beenbreek
Dutch (Brabantic)
/ˈbeːn.breːk/
noun
Definitions
- (chiefly) bog asphodel, bastard asphodel,
Etymology
Compound from Dutch, Flemish been (bone, leg) + Dutch, Flemish breken (break, stem of m)+ Dutch, Flemish nl (diminutive suffix, -y, province, arse)+ Dutch, Flemish breken (break, stem of m)+ Dutch, Flemish to break.
Origin
Dutch (Brabantic)
to break
Gloss
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Kaapprovincie Dutch, Flemish
- aanbreken Dutch, Flemish
- aardsgezind Dutch, Flemish
- achtbenig Dutch, Flemish
- achterkamertjespolitiek Dutch, Flemish
- afbreken Dutch, Flemish
- appelsien Dutch, Flemish
- banjerheer Dutch, Flemish
- been Dutch, Flemish
- beenafzetting Dutch, Flemish
- beenamputatie Dutch, Flemish
- beenbreker Dutch, Flemish
- beenbreuk Dutch, Flemish
- beenderhuis Dutch, Flemish
- beendermeel Dutch, Flemish
- beendroog Dutch, Flemish
- beenhouwer Dutch, Flemish
- beenmeel Dutch, Flemish
- beenmerg Dutch, Flemish
- beenpijp Dutch, Flemish
- beenvlies Dutch, Flemish
- benen Dutch, Flemish
- benig Dutch, Flemish
- bolderwagen Dutch, Flemish
- bombeen Dutch, Flemish
- borstbeen Dutch, Flemish
- breekal Dutch, Flemish
- breekbaar Dutch, Flemish
- breekijzer Dutch, Flemish
- breekpunt Dutch, Flemish
- breekvasten Dutch, Flemish
- breekwater Dutch, Flemish
- brekebeen Dutch, Flemish
- breken Dutch, Flemish
- breker Dutch, Flemish
- breking Dutch, Flemish
- buitenissig Dutch, Flemish
- chocoladebeen Dutch, Flemish
- darmbeen Dutch, Flemish
- dijbeen Dutch, Flemish
- dodaars Dutch, Flemish
- doorbreken Dutch, Flemish
- echtbreker Dutch, Flemish
- eedgespan Dutch, Flemish
- halfslachtig Dutch, Flemish
- heiligbeen Dutch, Flemish
- ijsbreker Dutch, Flemish
- inbreken Dutch, Flemish
- kaakbeen Dutch, Flemish
- kernlis Dutch, Flemish
- kindermoord Dutch, Flemish
- knipsel Dutch, Flemish
- kraakbeen Dutch, Flemish
- krabbenscheer Dutch, Flemish
- kuitbeen Dutch, Flemish
- kunstbeen Dutch, Flemish
- labbekak Dutch, Flemish
- landrot Dutch, Flemish
- langbenig Dutch, Flemish
- lichtbreking Dutch, Flemish
- mensenrechten Dutch, Flemish
- neusbeen Dutch, Flemish
- nl Dutch, Flemish
- oelewapper Dutch, Flemish
- onderbreken Dutch, Flemish
- ontbreken Dutch, Flemish
- openbreken Dutch, Flemish
- penisbeen Dutch, Flemish
- petrochemie Dutch, Flemish
- rijksambtenaar Dutch, Flemish
- ritssluiting Dutch, Flemish
- schaambeen Dutch, Flemish
- schandpaal Dutch, Flemish
- scheenbeen Dutch, Flemish
- scheersel Dutch, Flemish
- schimpscheut Dutch, Flemish
- schokbreker Dutch, Flemish
- sleutelbeen Dutch, Flemish
- snoeisel Dutch, Flemish
- spaakbeen Dutch, Flemish
- spullenbaas Dutch, Flemish
- staartbeen Dutch, Flemish
- stamoudste Dutch, Flemish
- stuitbeen Dutch, Flemish
- to break Dutch, Flemish
- toonkunst Dutch, Flemish
- tweebenig Dutch, Flemish
- uitbreken Dutch, Flemish
- vanitasstilleven Dutch, Flemish
- verbreken Dutch, Flemish
- verschijnsel Dutch, Flemish
- verzinsel Dutch, Flemish
- veulendragend Dutch, Flemish
- vouwbeen Dutch, Flemish
- zitbeen Dutch, Flemish
- *bʰreg- Proto-Indo-European
- brēken Middle Dutch
- bêen Middle Dutch
- been Afrikaans
- breek Afrikaans
- lisimbein Papiamentu
- nl
- been
- benig
- benen
- breken
- breker
- breking
- bombeen
- zitbeen
- knipsel
- landrot
- kernlis
- dodaars
- breekal
- dijbeen
- beenmeel
- to break
- beenmerg
- kaakbeen
- afbreken
- beenpijp
- inbreken
- labbekak
- darmbeen
- vouwbeen
- neusbeen
- snoeisel
- kuitbeen
- uitbreken
- kunstbeen
- spaakbeen
- eedgespan
- kraakbeen
- tweebenig
- stuitbeen
- langbenig
- aanbreken
- beenbreuk
- beenvlies
- brekebeen
- appelsien
- penisbeen
- scheersel
- borstbeen
- ontbreken
- achtbenig
- ijsbreker
- beendroog
- verbreken
- verzinsel
- toonkunst
- breekpunt
- breekbaar
- stamoudste
- heiligbeen
- beenbreker
- schandpaal
- echtbreker
- staartbeen
- oelewapper
- scheenbeen
- beenhouwer
- breekijzer
- banjerheer
- breekwater
- openbreken
- doorbreken
- schaambeen
- onderbreken
- schokbreker
- beenderhuis
- beendermeel
- aardsgezind
- petrochemie
- sleutelbeen
- breekvasten
- spullenbaas
- kindermoord
- buitenissig
- bolderwagen
- lichtbreking
- verschijnsel
- schimpscheut
- halfslachtig
- ritssluiting
- krabbenscheer
- mensenrechten
- Kaapprovincie
- chocoladebeen
- veulendragend
- beenamputatie
- beenafzetting
- rijksambtenaar
- vanitasstilleven
- achterkamertjespolitiek