eedgespan
Dutch (Brabantic)
/ˈeːt.xəˌspɑn/
noun
Definitions
- (obsolete) alliance.
- (archaic) conspiracy.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish eed (oath) + Dutch, Flemish gespan + Dutch, Flemish nl (diminutive suffix, -y, province, arse)+ Dutch, Flemish spannen (stretch, span, strain, tighten).
Origin
Dutch (Brabantic)
spannen
Gloss
stretch, span, strain, tighten
Concept
Semantic Field
Basic actions and technology
Ontological Category
Action/Process
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Kaapprovincie Dutch, Flemish
- aanspannen Dutch, Flemish
- aardsgezind Dutch, Flemish
- achterkamertjespolitiek Dutch, Flemish
- ambtseed Dutch, Flemish
- appelsien Dutch, Flemish
- banjerheer Dutch, Flemish
- beenbreek Dutch, Flemish
- bolderwagen Dutch, Flemish
- buitenissig Dutch, Flemish
- dodaars Dutch, Flemish
- eed Dutch, Flemish
- gespan Dutch, Flemish
- halfslachtig Dutch, Flemish
- inspannen Dutch, Flemish
- kernlis Dutch, Flemish
- kindermoord Dutch, Flemish
- knipsel Dutch, Flemish
- krabbenscheer Dutch, Flemish
- labbekak Dutch, Flemish
- landrot Dutch, Flemish
- mensenrechten Dutch, Flemish
- nl Dutch, Flemish
- oelewapper Dutch, Flemish
- onderspannen Dutch, Flemish
- ontspannen Dutch, Flemish
- opspannen Dutch, Flemish
- overspannen Dutch, Flemish
- petrochemie Dutch, Flemish
- rijksambtenaar Dutch, Flemish
- ritssluiting Dutch, Flemish
- samenspannen Dutch, Flemish
- schandpaal Dutch, Flemish
- scheersel Dutch, Flemish
- schimpscheut Dutch, Flemish
- snelspanner Dutch, Flemish
- snoeisel Dutch, Flemish
- spanbroek Dutch, Flemish
- spandoek Dutch, Flemish
- spannen Dutch, Flemish
- spanning Dutch, Flemish
- spullenbaas Dutch, Flemish
- stamoudste Dutch, Flemish
- toonkunst Dutch, Flemish
- vanitasstilleven Dutch, Flemish
- verschijnsel Dutch, Flemish
- verzinsel Dutch, Flemish
- veulendragend Dutch, Flemish
- weerspannig Dutch, Flemish
- zuiveringseed Dutch, Flemish
- eet Middle Dutch
- gespan Middle Dutch
- spannen Middle Dutch
- eed Afrikaans
- *ēth Old Dutch
- nl
- eed
- gespan
- knipsel
- spannen
- landrot
- kernlis
- dodaars
- snoeisel
- ambtseed
- spanning
- spandoek
- labbekak
- appelsien
- scheersel
- beenbreek
- opspannen
- verzinsel
- toonkunst
- inspannen
- spanbroek
- stamoudste
- schandpaal
- banjerheer
- aanspannen
- oelewapper
- ontspannen
- overspannen
- spullenbaas
- kindermoord
- aardsgezind
- weerspannig
- snelspanner
- buitenissig
- bolderwagen
- petrochemie
- samenspannen
- ritssluiting
- verschijnsel
- schimpscheut
- halfslachtig
- onderspannen
- krabbenscheer
- mensenrechten
- Kaapprovincie
- veulendragend
- zuiveringseed
- rijksambtenaar
- vanitasstilleven
- achterkamertjespolitiek