lidstaat
Dutch (Brabantic)
/ˈlɪt.staːt/
noun
Definitions
- member state
Etymology
Compound from Dutch, Flemish lid (member, lid, section, part, cover, limb, part of the body) + Dutch, Flemish staat (state).
Origin
Dutch (Brabantic)
staat
Gloss
state
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Staatsbewind Dutch, Flemish
- baarlid Dutch, Flemish
- bemanningslid Dutch, Flemish
- bondsstaat Dutch, Flemish
- bondstaat Dutch, Flemish
- deelstaat Dutch, Flemish
- dwergstaat Dutch, Flemish
- eenheidsstaat Dutch, Flemish
- eenstaatoplossing Dutch, Flemish
- eilandstaat Dutch, Flemish
- erelid Dutch, Flemish
- familielid Dutch, Flemish
- gelid Dutch, Flemish
- gelijkstaat Dutch, Flemish
- gemeenteraadslid Dutch, Flemish
- gezinslid Dutch, Flemish
- heilstaat Dutch, Flemish
- jurylid Dutch, Flemish
- kamerlid Dutch, Flemish
- kwartierstaat Dutch, Flemish
- ledebraken Dutch, Flemish
- ledemaat Dutch, Flemish
- ledenpop Dutch, Flemish
- lid Dutch, Flemish
- lidwoord Dutch, Flemish
- nachtwakersstaat Dutch, Flemish
- narcostaat Dutch, Flemish
- natiestaat Dutch, Flemish
- oliestaat Dutch, Flemish
- ooglid Dutch, Flemish
- oppositielid Dutch, Flemish
- politiestaat Dutch, Flemish
- raadslid Dutch, Flemish
- rechtsstaat Dutch, Flemish
- satellietstaat Dutch, Flemish
- schurkenstaat Dutch, Flemish
- staat Dutch, Flemish
- staathuishoudkunde Dutch, Flemish
- staatkunde Dutch, Flemish
- staatsbegrafenis Dutch, Flemish
- staatsbestel Dutch, Flemish
- staatsbezoek Dutch, Flemish
- staatsburger Dutch, Flemish
- staatsgeheim Dutch, Flemish
- staatsgreep Dutch, Flemish
- staatsgrijper Dutch, Flemish
- staatshoofd Dutch, Flemish
- staatsingrijpen Dutch, Flemish
- staatskerk Dutch, Flemish
- staatsmijn Dutch, Flemish
- staatsschuld Dutch, Flemish
- staatssecretaris Dutch, Flemish
- staatsterreur Dutch, Flemish
- staatsvijand Dutch, Flemish
- staatszender Dutch, Flemish
- staatzucht Dutch, Flemish
- stadstaat Dutch, Flemish
- statenbond Dutch, Flemish
- statig Dutch, Flemish
- vazalstaat Dutch, Flemish
- vertrekstaat Dutch, Flemish
- verzorgingsstaat Dutch, Flemish
- volledig Dutch, Flemish
- voorlid Dutch, Flemish
- vrijstaat Dutch, Flemish
- waterstaat Dutch, Flemish
- welvaartsstaat Dutch, Flemish
- zeestaat Dutch, Flemish
- *steh₂- Proto-Indo-European
- lid Indonesian
- negara bagian Indonesian
- setat Indonesian
- lit Middle Dutch
- staet Middle Dutch
- lid Afrikaans
- staat Afrikaans
- marionettenstaat Chinese
- lid
- staat
- gelid
- ooglid
- statig
- erelid
- voorlid
- baarlid
- jurylid
- kamerlid
- ledenpop
- volledig
- zeestaat
- ledemaat
- raadslid
- lidwoord
- heilstaat
- oliestaat
- deelstaat
- bondstaat
- stadstaat
- vrijstaat
- gezinslid
- ledebraken
- statenbond
- staatzucht
- familielid
- narcostaat
- natiestaat
- waterstaat
- bondsstaat
- staatsmijn
- vazalstaat
- dwergstaat
- staatskerk
- staatkunde
- staatsgreep
- rechtsstaat
- eilandstaat
- gelijkstaat
- staatshoofd
- staatsburger
- staatsbezoek
- vertrekstaat
- staatsbestel
- Staatsbewind
- oppositielid
- staatsvijand
- staatsschuld
- staatsgeheim
- staatszender
- politiestaat
- staatsgrijper
- kwartierstaat
- bemanningslid
- staatsterreur
- schurkenstaat
- eenheidsstaat
- welvaartsstaat
- satellietstaat
- staatsingrijpen
- staatssecretaris
- verzorgingsstaat
- gemeenteraadslid
- staatsbegrafenis
- nachtwakersstaat
- eenstaatoplossing
- staathuishoudkunde