wagenziekte
Dutch (Brabantic)
/ˈʋaː.ɣə(n)ˌzik.tə/
noun
Definitions
- carsickness motion sickness caused by motor car travel
- (archaic) motion sickness caused by travel in an animal-drawn car or carriage
Etymology
Compound from Dutch, Flemish wagen (wagon, car, cart, vehicle, dare, also to move, move, stir, venture) + Dutch, Flemish ziekte (disease, sickness).
Origin
Dutch (Brabantic)
ziekte
Gloss
disease, sickness
Concept
Semantic Field
The body
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
症, 疾
Emoji
🦟 🪰
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- waggon English
- wagon English
- aanhangwagen Dutch, Flemish
- benenwagen Dutch, Flemish
- bestelwagen Dutch, Flemish
- bloederziekte Dutch, Flemish
- bodemziekte Dutch, Flemish
- bolderwagen Dutch, Flemish
- burgerwagen Dutch, Flemish
- dollekoeienziekte Dutch, Flemish
- geestesziekte Dutch, Flemish
- gekkekoeienziekte Dutch, Flemish
- geslachtsziekte Dutch, Flemish
- haringwormziekte Dutch, Flemish
- hooiwagen Dutch, Flemish
- ijscowagen Dutch, Flemish
- infectieziekte Dutch, Flemish
- kinderwagen Dutch, Flemish
- kinderziekte Dutch, Flemish
- koelwagen Dutch, Flemish
- kruiwagen Dutch, Flemish
- legionairsziekte Dutch, Flemish
- mijnwagen Dutch, Flemish
- ossenwagen Dutch, Flemish
- pantserwagen Dutch, Flemish
- politiewagen Dutch, Flemish
- praalwagen Dutch, Flemish
- pyrietziekte Dutch, Flemish
- sleepwagen Dutch, Flemish
- steekwagen Dutch, Flemish
- stofwisselingsziekte Dutch, Flemish
- strijdwagen Dutch, Flemish
- strooiwagen Dutch, Flemish
- suikerziekte Dutch, Flemish
- taaislijmziekte Dutch, Flemish
- takelwagen Dutch, Flemish
- tankwagen Dutch, Flemish
- vechtwagen Dutch, Flemish
- venusziekte Dutch, Flemish
- verhuiswagen Dutch, Flemish
- vrachtwagen Dutch, Flemish
- vuile ziekte Dutch, Flemish
- waaghals Dutch, Flemish
- wagen Dutch, Flemish
- wagenburcht Dutch, Flemish
- wagenburg Dutch, Flemish
- wagenmenner Dutch, Flemish
- wagenpark Dutch, Flemish
- wagenziek Dutch, Flemish
- winkelwagen Dutch, Flemish
- zenuwziekte Dutch, Flemish
- ziek Dutch, Flemish
- ziekenwagen Dutch, Flemish
- ziekte Dutch, Flemish
- ziektebeeld Dutch, Flemish
- ziektekiem Dutch, Flemish
- ziektekosten Dutch, Flemish
- ziekteverwensing Dutch, Flemish
- zijspanwagen Dutch, Flemish
- *weǵʰ- Proto-Indo-European
- *wagnaz Proto-Germanic
- siecte Middle Dutch
- wagen Middle Dutch
- siekte Afrikaans
- wa Afrikaans
- wagi Sranan Tongo
- ziek
- wagen
- ziekte
- waaghals
- kruiwagen
- wagenpark
- wagenziek
- mijnwagen
- tankwagen
- hooiwagen
- koelwagen
- wagenburg
- ijscowagen
- sleepwagen
- ziektekiem
- vechtwagen
- benenwagen
- ossenwagen
- steekwagen
- praalwagen
- takelwagen
- venusziekte
- wagenmenner
- ziekenwagen
- wagenburcht
- zenuwziekte
- burgerwagen
- vrachtwagen
- strooiwagen
- strijdwagen
- ziektebeeld
- bodemziekte
- bestelwagen
- winkelwagen
- kinderwagen
- bolderwagen
- suikerziekte
- ziektekosten
- zijspanwagen
- verhuiswagen
- kinderziekte
- politiewagen
- pyrietziekte
- vuile ziekte
- aanhangwagen
- pantserwagen
- bloederziekte
- geestesziekte
- infectieziekte
- taaislijmziekte
- geslachtsziekte
- legionairsziekte
- haringwormziekte
- ziekteverwensing
- dollekoeienziekte
- gekkekoeienziekte
- stofwisselingsziekte