- staat
- statig
- eenheid
- lidstaat
- zeestaat
- heilstaat
- oliestaat
- deelstaat
- bondstaat
- stadstaat
- vrijstaat
- statenbond
- staatzucht
- narcostaat
- natiestaat
- waterstaat
- bondsstaat
- staatsmijn
- vazalstaat
- dwergstaat
- staatskerk
- staatkunde
- staatsgreep
- rechtsstaat
- eilandstaat
- munteenheid
- gelijkstaat
- staatshoofd
- eenheidstaal
- staatsburger
- staatsbezoek
- vertrekstaat
- staatsbestel
- Staatsbewind
- staatsvijand
- legereenheid
- staatsschuld
- staatsgeheim
- staatszender
- politiestaat
- staatsgrijper
- kwartierstaat
- eenheidsworst
- staatsterreur
- schurkenstaat
- eenheidsvector
- eenheidsmatrix
- welvaartsstaat
- satellietstaat
- gevechtseenheid
- eenheidsuitgang
- staatsingrijpen
- staatssecretaris
- verzorgingsstaat
- staatsbegrafenis
- nachtwakersstaat
- besturingseenheid
- eenstaatoplossing
- staathuishoudkunde