strijdwagen
Dutch (Brabantic)
/ˈstrɛi̯tˌʋaː.ɣə(n)/
noun
Definitions
- chariot
Etymology
Compound from Dutch, Flemish strijd (battle, fight, struggle, conflict, strife) + Dutch, Flemish wagen (wagon, car, cart, vehicle, dare, also to move, move, stir, venture).
Origin
Dutch (Brabantic)
wagen
Gloss
wagon, car, cart, vehicle, dare, also to move, move, stir, venture
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- waggon English
- wagon English
- aanhangwagen Dutch, Flemish
- benenwagen Dutch, Flemish
- bestelwagen Dutch, Flemish
- bolderwagen Dutch, Flemish
- burgerwagen Dutch, Flemish
- doodsstrijd Dutch, Flemish
- doodstrijd Dutch, Flemish
- hooiwagen Dutch, Flemish
- ijscowagen Dutch, Flemish
- kinderwagen Dutch, Flemish
- klassenstrijd Dutch, Flemish
- koelwagen Dutch, Flemish
- kruiwagen Dutch, Flemish
- machtsstrijd Dutch, Flemish
- mediastrijd Dutch, Flemish
- mijnwagen Dutch, Flemish
- onafhankelijkheidsstrijd Dutch, Flemish
- ossenwagen Dutch, Flemish
- pantserwagen Dutch, Flemish
- pennenstrijd Dutch, Flemish
- politiewagen Dutch, Flemish
- praalwagen Dutch, Flemish
- sleepwagen Dutch, Flemish
- steekwagen Dutch, Flemish
- strijd Dutch, Flemish
- strijdbijl Dutch, Flemish
- strijdgas Dutch, Flemish
- strijdhamer Dutch, Flemish
- strijdkreet Dutch, Flemish
- strijdlied Dutch, Flemish
- strijdperk Dutch, Flemish
- strijdtoneel Dutch, Flemish
- strijdvaardig Dutch, Flemish
- strooiwagen Dutch, Flemish
- taalstrijd Dutch, Flemish
- takelwagen Dutch, Flemish
- tankwagen Dutch, Flemish
- titanenstrijd Dutch, Flemish
- tweestrijd Dutch, Flemish
- vechtwagen Dutch, Flemish
- verhuiswagen Dutch, Flemish
- vrachtwagen Dutch, Flemish
- waaghals Dutch, Flemish
- wagen Dutch, Flemish
- wagenburcht Dutch, Flemish
- wagenburg Dutch, Flemish
- wagenmenner Dutch, Flemish
- wagenpark Dutch, Flemish
- wagenziek Dutch, Flemish
- wagenziekte Dutch, Flemish
- wedstrijd Dutch, Flemish
- winkelwagen Dutch, Flemish
- woordenstrijd Dutch, Flemish
- ziekenwagen Dutch, Flemish
- zijspanwagen Dutch, Flemish
- *weǵʰ- Proto-Indo-European
- *wagnaz Proto-Germanic
- strijt Middle Dutch
- wagen Middle Dutch
- stryd Afrikaans
- strydwa Afrikaans
- wa Afrikaans
- wagi Sranan Tongo
- wagen
- strijd
- waaghals
- tankwagen
- kruiwagen
- hooiwagen
- koelwagen
- wagenpark
- wagenziek
- mijnwagen
- wagenburg
- wedstrijd
- strijdgas
- strijdbijl
- ijscowagen
- vechtwagen
- strijdlied
- strijdperk
- sleepwagen
- tweestrijd
- benenwagen
- doodstrijd
- ossenwagen
- praalwagen
- steekwagen
- takelwagen
- taalstrijd
- strooiwagen
- wagenmenner
- wagenziekte
- bestelwagen
- ziekenwagen
- strijdkreet
- wagenburcht
- winkelwagen
- kinderwagen
- burgerwagen
- mediastrijd
- vrachtwagen
- strijdhamer
- doodsstrijd
- bolderwagen
- politiewagen
- strijdtoneel
- pennenstrijd
- zijspanwagen
- aanhangwagen
- pantserwagen
- verhuiswagen
- machtsstrijd
- strijdvaardig
- woordenstrijd
- titanenstrijd
- klassenstrijd
- onafhankelijkheidsstrijd