veulendragend
Dutch (Brabantic)
/ˈvøː.lə(n)ˌdraː.ɣənt/
adj
Definitions
- which carries, i.e. is pregant of, (a) foal(s) or certain other quadruped young, compare veulen
Etymology
Com from Dutch, Flemish veulen (foal) + Dutch, Flemish dragend (bearing)+ Dutch, Flemish nl (diminutive suffix, -y, province, arse)+ Dutch, Flemish dragen (carry, stem of m, wear)+ Dutch, Flemish to carry.
Origin
Dutch (Brabantic)
to carry
Gloss
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Kaapprovincie Dutch, Flemish
- aandragen Dutch, Flemish
- aardsgezind Dutch, Flemish
- achterkamertjespolitiek Dutch, Flemish
- afdragen Dutch, Flemish
- appelsien Dutch, Flemish
- banjerheer Dutch, Flemish
- bedragen Dutch, Flemish
- beenbreek Dutch, Flemish
- bijdragen Dutch, Flemish
- bolderwagen Dutch, Flemish
- buitenissig Dutch, Flemish
- dodaars Dutch, Flemish
- draagbaar Dutch, Flemish
- draagband Dutch, Flemish
- draagdoek Dutch, Flemish
- draaggolf Dutch, Flemish
- draagkoets Dutch, Flemish
- draagkracht Dutch, Flemish
- draaglijk Dutch, Flemish
- draagster Dutch, Flemish
- draagtas Dutch, Flemish
- draagvlak Dutch, Flemish
- draagwijdte Dutch, Flemish
- dragen Dutch, Flemish
- dragend Dutch, Flemish
- eedgespan Dutch, Flemish
- ezelsveulen Dutch, Flemish
- fietsendrager Dutch, Flemish
- gedrag Dutch, Flemish
- gedragen Dutch, Flemish
- halfslachtig Dutch, Flemish
- kernlis Dutch, Flemish
- kindermoord Dutch, Flemish
- knipsel Dutch, Flemish
- krabbenscheer Dutch, Flemish
- labbekak Dutch, Flemish
- landrot Dutch, Flemish
- mensenrechten Dutch, Flemish
- misdragen Dutch, Flemish
- naamdrager Dutch, Flemish
- nl Dutch, Flemish
- oelewapper Dutch, Flemish
- opdragen Dutch, Flemish
- overdragen Dutch, Flemish
- petrochemie Dutch, Flemish
- rijksambtenaar Dutch, Flemish
- ritssluiting Dutch, Flemish
- roerdrager Dutch, Flemish
- schandpaal Dutch, Flemish
- scheersel Dutch, Flemish
- schimpscheut Dutch, Flemish
- snoeisel Dutch, Flemish
- spullenbaas Dutch, Flemish
- stamoudste Dutch, Flemish
- to carry Dutch, Flemish
- toonkunst Dutch, Flemish
- uitdragen Dutch, Flemish
- vanitasstilleven Dutch, Flemish
- verdragen Dutch, Flemish
- verschijnsel Dutch, Flemish
- verzinsel Dutch, Flemish
- veulen Dutch, Flemish
- veulengeld Dutch, Flemish
- veulenpaard Dutch, Flemish
- voldragen Dutch, Flemish
- voordragen Dutch, Flemish
- drāgen Middle Dutch
- volen Middle Dutch
- dra Afrikaans
- nl
- veulen
- dragen
- gedrag
- dragend
- knipsel
- landrot
- kernlis
- dodaars
- draagtas
- bedragen
- afdragen
- to carry
- gedragen
- labbekak
- snoeisel
- opdragen
- draagbaar
- eedgespan
- draaglijk
- voldragen
- draaggolf
- aandragen
- draagdoek
- draagvlak
- uitdragen
- appelsien
- draagband
- verdragen
- bijdragen
- draagster
- scheersel
- beenbreek
- misdragen
- verzinsel
- toonkunst
- stamoudste
- schandpaal
- roerdrager
- veulengeld
- oelewapper
- overdragen
- voordragen
- banjerheer
- naamdrager
- draagkoets
- ezelsveulen
- aardsgezind
- draagkracht
- petrochemie
- spullenbaas
- kindermoord
- veulenpaard
- draagwijdte
- buitenissig
- bolderwagen
- verschijnsel
- schimpscheut
- halfslachtig
- ritssluiting
- krabbenscheer
- mensenrechten
- Kaapprovincie
- fietsendrager
- rijksambtenaar
- vanitasstilleven
- achterkamertjespolitiek