vrachtwagen
Dutch (Brabantic)
/ˈvrɑxtˌʋaː.ɣə(n)/
noun
Definitions
- truck, lorry
- (archaic) freightwagon, cart for transporting loads
Etymology
Inherited from Middle Dutch vrachtwagen compound from Dutch, Flemish vracht (freight, cargo, mass, load) + Dutch, Flemish wagen (wagon, car, cart, vehicle, dare, also to move, move, stir, venture).
Origin
Dutch (Brabantic)
wagen
Gloss
wagon, car, cart, vehicle, dare, also to move, move, stir, venture
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- freight English
- freightwagon English
- waggon English
- wagon English
- aanhangwagen Dutch, Flemish
- benenwagen Dutch, Flemish
- bestelwagen Dutch, Flemish
- bolderwagen Dutch, Flemish
- burgerwagen Dutch, Flemish
- chauffeur Dutch, Flemish
- hooiwagen Dutch, Flemish
- ijscowagen Dutch, Flemish
- karrenvracht Dutch, Flemish
- kinderwagen Dutch, Flemish
- koelwagen Dutch, Flemish
- kruiwagen Dutch, Flemish
- mijnwagen Dutch, Flemish
- ossenwagen Dutch, Flemish
- pantserwagen Dutch, Flemish
- politiewagen Dutch, Flemish
- praalwagen Dutch, Flemish
- scheepsvracht Dutch, Flemish
- sleepwagen Dutch, Flemish
- steekwagen Dutch, Flemish
- strijdwagen Dutch, Flemish
- strooiwagen Dutch, Flemish
- takelwagen Dutch, Flemish
- tankwagen Dutch, Flemish
- vechtwagen Dutch, Flemish
- verhuiswagen Dutch, Flemish
- vracht Dutch, Flemish
- vrachtauto Dutch, Flemish
- vrachtkonvooi Dutch, Flemish
- vrachtschip Dutch, Flemish
- vrachtvliegtuig Dutch, Flemish
- vrachtwagenchauffeur Dutch, Flemish
- waaghals Dutch, Flemish
- wagen Dutch, Flemish
- wagenburcht Dutch, Flemish
- wagenburg Dutch, Flemish
- wagenmenner Dutch, Flemish
- wagenpark Dutch, Flemish
- wagenziek Dutch, Flemish
- wagenziekte Dutch, Flemish
- winkelwagen Dutch, Flemish
- ziekenwagen Dutch, Flemish
- zijspanwagen Dutch, Flemish
- *weǵʰ- Proto-Indo-European
- *wagnaz Proto-Germanic
- prah Indonesian
- vracht Middle Dutch
- vrachtwagen Middle Dutch
- wagen Middle Dutch
- wa Afrikaans
- wagi Sranan Tongo
- wagen
- vracht
- waaghals
- chauffeur
- tankwagen
- kruiwagen
- hooiwagen
- koelwagen
- wagenpark
- wagenziek
- mijnwagen
- wagenburg
- ijscowagen
- vechtwagen
- sleepwagen
- benenwagen
- vrachtauto
- ossenwagen
- steekwagen
- praalwagen
- takelwagen
- strooiwagen
- strijdwagen
- wagenmenner
- wagenziekte
- bestelwagen
- ziekenwagen
- wagenburcht
- winkelwagen
- kinderwagen
- burgerwagen
- vrachtschip
- bolderwagen
- politiewagen
- zijspanwagen
- karrenvracht
- aanhangwagen
- pantserwagen
- verhuiswagen
- scheepsvracht
- vrachtkonvooi
- vrachtvliegtuig
- vrachtwagenchauffeur